Archiefbeeld © Olivier Matthys

Vakbond: “Personeel van Vlaamse jeugdinstellingen doet wat het kan”

De werknemers van de Vlaamse jeugdinstellingen doen hun uiterste best, maar het is moeilijk werken in vaak verouderde infrastructuur en met jongeren die er niet altijd thuishoren. Dat zegt Jan Van Wesemael, algemeen secretaris van de socialistische vakbond ACOD, na het tussentijdse verslag van de maandcommissarissen. Dat was erg kritisch voor de omstandigheden in bepaalde voorzieningen.

“Ik was een beetje geshockeerd”, geeft Van Wesemael toe, maar hij benadrukt onmiddellijk dat “de mensen er met zoveel beroepseer werken”. Alleen zijn de omstandigheden niet de gemakkelijkste. Zo is de infrastructuur vaak verouderd, al beloofde Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) onlangs nog 20 miljoen euro om de infrastructuur zodanig aan te passen dat die minder aanleiding geeft tot agressief gedrag. “Als we de jongeren een betere omgeving geven, zal de sfeer ook beter worden”, beaamt Van Wesemael.

Het personeel krijgt regelmatig ook te maken met jongeren die volgens hem eigenlijk eerder in de psychiatrie thuishoren. “We hebben al op straat gestaan omdat werknemers verwond werden door dergelijke jongeren die eigenlijk niet in de jeugdinstellingen thuishoren”, zegt de vakbondsman. Het is niet altijd even gemakkelijk om met die jongeren om te gaan.

Van Wesemael ontkent dus niet dat er mogelijk zaken mislopen, maar benadrukt dat iedereen zijn uiterste best doet. Ook het Agentschap Jongerenwelzijn, dat het bestuur van de gemeenschapsinstellingen op zich neemt. Dat liet zelf eerder al weten dat het al veel inspanningen doet om gebouwen en leefgroepen aantrekkelijker te maken, en dat het “constructief wil meewerken aan iedere vorm van toezicht met als doel de werking voor de jongeren te verbeteren”.

© Photo News

Kinderrechtencommissaris: “Positieve en negatieve punten”

Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen benadrukt dan weer dat er nog geen rapport is afgeleverd over de Vlaamse jeugdinstellingen. Het document dat maandag naar buiten lekte is een bundeling van de verslagen van de vrijwillige maandcommissarissen, waarin positieve en negatieve zaken aan bod komen. “Daaruit moeten we nu een rode draad halen.”

Sinds januari brengen vrijwillige commissarissen elke maand een bezoek aan de Vlaamse jeugdinstellingen. Maandag lekte een eerste bundeling van hun verslagen en daaruit blijkt dat een en ander fout loopt in de instellingen. In een gemeenschapsinstelling moest een jongere die de Zelfmoordlijn wilde contacteren, twee weken wachten op toestemming. Een ander meisje had vier weken lang tandpijn voor ze naar een tandarts kon, omdat de aanvraag eerst via een verpleegster moet en er een begeleider mee moet op consultatie.

De maandcommissarissen werken in opdracht van de kinderrechtencommissaris en die benadrukt dat het niet de bedoeling kan zijn met dit tussentijds rapport een eenzijdig negatief beeld op te hangen. “Het gaat om notities, waar positieve en negatieve zaken in staan”, zegt hij. “Er zijn een aantal individuele problemen, die we met de voorzieningen bespreken, en ook een aantal structurele problemen, zoals de infrastructuur in Everberg. Daarnaast zijn er ook goede punten, zoals de focus op participatie.”

Vanobbergen wijst erop dat het eerste rapport pas in februari volgend jaar wordt opgeleverd. “De bedoeling is dat we nu met de commissarissen bekijken wat de rode draden zijn. Verschillenden onder hen hebben mij al opgebeld omdat ze zich ongerust maken. Het is immers heel belangrijk dat zij een goed vertrouwen kunnen opbouwen met de voorziening die ze controleren.”

Het tussentijdse verslag wordt op woensdag 12 september besproken in de Commissie Welzijn van het Vlaams parlement.

Vernietigend verslag over Vlaamse jeugdinstellingen: “Nachtemmer als wc, douchekop vervangen door plastic fles”

© google street view

De ‘maandcommissarissen’ die in opdracht van het Kinderrechtencommissariaat elke maand een bezoek brengen aan een van de jeugdinstellingen in Vlaanderen om na te gaan of rechten er gerespecteerd worden, zijn in een eerste tussentijds verslag erg kritisch over de omstandigheden in een aantal voorzieningen. Zo verbleef een jongere veertien dagen in een isoleercel en moeten minderjarigen in één instelling bij hun opname een document ondertekenen dat ze geen beroep zullen aantekenen tegen hun plaatsing, anders verliezen ze een aantal privileges. Vlaams Parlementslid Lorin Parys reageert verbijsterd. “Ik weet niet hoeveel verder mijn mond nog kan openvallen.”

Twaalf vrijwilligers brengen elke maand een bezoek aan een aan hen toegewezen jeugdinstelling, in opdracht van Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen. De ‘maandcommissarissen’ nemen er maandelijks onaangekondigd een kijkje nemen naar de leefomstandigheden en praten er met de jongeren.

De tussentijdse verslagen van januari tot juni zijn intussen overgemaakt aan de leden van de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement. En die verslagen zijn erg kritisch voor de omstandigheden in bepaalde instellingen. Zo meldt de maandcommissaris van gemeenschapsinstelling De Zande in Wingene dat minderjarigen er een document moeten ondertekenen waarin ze verklaren geen beroep te zullen aantekenen tegen hun plaatsing, anders kunnen ze niet van een aantal privileges genieten. In gemeenschapsinstelling De Zande in Beernem moest een jongere die de Zelfmoordlijn wilde contacteren dan weer twee weken wachten op toestemming.

Te veel boter op boterham

Verder blijken de regels voor heel wat jongeren te streng. In bepaalde voorzieningen moeten de bewoners al rond 21 uur gaan slapen, omdat de wissel tussen dag- en nachtploeg dan gebeurt. In gemeenschapsinstelling De Kempen - De Markt verbleef een jongere volgens het verslag veertien dagen in een isoleercel zonder boeken of muziek, elders kreeg een jongere een strafpunt omdat hij te veel boter op zijn boterham had gesmeerd.

© Photo News

Tot slot kampen heel wat voorzieningen met verouderde en soms smerige infrastructuur. In De Zande in Beernem zijn er geen toiletten op de kamers en moeten de meisjes ’s nachts een nachtemmer gebruiken, De Grubbe in Everberg kampt met schimmel en vocht. Een jongere klaagde er ook dat een kapotte douchekop werd vervangen door een plastic fles.

“Wist de administratie dit?”

Vlaams Parlementslid Lorin Parys (N-VA) reageert verbolgen. “Ik viel eerlijk gezegd van mijn stoel toen ik dat las”, zegt hij. Hij verwijst onder meer naar het document dat minderjarigen in Wingene moeten ondertekenen. “In welk land kan zoiets in godsnaam? Wist de administratie dit?”, vraagt hij zich af. “De grondrechten van de jongeren worden hier aangetast.”

Parys noemt de situatie in de jongereninstellingen “absoluut ontoelaatbaar” en vraagt dat er dringend een crisismanager wordt aangesteld om de situatie recht te trekken. “Ik weet niet hoeveel verder mijn mond nog kan openvallen.”

Het tussentijdse verslag van de maandcommissarissen wordt op woensdag 12 september besproken in de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement.

Vandeurzen onderneemt actie na rampzalig rapport over jeugdinstellingen: “We gaan hiermee aan de slag”

© Kris Van Exel

Uit een tussentijds rapport is gebleken hoe rampzalig de situatie in heel wat Vlaamse jeugdinstellingen is. Bevoegd minister Jo Vandeurzen stelde dat ook vast, en zegt dinsdagochtend aan de slag te zullen gaan met het rapport. “We weten dat veel dingen beter moeten”, klonk het in De Ochtend op Radio 1.

Het tussentijds rapport van de Vlaamse jeugdinstellingen, dat maandag aan de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement werd overgemaakt, is vernietigend. De jongeren leven er in veel gevallen in omstandigheden die te wensen overlaten. Zo bleef er onder meer een jongere twee weken in de isoleercel zonder boeken of muziek en zijn de sanitaire voorzieningen beneden alle peil.

LEES OOK. Vernietigend verslag over Vlaamse jeugdinstellingen: 14 dagen in isoleercel, smerige infrastructuur en straf voor te veel boter op boterham

Maandag kwam er al veel kritiek op van parlementsleden, stelde ook minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) vast. “We kunnen als parlement uiteraard niet zeggen dat we dit niet gezien hebben”, zei hij in De Ochtend op Radio 1. “Het is belangrijk dat die zaken vastgesteld zijn. Nu is het aan ons om daar antwoorden op te bieden. We weten dat de dingen beter moeten en dat we moeten investeren. We gaan hier zeker mee aan de slag.”

Vandeurzen benadrukt wel dat het om een tussentijds rapport gaat, en dat overhaaste maatregelen niet zullen genomen worden. “We moeten nu aanbevelingen maken voor de overheid. Niet in een sfeer van vijandigheid, wel in een constructieve sfeer en in dialoog met de voorzieningen.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer