Direct naar artikelinhoud
Circulatieplan

De luchtkwaliteit in Gent stijgt dankzij het circulatieplan, toch blijft de kritiek aanhouden. Terecht?

Vijf vragen over de nieuwe metingen
Beeld Eric de Mildt

Het stadsbestuur in Gent klopt zichzelf op de borst. Dankzij het veelbesproken circulatieplan is de luchtkwaliteit in de stad fors verbeterd. Maar zijn die stikstofmetingen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de ideale barometer? Een antwoord aan de hand van vijf vragen.

en

Is Gent nu de beste leerling in de Vlaamse klas?

Sinds de invoering van het circulatieplan is de luchtkwaliteit in Gent fors verbeterd. Dat blijkt uit metingen die de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) uitvoerde in opdracht van de stad.

Op twintig locaties binnen en op de kleine ring werd de uitstoot van stikstofdioxide gemeten. Dat gebeurde zowel voor als na de invoering van het circulatieplan gedurende een langere periode.

Op elk van de twintig meetpunten daalde de uitstoot. Voor het circulatieplan werd gemiddeld een uitstoot van 41,5 microgram stikstofdioxide per kubieke meter gemeten, meer dan de door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) opgestelde norm van 40 microgram. Die uitstoot daalde tot 34,1 microgram. Gent tekende dus een gemiddelde daling op van 7,4 microgram. Ter vergelijking: in de rest van Vlaanderen daalde de uitstoot in diezelfde periode met gemiddeld 3,7 microgram.

DM Zapt

Handig: krijg nieuws uit Gent via WhatsApp

1. Voeg De Morgen toe aan uw contacten, met het nummer 0474 74 10 25

2. Open WhatsApp en stuur ons het bericht GENT AAN

3. Klaar! U ontvangt nu het laatste nieuws uit Gent.

Hoe werkt het precies?

De daling is overigens al langer ingezet. De voorbije 10 jaar daalde de stikstofuitstoot in Vlaanderen gemiddeld met zo’n 5 microgram per kubieke meter. Gemiddelden zeggen echter niet alles. In steden liggen de stikstofwaarden steevast een pak hoger dan op het platteland, waar gemiddeld amper 15 microgram stikstof gemeten wordt.

'De normen van de WHO-richtlijn liggen allemaal te hoog. Ze zijn niet voldoende om ons te beschermen tegen de gezondheidseffecten van uitstoot'
Milieu-epidemioloog Tim Nawrot (UHasselt)

“Stedelijke kernen zijn de hotspots voor stikstofdioxides”, zegt Katrien Smet van de VMM. Dat komt niet alleen door het drukke verkeer, maar ook door het zogenoemde street canyon-effect. De oude stadscentra met hoge gebouwen zorgen ervoor dat uitstoot minder goed weg kan. Hierdoor stapelt de luchtvervuiling zich op. De hoogste concentraties komen voor op plekken waar verkeer en industrie samenkomen, zoals de Antwerpse haven, de noordrand van Brussel en de Gentse kanaalzone.

Ondanks de positieve tendens, is er nog veel werk aan de winkel. De WHO richtlijn zal op termijn nog verscherpt worden. "Die normen liggen allemaal te hoog”, zegt milieu-epidemioloog Tim Nawrot (UHasselt). “Ze zijn niet voldoende om ons te beschermen tegen de gezondheidseffecten van uitstoot.”

Is stikstofdioxide de ideale barometer?

Om de impact van het verkeer op de binnenstad te meten wel, zegt Nawrot. “Stikstofdioxide wordt veroorzaakt door het verkeer: het komt vrij bij de verbranding van benzine of diesel.” Stikstof is ook veel eenvoudiger en goedkoper te meten dan bijvoorbeeld roet of fijnstof.

Voor roet of fijnstof is de meting een pak duurder omdat die gebeurt met veel ingewikkelder machines die tot 40.000 euro kunnen kosten. Bovendien kan je uit stikstofmetingen ook heel wat andere zaken afleiden: waar de stikstofwaarden hoog zijn, zal dat eveneens het geval zijn voor de concentratie van roet en fijnstof.

Mobiliteitsexpert Johan De Mol (UGent) wijst erop dat je altijd moet opletten met metingen die enkel rekening houden met één parameter. “Je zou de stikstofmetingen kunnen aanvullen met cijfers over geluidshinder, maar die techniek moet nog op punt gezet worden.”

Hoe representatief zijn 20 meetpunten voor de luchtkwaliteit in een stad?

Nawrot benadrukt dat stikstofuitstoot een zeer lokaal gegeven is. “Ook binnen steden zijn er grote verschillen. In een park zal de stikstofnorm een pak lager liggen dan in een straat die zelfs maar 100 meter verderop ligt.

Dat is ook precies wat de Gentse oppositie aankaart. "We kunnen natuurlijk alleen maar blij zijn als de luchtkwaliteit verbetert," zegt N-VA-lijsttrekker Anneleen Van Bossuyt, “toch heb ik mijn bedenkingen bij de manier waarop het onderzoek gevoerd is.” Ze wijst erop dat het merendeel van de metingen gebeurde in de buurt van zogenoemde ‘knips’ (die het doorgaand verkeer uit de Gentse binnenstad moeten weren) of waar het autoluw is. "Het stadsbestuur kon op voorhand weten dat de uitstoot daar naar omlaag zou gaan.”

'We hebben ook op de ring gemeten omdat de oppositie zei dat die veel meer verkeer zou moeten slikken. Maar dat bleek niet het geval'
Filip Watteeuw (Groen), Gents mobiliteitsschepen

Nonsens, zegt Gents mobiliteitsschepen Filip Watteeuw (Groen): “We hebben ook op de ring gemeten omdat de oppositie zei dat die veel meer verkeer zou moeten slikken. Maar dat bleek niet het geval.”

Verplaatst het circulatieplan de uitstoot niet gewoon naar andere delen in de stad?

Volgens Van Bossuyt verplaatst het probleem zich gewoon. “Nu is er gemeten aan de Keizervest, waar het rustiger is, maar als je iets verderop gaat zie je dat er op de Brusselsesteenweg in Ledeberg meer file staat.”

Watteeuw erkent dat bepaalde straten drukker geworden zijn. “Maar ook daar grijpen we in. Op de as Gebroeders Vandeveldestraat-Papegaaistraat-Rozemarijnstraat hebben we de verkeerssituatie aangepast omdat we daar een duidelijke verkeerstoename vaststelden.”

Waarom werd er dan niet op dat punt gemeten? “Het is moeilijk om voor het invoeren van het circulatieplan in te schatten waar er bottlenecks zullen ontstaan. In de nulmeting is de Papegaaistraat niet opgenomen, dus konden we daar ook ter controle niet meten”, legt Watteeuw uit.

Of wijken zoals Ledeberg of Sint-Amandsberg nu meer stikstof te verwerken krijgen is niet gemeten, maar volgens mobiliteitsexpert De Mol zou het best kunnen dat ook de luchtkwaliteit in die randgemeenten toeneemt door het circulatieplan.

'Toen het circulatieplan in werking trad, werd ook in de randgemeenten een zone 30 opgelegd. Een lagere snelheid impliceert een lagere uitstoot'
Mobiliteitsexpert Johan De Mol (UGent)

“Mensen durven al eens over het hoofd zien dat het circulatieplan meer dan het centrum van Gent beslaat. Toen het circulatieplan in werking trad, werd in die delen van de stad een zone 30 opgelegd. Een lagere snelheid impliceert een lagere uitstoot.”

Dirk Lauwers, mobiliteitsexpert aan de UGent en de UAntwerpen, gelooft niet dat er een verschuiving van het verkeer – en dus de uitstoot – naar de deelgemeenten heeft plaatsgevonden. "Mochten mensen hun route veranderd hebben, dan zou je dat zien op de ring. Maar waar het meest voor gevreesd werd, namelijk een toename van de verkeersdruk op die ring, blijkt toch niet het geval."

Impliceert betere luchtkwaliteit een noodlijdende middenstand?

De discussie over luchtkwaliteit in Gent wordt door tegenstanders en oppositie onlosmakelijke verbonden met het lot van de middenstand. Hoe beter de luchtkwaliteit, hoe slechter het gaat met de middenstand, lijkt het paradigma.

Dat wordt ook ondersteund door cijfers van Unizo Oost-Vlaanderen. Na een half jaar circulatieplan gaf een derde van de middenstanders een omzetverlies aan.

Maar het totaalplaatje is een stuk genuanceerder. Zo nam het aantal ondernemingen in Gent de voorbije jaren toe. Bovendien is Gent geen eiland, ook in steden waar geen circulatieplan in voege is, staat de middenstand onder druk. Mensen bestellen al sneller bepaalde producten online dan de verplaatsing naar een winkel te maken.

'Mocht ik iets aanpassen aan het circulatieplan om de middenstand een duw in de rug te geven, is het de parkeertarieven opnieuw verlagen'
Retailexpert Gino Van Ossel

Uit cijfers van stad Gent blijkt dat de samenstelling van de populatie die Gent bezoekt sinds het circulatieplan gewijzigd is. Zo geven Gentenaars aan dat ze minder in het stadscentrum winkelen, terwijl steeds meer toeristen de weg naar de Arteveldestad vinden. Het probleem: toeristen komen niet naar de stad om een koelkast in een elektrozaak te kopen.

Toch ligt het probleem volgens retailexpert Gino Van Ossel niet zozeer in de bereikbaarheid van de Arteveldestad. “Er zijn mensen die aangeven dat het heel moeilijk is om stad Gent met de bus te bereiken, en dat geloof ik. Maar mocht ik iets aanpassen aan het circulatieplan om de middenstand een duw in de rug te geven, is het de parkeertarieven opnieuw verlagen. De combinatie van de perceptie dat Gent niet te bereiken is en de hoge tarieven zorgen ervoor dat een bepaald cliënteel wegblijft.”

Iets waar Unizo Vlaanderen zich helemaal in kan vinden. “Wij vragen al langer op om een positieve campagne te organiseren, maar op wat folders in bussen stoppen tot in Aalter na kwam het niet. We moeten de perceptie veranderen dat Gent niet te bereiken is.”