“Eén ranzige post kan een accidentje zijn, twee een slordigheid, en drie een jeugdzonde. 67.000 posts, dat wordt verpletterend bewijs”

Elke zaterdag fileert hoofdredacteur Liesbeth Van Impe een opvallende uitspraak uit het nieuws van de afgelopen week. Deze week komt die van Schild & Vrienden-oprichter Dries Van Langenhove. “U mag voorbeelden blijven aanhalen. Sorry, dat werkt gewoon niet.”

lvi

Het moet ongeveer het moment ­geweest zijn waarop Dries Van Langen­hove, ­voorman van Schild & Vrienden, ­doorhad dat zijn zorgvuldig ­opgebouwde façade op instorten stond. ­Pano-reportagemaker Tim Verheyden legde hem de ene aanstootgevende Facebookpost na de ­andere voor, zodat het ook Van Langenhove moest ­beginnen te dagen dat er niet zomaar een en ­ander op goed ­geluk bijeen­gesprokkeld was, maar dat de VRT al maanden zat mee te lezen op de besloten fora waar hij en zijn vrienden ­ongestoord hun gang dachten te kunnen gaan.

Het excuus dat iemand anders er middels wat knip- en plakwerk achter zat, was al gebruikt en te licht bevonden. Dat mag ook niet verbazen: het is niet meer dan een wat modernere variant op de oude en altijd knullige verdediging dat de hond je huiswerk opgegeten heeft. De ­uiteindelijke verdediging van Van Langenhove gaat een totaal ­andere richting uit en is veel ­interessanter. En ze begint met “U mag ­voorbeelden blijven aanhalen. Sorry, dat werkt ­gewoon niet.”

De tactiek van het fileermes werkt niet meer tegen het ‘Nieuwe Liegen’

Hier botsen geen twee argumenten. Hier botsen twee manieren om naar de werkelijkheid te ­kijken. Voor de journalist is het aantal voor­beelden wel degelijk belangrijk. Eén ranzige post kan een ­accidentje zijn, twee een slordigheid, en drie een jeugdzonde. 67.000 posts, dat wordt ­verpletterend bewijs. De journalist volgt hier de wetten van het rationele discours: fileer wat je voor je ziet, ver­zamel informatie en formuleer op basis daarvan een plausibele conclusie. Je vindt die redenering trouwens terug in de ­manier waarop de journa­listiek omgaat met de Trumps van deze ­wereld: fact checks, leugens oplijsten, tweets ­uitspitten. Het is de tactiek van het ­fileermes.

Die tactiek heeft trouwens lang goed gewerkt. Het fileermes was vaak uiterst efficiënt tegen wat je het “Oude Liegen” zou kunnen noemen. Politici hebben altijd onvolledige of gekleurde waarheden verteld en even vaak rechtuit gelogen. Maar het Oude Liegen had één zwakke plek: het had de ­neiging te blozen als het betrapt werd. Hoe meer bewijs, hoe dieproder de blos op de wangen.

Daar heeft het “Nieuwe Liegen” geen last van. Het heeft twee fundamentele wetten begrepen: de aantrekkingskracht van de forse uitspraak, en de verveling die toeslaat tijdens het lange proces van uitvlooien of die forse uitspraak waar is of niet. Meer nog, word je betrapt op een leugen, dan kan je het best meteen een volgende forse ­uitspraak doen. Daar worden die klojo’s met hun fileermes gek van, ­terwijl het ­eigen publiek zich geen moment verveelt.

Als we niemand meer moeten geloven, kunnen we geloven wat we willen

Tegenover het fileermes stelt het Nieuwe Liegen de voorhamer. En die wordt niet gebruikt om al die kleine elementjes uit een betoog plat te slaan, maar om in één keer de boodschapper neer te meppen. Nog voor de Pano-reportage op antenne was, had Van Langenhove zijn Facebookfilmpje klaar, op basis van een eenvoudig recept. Zeg “VRT, rood, gesubsidieerd” in één zin en reken ­erop dat genoeg mensen de hele reportage in één keer afschrijven. Ongeacht de hoeveelheid bewijs, louter op basis van hun gevoel tegenover de ­boodschapper.

De voorhamer kan maar werken als de boodschapper al wat wankel op de benen staat. Als die elke dag al een paar tikjes krijgt die zijn ­geloofwaardigheid ondermijnen. Als de ­voorhamer steeds vaker lijkt te winnen, dan komt dat door de corrosie van het vertrouwen in elke vorm van expertise.

Tijdens de aanloop naar de Brexit klonk het dat “de mensen experts beu zijn”. Niet die ene expert die weleens fouten maakt, ­alle ­experts. Trump zegt dat alle media leugenaars zijn, behalve die media die hem gunstig gezind zijn. Leraren, ­politici, professoren, rechters … ze kunnen ­vandaag allemaal in een hoekje gedrumd worden. En als we niemand meer moeten geloven, dan ­kunnen we vrij kiezen wat we willen geloven. Niet omdat het waar is, maar omdat het beter voelt.

In tijden van polarisering hou je de marge maar ­beter goed in de gaten

Dries Van Langenhove heeft niet enkel een ­opmerkelijk talent voor een pokerface, hij leek ook echt te geloven dat het vertrouwen intussen ­voldoende aangetast is om zijn strategie te doen slagen. Het is het altijd opgeblazen zelfvertrouwen van de radicaal. Wie op sociale media naar de commentaren kijkt, zou hem gelijk kunnen geven. In die zin was het hoopgevend dat geen enkele partij Van Langenhove volgde en de ­geloofwaardigheid van de reportage in vraag ­stelde.

Zelfs op de debatfiche die N-VA gisteren in eigen rangen verspreidde, stond uitdrukkelijk dat Pano “zeer goed werk” geleverd had, een ­primeur voor een N-VA-debatfiche. Blijkbaar zijn we nog niet zo ver dat je er veilig kan van uitgaan dat een meerderheid van de bevolking niet meer ­gelooft wat ze nochtans met eigen ogen kan zien.

Niets aan de hand dus, behalve het wilde geraas van een marginaal groepje? Nee. Schild & Vrienden is een marginaal fenomeen, maar in een tijd van toenemende polarisatie hou je de marge maar beter goed in de gaten. Met polarisatie op zich is niets fout, zolang je de buitengrenzen maar ­bewaakt. Anders wijst de marge de marsrichting aan. En ja, dat geldt voor het hele politieke ­spectrum. Het volstaat dus niet te zeggen dat er geen plaats is voor marginale ranzigheid in de ­eigen partij. Het gaat ook over de dagelijkse strijd tegen de voorhamer. Genoeg voorbeelden zouden altijd moeten volstaan, ook als de conclusie je niet bevalt. Zéker als de conclusie je niet bevalt.