De vijf werven van Crevits: ‘Ik ben niét de minister die de lat van de eindtermen lager heeft gelegd’

© Dieter Telemans

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is duidelijk: wat haar betreft, mag er nog een termijn bij.

Simon Grymonprez, Stijn Cools

‘We hebben het ­regeerakkoord erbij genomen: ­bijna alles is gerealiseerd,’ zegt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) categoriek. Op haar website heeft ze zelfs al die verwezenlijkingen opgelijst. Nochtans was het afgelopen schooljaar voor haar geen walk in the park.

Zo werd ze hard aangepakt door coalitiepartner N-VA over het M- decreet, moest ze de ­hervorming van het secundair ­onderwijs op vraag van de koepels een jaar uitstellen en waren er paniekerige berichten over onder meer de zwakkere eindtermen en het niveau van het Nederlands van de Vlaamse jeugd.

'Na lectuur over de achteruitgang van het Vlaams onderwijsniveau staat het voor mij vast: we moeten de onderwijslijn van de N-VA volgende legislatuur sterker doordrukken', tweette N-VA-voorzitter Bart De Wever gisteren nog, tot grote verbazing van Crevits. Haar antwoord volgde ook via Twitter.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Crevits stoort zich naar eigen zeggen mateloos aan het ‘negativisme' over het onderwijs. ‘Zoveel mensen zijn zo goed in het formuleren van problemen, maar minder goed in het formuleren van oplossingen.’

Bij de start van het schooljaar gidst ze De Standaard nog even door de werven die nog openliggen.

1. Nagaan hoe hard leerkrachten werken

Het loopbaanpact voor leerkrachten, dat de job aantrekkelijker moet maken, noemde Crevits vorig jaar nog ‘de grootste teleurstelling van haar ambtstermijn’. De onderhandelingen liepen spaak op (onder andere) het presteren van extra uren. Maar de discussie is nog niet van tafel. Een groot tijdsbestedingsonderzoek moet nu objectiveren hoeveel tijd leerkrachten steken in hun werk. ‘Eenmaal dat duidelijk is, bekijken we welke ingrepen er ­nodig zijn.’ Het eindrapport wordt deze maand verwacht.

Ook de oprichting van de zogeheten lerarenplatforms die vanaf dit schooljaar 2.500 leraren in het basisonderwijs garantie op werk geeft, zal volgens Crevits de grote uitstroom van leerkrachten uit het onderwijs beperken. ‘Je krijgt een jaar werkzekerheid, je wordt honderd procent betaald én je bouwt je rechten op. Dat maakt het interessant.’

Crevits wijst er ook op dat er via de hervormde onderwijsinspectie gewerkt wordt om de administratieve overlast terug te dringen.

© blg

2. Brandje blussen over eindtermen

Eind mei moest Crevits een brandje blussen nadat Dirk Van Damme, onderwijsbaas bij de ­Oeso, had getweet dat hij ‘erg verontrustende signalen’ opving over de nieuwe eindtermen voor de eerste graad van het secundair onderwijs: ‘De lat wordt erg laag gelegd.’ Crevits was er snel bij om te sussen. ‘Ik heb Van Damme toen gezegd dat hij het kot in brand had gestoken met die tweet. Wie van mij het beeld schetst als van de minister die de lat van de eindtermen lager legt, is totaal fout.’

De nieuwe eindtermen voor de eerste graad van het secundair worden normaal gezien de ­komende maanden goedgekeurd in het parlement. Crevits is overtuigd van de kwaliteit van het geleverde werk.

3. Fake news over het Nederlands rechtzetten

De beslissing van de katholieke koepel om een uur Nederlands op te offeren voor het nieuwe vak ‘Mens en Samen­leving’ deed de discussie over de vermeende ­dalende kennis van het Nederlands bij scholieren weer oplaaien. Sommigen suggereerden dat de minister te weinig actie onderneemt om de kwaliteit van het ­Nederlands op te krikken.

‘Absoluut fake news’, zegt ­Crevits. ‘We zijn onmiddellijk met dat onderzoek aan de slag gegaan. Ik had als minister kunnen beslissen – wat sommigen van mijn voorgangers gedaan hebben – om gewoon niet meer mee te doen aan die internationale vergelijkende testen. Er moet veel meer aandacht zijn voor het Nederlands, absoluut akkoord, maar zeggen dat we stilstaan is fout.’

© blg

Ook bij leerkrachten is er soms verwarring, zegt Crevits. ‘Ik krijg veel mails van leerkrachten die zeggen dat ze geen punten mogen aftrekken bij een toets geschiedenis als er een schrijffout in staat. Dat is onjuist, je mag als school perfect de afspraak maken dat ­Nederlands ook in andere vakken een stuk van de evaluatie uitmaakt. Je moet wel duidelijke afspraken maken.’

4. Een consensus vinden over de dubbele contingentering

Crevits wil heel graag één ­inschrijvingsdatum voor alle scholen in het secundair onderwijs. De onderhandelingen tussen de Vlaamse coalitiepartners verliepen daarover moeizaam, dit schooljaar. Crevits wil daarmee ‘absoluut nog landen’ en maakt zich sterk dat het dossier de komende weken zijn beslag krijgt: ‘Iederéén zal water bij de wijn moeten doen.’

© pn

De partijen lijken het inhoudelijk eens te zijn over het nut van één inschrijvingsdatum, maar er moet ook een akkoord komen over de zogenaamde ‘dubbele contingentering’. Die dubbele contingentering moet de sociale mix binnen een school verzekeren door aparte wachtlijsten voor kansarme en kansrijke kinderen. N-VA is notoir tegenstander. ‘Ik ben niet met het systeem getrouwd, maar ik pleit wel voor een gezonde sociale mix’, aldus Crevits.

5. Extra middelen voor het M-decreet

Crevits vindt dat het M-decreet zich al ‘gezet heeft’, maar geeft toe dat er nog veel werk aan de winkel is. De Vlaamse regering besliste in juli om 16,7 miljoen euro uit te trekken voor verdere ondersteuning. ‘We hebben beslist om kinderen die problemen hebben met horen of zien of een andere zware beperking hebben meer te ondersteunen. We willen garanderen dat ze opnieuw voldoende uren ondersteuning per week krijgen.’ Als een kind verandert van school, verandert de begeleiding mee.

© blg

Op de gang die naar het bureau van Crevits leidt, hangen foto’s van alle Vlaamse ministers van Onderwijs. Crevits hangt als eerste en heeft als enige een kleurenfoto. ‘Ik vind het vreemd om mijn voorgangers te zien hangen. Ze hebben allemaal maar één ambtstermijn gedaan. Terwijl je echt wel meer tijd nodig hebt om al je projecten te realiseren.’

Solliciteert de minister hiermee naar een nieuwe legislatuur op onderwijs? ‘Ik ga een politiek antwoord geven: de kiezer beslist. Maar ik hou van dit departement. En ja, als ik de kans krijg, zou ik het graag opnieuw doen.’