Direct naar artikelinhoud
SOS onderwijs

Stress, gebrek aan werkzekerheid en burn-outs: wie wil er nog voor de klas staan?

Vlaanderen heeft de komende jaren nood aan duizenden nieuwe leerkrachten.Beeld Hollandse Hoogte / Sabine Joosten

Vlaanderen heeft vanaf volgend jaar nood aan duizenden nieuwe leerkrachten. Maar hoe werkbaar is het beroep nog? En vertellen de berichten over een gebrek aan werkzekerheid, een vlakke loopbaan en veel stress het volledige verhaal? "Het voelt soms alsof er geen vertrouwen meer is."

Examens, puntenlijsten, jaarvorderingsplannen, vakgroep- en graadoverleg, pedagogische studiedagen, bijscholingen, oudercontacten, leerlingenbegeleiding, naschoolse opvang en studiebegeleiding. Het is een greep uit alle taken die leerkrachten, naast het lesgeven zelf, opnemen. “Om tot het werkelijke aantal gewerkte uren te komen, moet je tijdens de eerste jaren je aantal lesuren verdrie- of zelf verviervoudigen.” Lode Delputte, die zijn job als journalist bij deze krant combineert met het leraarschap, spreekt klare taal.

Een groot tijdsonderzoek zal, op vraag van de vakbonden en koepels, in de loop van deze maand duidelijk maken hoeveel leerkrachten gemiddeld werken. Uit eerdere studies kwam een divers beeld naar voren: de OESO kwam uit op 37 tot 41 uur per week, de SERV op 40,3 uren en het Leuvense onderzoeksinstituut HIVA op zo’n 48 uur. Geert Devos, hoogleraar onderwijsbeleid aan de UGent, wil voorbij de cijfers kijken.

'Het beroep mag niet worden onderschat, terwijl de samenleving de gewoonte heeft dat wel te doen'
Geert Devos, hoogleraar onderwijsbeleid (UGent)

“Een leerkracht moet continu acte de présence geven. Een dag bureauwerk is veel minder intensief dan een dag lesgeven. Ook het directe contact met leerlingen en de ouders speelt een rol. Positieve boodschappen kunnen een boost geven, maar negatieve reacties zorgen juist voor bijkomende werkdruk en stress. Het beroep mag daarom niet worden onderschat, terwijl de samenleving de gewoonte heeft dat wel te doen.”

Papierwinkel

Wie met ervaren leerkrachten spreekt, botst al snel op enkele constanten. Hun drijfveer? Jonge mensen zien groeien. Hun grootste ergernis? Het verwijt dat ze veel vakantie hebben. Het meest frustrerende aan hun beroep? De papierwinkel.

“Er is veel papierwerk waarbij ik mij afvraag of het wel nodig is”, zegt leerkracht biologie Diederik D’Hert. “Als leraar moet ik aantonen wat ik heb gedaan om te voorkomen dat een leerling niet slaagt. Maar als een leerling gewoon niet wil studeren, dan kan ik dat bijna niet aantonen. Het voelt soms alsof er geen vertrouwen meer is.”

'Er is veel papierwerk waarbij ik mij afvraag of het wel nodig is'
Diederik D'Hert, leerkracht biologie

De planlast is een van de vaakst gehoorde argumenten, naast de gebrekkige werkzekerheid voor starters en de vlakke loopbaan, in de discussie over de zwaarte van het lerarenberoep. Maar waar de samenleving over de kwaliteit van scholen doorgaans in het duister tast, zijn er op dit vlak wel de nodige data beschikbaar. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) concludeerde vorig jaar dat ruim een op de drie leerkrachten met een hoge werkdruk wordt geconfronteerd. Opvallend: ten opzichte van 2004 en 2013 is het aantal leerkrachten dat te maken krijgt met stressklachten fors toegenomen: van 32 naar 41 procent.

De gevolgen staan in het ziekterapport van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi). In 2016 bleef het Vlaams onderwijspersoneel 3.241.985 dagen ziek thuis, een stijging van bijna 17 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Ook hier zijn de effecten van de werkdruk zichtbaar. Meer dan een derde van alle ziekteverzuim wordt veroorzaakt door psychosociale aandoeningen. “Leerkrachten staan voortduren bloot aan emotionele prikkels”, liet vakbond COV verstaan.

Interim

Is alles kommer en kwel? Natuurlijk niet. In een onderzoek van de OESO gaf negen op de tien leerkrachten aan tevreden te zijn over hun job. Uit een bevraging van Idewe, de grootste dienst voor preventie en bescherming op het werk, bij 4.330 leerkrachten bleek afgelopen juni ook veel tevredenheid. Waar van alle werknemers iets meer dan de helft blij is met zijn job, ligt dit bij de leraren op twee derde. Vooral het menselijk contact is een grote positieve factor.

Toch komt ook in dit rapport de werkdruk negatief ter sprake. De vakbonden wijzen erop dat een beroep voldoening kan geven en tegelijkertijd zwaar kan zijn. Vooral de jonge leerkrachten komen in het vizier. Wie jonger dan dertig is, moet vaak interimopdrachten in verschillende scholen combineren.

Van alle werknemers is iets meer dan de helft blij met zijn job, bij de leraren ligt dit op twee derde

Op dit vlak heeft minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) wel al meerdere maatregelen genomen. In februari bereikte ze een cao-akkoord met de vakbonden. Zo gaan vanaf oktober de lerarenplatforms van start. In totaal zullen 2.500 leerkrachten in het basisonderwijs een jaar gegarandeerd werk krijgen. In het secundair onderwijs gaat het om een proefproject voor 350 leerkrachten.

Zulke maatregelen moeten jongeren overtuigen. Vanaf 2019 moeten er elk jaar tussen de 5.000 en 7.000 leerkrachten bijkomen. Verschillende evoluties gaan hand in hand: een kwart van de leerkrachten in het basisonderwijs stopt binnen de eerste vijf jaar. In het secundair onderwijs vertrekt bijna de helft. Tegelijk stijgt het aantal leerlingen, gaan meer leerkrachten met pensioen en daalt het aantal inschrijvingen in de lerarenopleidingen. Vandaag is het lerarentekort alleen op sommige plaatsen en voor sommige vakken, zoals Frans of wiskunde, voelbaar. Toch telt de VDAB nu al 924 vacatures.

Schrikbeeld

Een loopbaanpact, waar al sinds 2009 over wordt gesproken en dat de loopbaan aantrekkelijk moet maken, is er nog altijd niet. Crevits probeerde vorig jaar een doorbraak te forceren, maar botste al snel op een njet van de vakbonden. “Het is voor een minister lastig om een koerswijziging af te dwingen”, zegt Devos. “Juist daarom zie je kleine stapjes. Het heeft vooral met geld te maken. Daarnaast vrezen de vakbonden dat leraren door schoolbesturen in een bepaalde rol of naar een bepaalde locatie kunnen worden geduwd. Zij denken, en dat is begrijpelijk, in de eerste plaats aan hun leden. En dat zijn voornamelijk vastbenoemde leerkrachten.”

'Het is voor een minister lastig om een koerswijziging af te dwingen'
Geert Devos, hoogleraar onderwijsbeleid (UGent)

Crevits geeft aan dat haar twee jaar stilstand kunnen worden verweten. “Maar waarom is er in 2009 geen tijdsonderzoek gebeurd? Ik ben met een menu van maatregelen naar de sociale partners gegaan. Toen daar discussie ontstond, vond ik ook dat we dit moesten onderzoeken. Nu gaan we een wetenschappelijke onderbouw hebben om op basis daarvan maatregelen te nemen.” 

Nederland is daarbij al lang geen gidsland meer. Het is zelfs een schrikbeeld. Leerkrachten draaien mee in een transfercarrousel – een beetje zoals voetballers, maar dan met minder maatschappelijke waardering. Scholen beconcurreren elkaar en voorzien hogere lonen. Directeurs zetten door het tekort stagiairs alleen voor de klas, terwijl in Amsterdam zelfs ambtenaren van de gemeente scholen uit de brand gaan helpen.

Over enkele weken gaat Crevits erover in overleg op een Vlaams-Nederlandse topontmoeting. Het Gemeenschapsonderwijs hoopt ook daarom dat er na de volgende verkiezingen snel maatregelen worden getroffen. “Als we het loopbaanpact blijven uitstellen, dreigt het problematisch te worden”, zegt topvrouw Raymonda Verdyck. “Situaties zoals in Nederland moeten we absoluut vermijden.”