Direct naar artikelinhoud
Will Tura

Zonder deze Jean Kluger geen Will Tura (en geen Daft Punk)

Tura-film 'Hoop doet leven' gaat zaterdag in première
Beeld Wouter Van Vooren

Hij is al 58 jaar de vaste muziekproducer van Will Tura. En nu staat zijn naam ook vooraan in de openingcredits van Hoop doet leven, de biopic over de keizer van het Vlaamse lied. Zonder Jean Kluger geen Tura. Maar ook geen Marva, Gibson Brothers of Daft Punk.

Bij de douane zorgt het soms voor vragen. Jean Kluger en zijn cyaanblauwe aktetas zijn al vier decennia onafscheidelijk. Toch, voor de drager zit er niets belangrijks in. Hoogstens wat contracten van grote artiesten. Niets bijzonders in het leven van ’s lands grootste componist, producer en uitgever.

Behalve zijn indrukwekkende palmares is er weinig over de man geweten. Interviews geeft hij zelden. “Journalisten stellen altijd dezelfde vragen, en die vind ik oninteressant”, zegt hij. Maar op zijn 81ste maakt hij een uitzondering, want voor de eerste keer is hij vandaag producer van een langspeelfilm. Een biopic van Dominique Deruddere over zijn voornaamste Vlaamse zanger: Will Tura.

Jean Kluger, de producer van Will Tura.Beeld Wouter Van Vooren

Kili Watch

Kluger erft Tura van zijn vader, Jacques Kluger, ontdekker van Bobbejaan Schoepen, Louis Neefs en Jacques Brel. Zoon Jean groeit op in de studio, en producet op zijn 22ste zijn eerste single: ‘Kili Watch’ van The Cousins, meteen goed voor goud. De interesse van de jonge Kluger ligt meer bij de rock-’n-roll. Maar voor Tura maakt hij een uitzondering.

“Ik had geen keuze”, vertelt hij nu. “Mijn vader had een stal artiesten, maar werd ziek en stierf al in 1963. Een voor een liepen zijn protegés weg, alleen Will bleef over. Intussen was ik naar Parijs verhuisd, maar ik heb besloten om toch met hem door te gaan. Will was trouw gebleven, ik was het aan hem verplicht.”

'Toen mijn vader stierf, liepen zijn protegés weg. Maar Will bleef trouw, ik was het aan hem verplicht'
Jean Kluger

Parijs is geen toeval: daar gebeurt het. Al is er ook een vrouw in het spel: Huguette Ferly. Kluger leert haar kennen in Brussel, precies zestig jaar geleden, tijdens de Expo op de Heizel. “Eigenlijk had mijn vader een zakelijke afspraak met haar, maar hij ging te laat zijn, dus vroeg hij me om dat meisje op te wachten. Toch was mijn familie eerst niet zo gelukkig met onze relatie: ze was niet van Joodse afkomst. En dat we in Parijs zouden gaan wonen, viel ook niet in goede aarde. Voor Belgen stond Parijs toen gelijk aan Pigalle, een flamboyante wijk.”

Maar het koppel zal altijd in Parijs blijven. Zij ontdekt Michel Polnareff. Hij bouwt zijn eigen imperium uit, met Johan Verminnen, Marva en John Terra. Maar hij is componist voor internationale formaties als The Gibson Brothers, Ottawan of Compagnie Créole. “Ik ben ooit één keer langsgeweest bij een psycholoog. Die zei me: je praat over je artiesten alsof het je kinderen zijn. Volgens mij schuilt daar een zekere waarheid in.”

Moa ven toh

Terug naar Tura. Vader Kluger tekent hem al in 1957, maar ondanks de hoge verwachtingen blijft het grote succes uit. Tot de zoon zich mag moeien. Begin jaren 1960 presenteert hij het soldatenuurtje op de radio. En zo ontstaat het idee voor de grootste Vlaamse hit aller tijden: ‘Eenzaam zonder jou’.

“We hadden op dat succes kunnen verdersurfen, en enkel gelijkaardige nummers blijven maken. Maar ik wou nieuwe dingen proberen, me niet vervelen. En zo heeft Will alle nieuwe genres geprobeerd: rock-’n-roll, country, Tamla Motown, reggae.” En laat ons ook zijn hiphop-passage niet vergeten: ‘Moa ven toh!’ 

Moa ven toh
Beeld kos

Maar ook inhoudelijk is Tura erg divers. Waar andere Vlaamse zangers zingen over liefde en liefdesbreuken, gaat het bij hem over veel meer. Volgens Belpop-encyclopedie Jan Delvaux bestaat er een Tura-nummer voor elke gelegenheid. 

“Na zoveel jaar is dat geen toeval, maar we hebben het er nooit om gedaan. Ideeën ontstonden gaandeweg. Dan reden we samen terug van een concert, voorbij een reeks vrachtwagens, en daar kwam ‘De mannen van de nacht’ uit voort. En toen we iets met gospel wilden doen, wisten we dat het voor de kerstperiode was.”

Moa ven toh
Beeld Wouter Van Vooren

If you should go

Maar Tura puurt ook uit zijn eigen leven. In een poging zijn vrouwelijke fans te behouden na zijn onaangekondigde huwelijk in 1973, brengt hij ‘Verboden dromen’ uit. Na zijn auto-ongeluk in 1988 maakt hij ‘Mooi, het leven is mooi’, dat opent met de woorden: "Een ongeval is zo gebeurd, een botsing een knal, al mijn dromen verscheurd." Een exploitatie die zijn broer en vaste technicus Staf schandelijk vindt. Maar het werkt.

Ook de titel van de Tura-film – Hoop doet leven – komt van zo’n persoonlijk Tura-nummer. Het was een uitspraak van zijn jongere broer Jean-Marie, die na een slepende ziekte sterft. En wanneer ook Staf in 1998 overlijdt, schrijft Jo Declercq de tekst ‘Alleen gaan’ op ‘My Way’ van Sinatra. “Staf was Wills steun en toeverlaat, overal was hij erbij. Wanneer hij dat nummer zingt, voel je nog altijd de emotie die erin steekt.”

If you should go
Beeld kos

En die wordt in zijn beginperiode vooral verwoord door tekstschrijfster Nelly Byl. Zij schrijft ook voor Klugers andere projecten. ‘Que sera mi vida (If You Should Go)’, bijvoorbeeld, dé discohit van The Gibson Brothers uit 1979. Byl was net haar dochter verloren. "How I'm gonna live without your love if ever you should go", klinkt het hartverscheurend, waarmee ze in woorden afscheid neemt.

Toch wordt het een opvallend vrolijk liedje. “En een groot succes”, zegt Kluger. “Maar inderdaad, het thema is heel treurig. (denkt na) Kijk, het publiek hoeft die verhalen niet te kennen. Iedereen heeft zijn eigen gevoelens bij muziek. Wij kennen de ontstaansgeschiedenis, de mensen kennen de hit.” Daarna is Byl steeds minder gaan schrijven. Ook niet voor Will.

'Que sera mi vida' van The Gibson Brothers.Beeld rv

Slaapkamer in Montmartre

Kluger is ook de schakel tussen Tura en Daft Punk. Dat zit zo: Thomas Bangalter – de helft van het technoduo – is de zoon van Daniel Vangarde, Klugers zakenpartner. En dat maakt dat Tura op 4 oktober 1997 aanwezig is voor het concert van Daft Punk in de AB. “'Wat doe jij hier?', vroegen de mensen aan Will”, lacht Kluger. “Maar het omgekeerde is ook waar. Het eerste grote optreden dat Thomas ooit zag, was Tura in Vorst.”

Het kantoor van Kluger heeft de zaken van Daft Punk tot vorig jaar verzorgd. “Soms denk ik: mochten Daniel en ik nooit hebben samengewerkt, was er misschien geen Daft Punk. Wij schreven nummers in onze studio in Montmartre, toen Thomas een deel van ons materiaal mee naar zijn slaapkamer nam. Wanneer Guy-Manuel en hij ons hun eerste tracks lieten horen, dachten we dat het niet af was. Maar voor hen was het dat, en vandaag is dat de norm.”

'Soms denk ik: mochten Daniel en ik nooit hebben samengewerkt, was er misschien geen Daft Punk'
Jean Kluger

“Hun enige doel was een vinyl uitbrengen bij het Schotse label Soma, en dat lukte. Even later stuurden ze een tape naar een gespecialiseerd label in New York. De dag erop kwamen ze terug van school en vroegen ze ons: hebben ze al gebeld? ‘Nee, zo snel gaat dat niet’, susten wij. Maar twee uur later hing er iemand aan de lijn. Ze vonden het fantastisch.”

Niet vanzelfsprekend, weet Kluger. “Alle grote, Amerikaanse platenbazen zijn langsgekomen in zijn slaapkamer, zittend op de grond, om hun eerste plaat te beluisteren. Mensen met wie wij nooit een ontmoeting geregeld kregen. Allemaal stonden ze aan te schuiven voor Daft Punk.”

Terwijl Jean Kluger en zijn zakenpartner Daniel Vangarde in de studio muziek schreven, maakte Daft Punk 'Homework' in de slaapkamer erboven.Beeld rv

Echt begrijpen doet Kluger het nog altijd niet. “In 2007 ben ik met mijn nichtje naar hun optreden in Bercy gaan kijken, met dat piramidevormige podium. Voor haar was dat de 'emotie van haar leven', maar ik snapte er niks van. Voor mij staat emotie gelijk aan kippenvel. Daarom heb ik destijds Johan Verminnen getekend, dát voelde ik toen hij begon te zingen. Volgens mij is dat gevoel verloren gegaan, ergens in de overgang van vinyl naar cd. Vandaag gaat het om de ervaring. Datzelfde concert van Daft Punk met de helft van de decibels? Dat is niet hetzelfde.”

'Als je disco maakt, ben je commercieel, enkel goed voor Club Med. Maar rock, of hiphop, of techno, dat is grote klasse'
Jean Kluger

Is hij dan trots? Of toch een tikje jaloers? “Thomas is als een zoon, natuurlijk ben ik fier. Maar die aandacht, die ken ik niet. Daniel en ik hebben duizenden nummers geschreven. Nooit stonden we in de krant, nooit zijn we geïnterviewd. Als je disco maakt, ben je commercieel, enkel goed voor Club Med. Maar rock, of hiphop, of techno, dat is grote klasse. Het stoort me niet, hoor.”

Turalura

Dat gebrek aan erkenning, is misschien het grootste drama van Tura. “Vooral zijn teksten zijn vaak bekritiseerd. Ik heb die critici vaak geantwoord: doe het dan zelf. Ik geef je de muziek, schrijf er een goede tekst op. Moeilijk, hoor.” In de film – waarin Tura zijn levensverhaal bij monde van Jan Decleir vertelt – komt dat zelfs even aan bod. In 1990 krijgt Guy Mortier het idee om rockers Tura te doen zingen. Turalura is een succes.

“Een nieuwe generatie heeft toen Tura ontdekt. Zelfs Wills eigen zoon wist niet dat ‘Arme Joe’ een nummer van zijn vader was, hij leerde het kennen via Noordkaap. (lacht) Het was mijn droom om bij de film zo’n nieuwe Turalura-plaat te maken, maar dat kost tijd. En het is niet meer gelukt.” Deze week verschijnt er wel een cover: de titelsong, door Slongs.

'Vooral Tura's teksten zijn vaak bekritiseerd. Ik heb die critici vaak geantwoord: doe het dan zelf'
Jean Kluger
Turalura
Beeld Wouter Van Vooren

Ook voor Kluger is de film iets persoonlijk. “Will en ik hebben samen 1.000 liedjes opgenomen. Ik heb het eens uitgerekend, in totaal is dat drie jaar van mijn leven, 24 uur per dag. Mijn carrière is niet alleen Will Tura. Maar het blijft een héél belangrijk deel.”

Hoop doet leven, 8/9 in première tijdens Filmfestival Oostende. Vanaf 12/9 in de zalen.