Direct naar artikelinhoud
Filmfestival van Venetië

De lange lijdensweg van Orson Welles’ laatste film

Still uit 'The Other Side of the Wind'.Beeld rv

Orson Welles is terug. De legendarische regisseur van Citizen Kane stierf in 1985, maar staat dit jaar toch op het Filmfestival van Venetië met zijn nieuwe film. The Other Side of the Wind werd begin jaren 70 gedraaid, maar nu pas afgewerkt. Het resultaat is tegelijk fascinerend en teleurstellend.

Toen Orson Welles in 1970 aan The Other Side of the Wind begon, had hij nooit kunnen vermoeden dat hij de laatste vijftien jaar van zijn leven aan de film zou spenderen. Het moest het project worden dat hem in ere zou herstellen, na een lange artistieke ballingschap in Europa. Dankzij zijn grote meesterwerk Citizen Kane, dat hij maakte toen hij nauwelijks 25 was, genoot Welles lang een onaantastbare status, maar na A Touch of Evil (1958) viel hij dan toch uit de gratie van Hollywood. Hij stak de oceaan over en bouwde daar zijn regisseer- en acteercarrière verder uit. Maar eind jaren 60 vond Welles het welles geweest. Het was tijd voor een comeback in Hollywood.

Welles bedacht een verhaal dat volgens hem niet autobiografisch was, maar dat uiteraard wel was: The Other Side of the Wind gaat over Jake Hannaford (gespeeld door John Huston), een regisseur die na een lange periode in Europa zijn comeback wil maken in Amerika. Maar wanneer het budget van zijn nieuwe film op is en de afwerking stilvalt, moet Hannaford een feestje geven om de genodigden te overtuigen om hem financieel te steunen.

Profetisch

Het verhaal had niet profetischer kunnen zijn, want ook Welles zelf kwam in de problemen – zoals te zien in de making of-documentaire They’ll Love Me When I’m Dead, die eveneens in Venetië vertoond werd. Welles liet de opnames maar liefst zes jaar aanslepen. Dat er nauwelijks een scenario was, had daar zeker mee te maken. Maar de regisseur had ook gewoon pech. Na enkele weken pakte een van zijn hoofdrolspelers plots de biezen, waardoor de opnames van vooraf aan moesten beginnen. Later vertrok een producent met een pak geld.

Orson Welles op de set van 'The Other Side of the Wind'.Beeld rv

Toen de opnames na veel onderbrekingen dan toch afgerond waren, was de ellende nog lang niet gedaan. Precies zoals in de film kon Welles de postproductie niet meer betalen. Waarop zijn protegé Peter Bogdanovich, die in de film ook Hannafords protegé Brooks Otterlake speelt – meer meta wordt het niet – hem in zijn grote villa liet intrekken om de montage af te werken.

Daarna werd het pas echt hallucinant, toen zelfs de Islamitische Revolutie in Iran roet in het eten gooide – een van de geldschieters was de schoonbroer van de afgezette sjah. Gevolg: Welles’ materiaal werd in beslag genomen en verdween achter slot en grendel. Toen de regisseur in 1985 stierf, lag The Other Side of the Wind nog steeds onafgewerkt in een Parijse kluis te verkommeren.

'The greatest movie never made' is lang niet zo 'great' als we gehoopt hadden

Niet zo “great”

Decennialang gold de film dan ook als “the greatest movie never made”. Maar nu kan die titel officieel in de prullenmand. Ten eerste omdat de film eindelijk af is: Netflix legde geld op tafel om de montage te voltooien, waardoor de film in Venetië in première kon gaan. Ten tweede omdat The Other Side of the Wind naar onze bescheiden mening lang niet zo “great” als we gehoopt hadden.

Orson Welles op de set van 'The Other Side of the Wind'.Beeld rv

Voor diehard-cinefielen is dit natuurlijk een fascinerend document dat veel verraadt over hoe Welles in zijn laatste jaren naar zichzelf keek – als een relikwie, een has-been die door de tijd werd ingehaald. Met nerveuze cuts en een documentaire filmstijl probeert Welles zich te vernieuwen, maar je voelt aan alles dat hij verloren liep in zijn eigen gedachten. Gesprekken springen van de hak op de tak, personages komen en gaan, en de tragische protagonist raakt je koude kleren niet. Hier en daar vallen laaiende recensies te lezen, maar laten we eerlijk zijn: zonder de naam Orson Welles op de generiek was deze film wellicht afgekraakt. Misschien was The Other Side of the Wind toch beter eeuwig onafgewerkt gebleven?

Welles’ pornoscène

Dan is de making of, die binnenkort ook op Netflix verschijnt, eigenlijk veel boeiender. Daar leert een mens nog iets uit. Dat Orson Welles ooit porno heeft gemonteerd, bijvoorbeeld. Dat zat zo: Welles had geen geld om zijn cameraman Gary Graver te betalen. Tijdens de zes lange jaren die de opnames besloegen, zag Graver zich dus verplicht om nu en dan bij te klussen op een pornoset. Maar dan moest Welles dus wel op hem wachten om verder te kunnen filmen. Toen Graver zijn nieuwste seksfilm 3 A.M. aan het monteren was, besloot Welles een handje te komen helpen, om Graver sneller terug op zijn eigen set te krijgen. Het resultaat: een stomende – en bijzonder artistiek verantwoorde – lesbische douchescène.

The Other Side of the Wind en They’ll Love Me When I’m Dead zijn binnenkort op Netflix te bekijken.