© Marc Herremans - Mediahuis

77-jarige topscout: “Bij Anderlecht kenden ze alles van computers,maar niets van voetbal”

De transfermarkt beleeft zijn laatste dagen, maar Urbain Haesaert blijft draaien. Hij bekijkt 320 wedstrijden per jaar, houdt een ongeziene databank bij van dui-zen-den jonge talenten en krijgt er maar niet genoeg van. En deze zomer deed hij zélf nog een toptransfer: van Anderlecht naar Ajax. Op zijn 77ste moet Haesaert een van de oudste topscouts ter wereld zijn.

Frank Buyse

Kunt u zich dat voorstellen: 77 jaar, per jaar tot 320 jeugd­wedstrijden bijwonen, zo’n 35.000 kilometer rondrijden voor het ­voetbal? Naast hem zit elke match zijn partner Emmy, boeken te lezen. Elk jaar vertrekken ze op de Boekenbeurs met een veertigtal boeken. De man naast Emmy zegt geen woord. Hij mist geen ­seconde van geen enkele speler en maakt van elke speler een ­gedetailleerd rapport op, dat thuis – “Ik werk van 8.30u tot 20.30u” – in een ongeziene databank terechtkomt.

© Marc Herremans - Mediahuis

Zo werkt Urbain Haesaert al ­twintig jaar, onverdroten en uitzonderlijk punctueel. Het moet zijn dat de ex-leerkracht en ­gewezen trainer een uitzonderlijk oog voor voetbaltalent heeft. In 1999 was het Ajax, toen hoofdaandeel­houder van Germinal Beerschot, niet ontgaan dat de Directeur ­Opleidingen er wat van kon: Vermaelen, Vertonghen en Alderweireld waren toen al doorgesluisd naar de Amsterdamse topclub. De Waasmunsternaar werd er het volgende jaar ‘hoofd scouting België’, maar koos in 2010 ondanks een doorlopende overeenkomst voor Anderlecht, waar hij hoofd jeugdscouting werd. Om daar in juni weer op te stappen.

Niet meer werkbaar

“Ik lag er nog een jaar onder ­contract”, zegt Haesaert. “Maar ik miste respect. Zo wilden ze de ­hele databank in mijn computer, waaraan ik al van 1999 dag en nacht had gewerkt, moderniseren. Veel eenvoudiger maken, legden ze mij uit. Al vond onder meer ­beloftentrainer Emilio Ferrera mijn tools en rapporten ‘unbelievable’. Het resultaat was víjf A4’tjes in plaats van één. Voor mij helemaal niet meer werkbaar. Die mensen kennen wel veel van computers, maar niets van voetbal.”

Jean Kindermans, hoofd op­leiding bij Anderlecht, noemt het nog altijd een verlies voor de club, maar Haesaert was weg. Hij was 77 intussen, maar hij dacht nog niet aan stoppen. “Marc Overmars, technisch directeur bij Ajax, wilde mij al drie jaar terug. En hij ging wel ­akkoord met mijn systeem.” En hij was gek van Haesaerts ­feeling voor het ontdekken van ­talent.

Niveau in België te teleurstellend

Maandagavond zat Haesaert op de beloftenwedstrijd AA Gent - ­Anderlecht, met zijn onafscheidelijke notaboekje. Kijken of er ­talenten evolueren tot een A. Een A is potentie voor Ajax. “Maar die zijn zeldzaam. De ­toppers hangen niet in de kerst­bomen. Heb je Ajax - Standard ­gezien? Geen enkele speler uit de Jupiler Pro League heeft toch zijn plaats bij Ajax? Weet je, ik heb ­zondag niet eens Club - Anderlecht bekeken. Ik vind het huidige ­niveau in België te teleur­stellend.”

Zijn hele systeem uitleggen zou ons te ver leiden, maar voor elke positie in zijn opstelling speurt Haesaert, die specifiek weet wat zijn club nodig heeft, per leeftijdscategorie naar vijf A-tjes. Zijn ­rankings gaan van 0 naar C ­(mogelijke eersteklasser, maar geen topper), B en A (zeldzame klasse). “B’s worden meermaals ­bekeken. Het is een zeef, hé.”

Eén voorbeeld: de naam mag niet worden genoemd, maar een van de transfers van Anderlecht die maandag in Gent meespeelde met de beloften, kreeg onverbiddelijk een 0.

En dat rapporteert hij dan naar Amsterdam. Van de verdere ­afloop en de onderhandelingen met ­obscure spelersmakelaars distan­tieert Haesaert zich zo veel mogelijk.

“Musonda? Een hele goeie om mayonaise te maken”

“Ik ben een scout. Maar hét grote gevaar is inderdaad de zucht naar geld in het voetbal. Het mooiste voorbeeld is Charly Musonda. Te snel opgehemeld, te vroeg vertrokken. En waar zit die nu? Ik zei al van in het begin: een hele goeie om mayonaise te maken. Altijd maar rondjes maken met de bal.”

Net zoals Anderlecht kiest Ajax, dat dit seizoen maar zes spelers uit de eigen opleiding in de A-kern heeft, weer voluit voor de eigen jeugd. In de hoop op ­toptransfers. Dan kan een scout als Haesaert, die de jonge talenten aanbrengt, van goudwaarde zijn.

© Marc Herremans - Mediahuis

Respect

“Ik word ook wel correct betaald, maar indien ik ongelooflijk veel geld had willen verdienen, was ik makelaar geworden. Het gaat me, op mijn leeftijd, het meest om respect. Van mijn ­spelers, want met sommigen heb ik nog wel eens contact.”

Hij haalt zijn smartphone boven. Toont berichten van Dembélé, Vertonghen, Borkelmans. “Thank you, coach. Eeuwig dankbaar. Groetjes aan Emmy.”

Maar het gaat ook om respect van de top van Ajax. “AD Van der Sar, TD Overmars: ze omarmen mij. Overmars vraagt mij wel eens ­advies over die of die speler. Laatst vroeg hij me nog een speler van Birmingham te gaan ­scouten.”

En coach Erik ten Hag bedankte hem twee weken geleden nog voor de info die hij gaf over ­Standard. Maar verder houdt hij zich ver van de A-ploeg én van de makelaars, die rond de jeugd­terreinen en vooral de talenten cirkelen als ­aasgieren. “Ja, ze ­vragen mij vaak een positief ­rapportje af te leveren. En ik werd daar al van alles voor aan­geboden. Nooit één euro ­aanvaard.”

Gisteravond keek hij naar ­Dynamo Kiev - Ajax op tv. “Dan zit ik nóg elke speler te analyseren.” Komende week ziet hij weer een zestal wedstrijden. “Nog altijd met evenveel plezier.”

Emmy kan weer veel lezen.