Direct naar artikelinhoud
opinie

Is burgerschap de nieuwe religie?

Orhan AgirdagBeeld RV

Orhan Agirdag is onderwijssocioloog aan de KU Leuven.

Wat onze kinderen op school moeten kennen en kunnen is altijd al stof voor het onderwijsdebat geweest. Maar zelden heb ik zo veel eensgezindheid gezien als wanneer het gaat over het burgerschapsonderwijs. Linkse en rechtse partijen zijn het eens over het belang ervan, en dat weerspiegelt zich ook in de nieuwe eindtermen. Zowel het gemeenschapsonderwijs als het katholiek onderwijs heeft er gehoor aan gegeven door een nieuw vak rond burgerschap in te voeren.

We geloven allemaal heel sterk in het burgerschapsonderwijs. Maar het risico van een blind geloof is dat burgerschap een soort nieuwe religie wordt. Tekenend is dat een aantal politici er nu al voor pleit dat het nieuwe vak rond burgerschap in de plaats komt van de lessen godsdienst, ja, zelfs in katholieke scholen. Ironisch genoeg is dat een volkomen ongrondwettelijke eis, gezien de vrijheid van onderwijs.

Een blind geloof in burgerschap kan dus ten koste van de burgerrechten gaan. En de kans bestaat dus dat burgerschap niet zomaar een nieuwe religie wordt die vreedzaam wenst te bestaan naast de andere religies. Nee, in de geradicaliseerde versie wil deze seculiere religie ook komen in de plaats van bestaande religies.

Wie burgerschap reduceert tot een nieuwe religie en het op school wil invoeren ter vervanging van de ‘oude’ religies, getuigt zelf niet van veel kritisch burgerschap

Maar los daarvan: is het niet gewoon wenselijk dat we alle leerlingen burgerschapswaarden en kennis bijbrengen? Dat kan, maar wat verstaan we dan onder burgerschap? Als het gaat over leerlingen informeren over hun rechten en plichten en hen kritisch vormen, dan ben ik helemaal pro. 

Maar we weten ook dat het snel kan ontaarden tot een verplicht zingen van het nationale volkslied (zoals onlangs in Nederland op het nippertje is vermeden). Of iedere schooldag beginnen met trouw zweren aan de vlag, zoals dat in de VS gebeurt. Zie de gelijkenis met het kruisteken waarmee de lessen beginnen. Het verschil is dat het kruisteken niet verplicht was voor andersgelovigen.

Gedeeld burgerschap?

Nee, dit is geen doemscenario. Nu al gaan stemmen op om een specifieke burgerschapsideologie op te leggen aan jongeren. Denk maar aan het voorstel van Kristof Calvo om jongeren te verplichten een burgerschapsverklaring te ondertekenen.

Wat het burgerschapsonderwijs kan en zal inhouden, staat niet vast. Daarom is het een illusie te denken dat we via het onderwijs tot een gedeeld burgerschap kunnen komen. Zo blijkt uit een onderzoek in het Vlaamse secundair onderwijs, waarvoor we 775 leraren hebben bevraagd, dat de invulling van burgerschap sterk afhangt van de schoolkenmerken. Zit je in een witte school, dan gaat burgerschap inderdaad vaak over actief participeren aan de besluitvorming. Maar zit je in een gekleurde school, dan is de kans groot dat burgerschap gaat over een passief gehoorzamen van de wet en het respecteren van machthebbers. Sprak er iemand over een gedeeld burgerschap?

Kortom, laten we het bij het begin van dit nieuwe schooljaar aandurven de vanzelfsprekendheid waarmee men pleit voor het burgerschapsonderwijs ter discussie te stellen. Wie burgerschap reduceert tot een nieuwe religie en het op school wil invoeren ter vervanging van de ‘oude’ religies, getuigt zelf niet van veel kritisch burgerschap.