Direct naar artikelinhoud
COLLAB

Zaventem wordt magneet voor creatievelingen

De Zaventem Ateliers moeten een veelzijdige creatieve studio worden voor architectuur, interieurontwerp, scenografie en design. Ze openden deze week hun deuren.Beeld Senne Van der Ven

In hartje Zaventem ontvouwt zich een creatieve hub om u tegen te zeggen. De Belgische interieurarchitect Lionel Jadot kocht een oude papierfabriek en vestigde er dertig ateliers in. Toch eens binnenkijken.

"Wat vind je ervan?", vraagt Lionel Jadot wanneer we het gebouw van zijn Zaventem Ateliers binnenstappen. Mijn antwoord laat niet lang op zich wachten. Ik kan alleen maar onder de indruk zijn van de majestueuze ruimte. Het industriële pand diende tot de jaren dertig van de vorige eeuw als papierfabriek. Al in de veertiende eeuw zou hier een molen hebben gestaan waar papier gemaakt werd, vertelt Lionel met pretlichtjes in de ogen.

Als er één ding duidelijk is, dan wel dat de man verliefd is op dit project. En hij heeft er alle reden toe. Niet alleen de grootte imponeert, de industriële look is gefundenes Fressen voor al wie van dit soort architectuur houdt. Bijna drie jaar geleden ontdekte hij het gebouw toevallig toen hij op de Brusselse ring in de file stond. Bleek dat het gebruikt werd als opslagruimte. “Het was niet te koop, maar omdat het maar door mijn hoofd bleef spoken, ben ik met de eigenaar een kop koffie gaan drinken. Uiteindelijk is hij van mening veranderd en ben ik vertrokken op dit grootse avontuur.”

Lionel Jadot botste totaal toevallig op het industriële pand, toen hij stond aan te schuiven op de Brusselse ring.Beeld Senne Van der Ven

Terwijl we door het gebouw wandelen, legt hij uit dat het allesbehalve de bedoeling was om het pand een volledig nieuwe look aan te meten. “Ik wou alles bruut laten, uit respect voor het gebouw. Als er al een nieuwe structuur nodig was, dan koos ik voor beton, omdat dat het beste past bij het ruwe karakter van de architectuur.”

Zoals bij elke ontwerper schuilt het mooie ook hier in de details. Zo zijn de deuren van onbewerkt hout en werd het omliggende vakwerk in dezelfde tint groen geschilderd als de machines die destijds in de papierfabriek stonden. De binnenmuren werden niet in een rechte lijn opgetrokken, maar kregen een lichte buiging mee, een knipoog naar de stijl van de jaren dertig, de periode waarin de gevel vernieuwd werd.

We nemen de trap naar de eerste verdieping en komen uit op een gigantisch terras in aanbouw. Het blijkt een van zijn paradepaardjes te zijn. “Het is de bedoeling dat er hier bij mooi weer meetings georganiseerd worden. Of dat we hier samen eten.” Dat gemeenschappelijke aspect is voor hem primordiaal. Anonieme kantoren of showrooms zijn er niet welkom – enkel ‘echte’ ontwerpers en vaklui worden toegelaten. “Mensen die hun hart en ziel in hun werk leggen en zich laten inspireren door de omgeving én door elkaar, dat is de bedoeling.” De creatieve hub moet een laboratorium worden voor originele ideeën, een plek waar het geheel meer is dan de som van de delen. “Ik stel me voor dat de aanwezige artiesten elkaar gaan helpen. Als de ene een stuk gereedschap nodig heeft dat hij niet meteen bij de hand heeft, dan kan hij altijd terecht bij een van de collega’s.” Hij wil een dorpssfeer creëren, vertelt hij. “We leven hier als het ware met elkaar samen, het wordt bijna een familiaal gebeuren. Iedereen kan van iedereen leren.”

Anonieme kantoren of showrooms zijn er niet welkom – enkel ‘echte’ ontwerpers en vaklui worden toegelaten
Jadot heeft de ruimte bewust ‘bruut’ gelaten, uit respect voor het industriële verleden van het gebouw.Beeld Senne Van der Ven

We lopen terug naar het gelijkvloers. Het centrale gedeelte van de benedenverdieping, goed voor achthonderd vierkante meter, is bewust onaangeroerd gelaten. Hier komen geen ateliers, maar een ruimte waar iedereen die hier werkt zijn of haar creaties kan tentoonstellen. En hij ziet het groots: hij wil werken met gastcuratoren – de eerste naam ligt al vast: Dimitri Jeurissen van Base Design. Staat ook op zijn verlanglijstje: de Japanse architect Fujimori. Nee, hij heeft hem uit tijdgebrek nog niet gecontacteerd, maar het komt er zeker nog van, verzekert hij me.

Link met Brussel

De contacten met de ontwerpers verliepen bijzonder organisch. “Het was echt mond-tot-mondreclame, ik heb amper mensen gecontacteerd”, vertelt hij. Ontwerper Ben Storms – u kent hem misschien van In Hale, zijn koffietafel opgebouwd rond een massief blok marmer  – is een van de eersten die hier zijn atelier heeft ingericht.

“Drie weken nadat ik mijn atelier in Deurne getekend had, leerde ik via Lionel dit project kennen”, vertelt hij. Omdat hij zo onder de indruk was van het gebouw, besloot hij zijn eigen atelier onder te verhuren en zich in Zaventem te vestigen. “Het is de bedoeling dat ik hier alles ga maken – ik creëer steeds grotere stukken, soms kunnen die tot negenhonderd kilo wegen. En daarvoor is dit atelier echt perfect.” Ook de link met Brussel vindt hij belangrijk. “Je bent dicht bij de hoofdstad, wat ik zeker een troef vind, én vlak bij de luchthaven, wat ook mooi meegenomen is. Het publiek dat bijvoorbeeld naar Tefaf gaat (belangrijke beurs voor kunst, antiek en design, red.), zal misschien ook zijn weg naar hier vinden. En ten slotte komen hier mensen met heel andere technieken werken. Dat kan zeker inspirerend werken.”

'Het gebouw is indrukwekkend en ruim, de collega's zijn inspirerend, je bent dicht bij de hoofdstad, wat ik zeker een troef vind, én vlak bij de luchthaven, wat ook mooi meegenomen is'
Ben StormsOntwerper

Ook designhandelaar Boris Devis van Goldwood twijfelde niet lang om zich hier te vestigen. De man werd bekend als kenner van vintage meubilair, maar de laatste jaren is hij steeds meer geboeid geraakt door hedendaags design. “Als handelaar had ik eigenlijk geen nieuwe ruimte nodig, maar ik dacht: wat als ik jonge ontwerpers een plek aanbied om hun ding te doen? Ik wil hen de mogelijkheid geven om hier voor een tijdje hun eigen universum te creëren, waarna er anderen hun plaats zullen innemen. Ik zie me als een soort katalysator. De reacties zijn ongelooflijk positief. Geen enkele ontwerper die ik vroeg om hier te komen werken, heeft nee gezegd.”

Rockgroep

Terwijl ik met Boris aan het praten ben, komen ook Grégoire en Alexandra Jonckers van het Maison Armand Jonckers een kijkje nemen. Het was hun vader Armand die naam maakte met sculpturaal meubilair – het Brusselse Manos Premier Hotel en het Baccarat Hotel in New York zijn maar een paar van zijn illustere klanten. De man is op zijn tachtigste nog steeds actief, ook zoon en dochter werken al jaren in het familiebedrijf.

“We waren de allereersten die besloten om hier ons nieuwe atelier te vestigen”, vertelt Alexandra. “Toen we het gebouw voor het eerst zagen, had Lionel het net gekocht en was er nog niets van de ateliers zichtbaar. Maar we hebben meteen ja gezegd.”

Grégoire beklemtoont dat de synergie van het project hem enorm aanspreekt. “Je voelt dat je hier ideeën kunt uitwisselen en ik hou van de ambiance van deze plek. Dat is belangrijk, want elk stuk zal door ons drieën hier vervaardigd worden. Om dat te kunnen doen, heb je echt de juiste vibe nodig.” Dat wordt volledig onderschreven door de naar Brussel uitgeweken Parisienne Pascale Risbourg, die behangpapier en keramiek ontwerpt.

Rockgroep
Beeld Senne Van der Ven

“Zodra ik het gebouw binnenstapte, voelde ik de creatieve energie. Wat me ook erg aanspreekt: iedereen werkt in zijn eigen atelier, maar je ziet de anderen wel werken. Vergelijk het met een rockgroep: iedereen heeft een ander instrument, maar uiteindelijk speel je toch samen. Ik heb nog geen gezamenlijke projecten op stapel staan, maar het is niet uitgesloten dat ik met iemand anders hier ga samenwerken. Het ziet er in ieder geval veelbelovend uit.”

Lekker veel lawaai

Het is best opmerkelijk dat zo’n creatieve hub aan de rand van Brussel ligt en niet in het centrum, werp ik op terwijl ik afscheid neem van Lionel. Hij knikt instemmend. “In de stad vind je zo’n gebouw echt niet meer. We zitten hier perfect, kunnen hier zoveel lawaai maken als we maar willen.” (lacht) En toch is de stad vlakbij. Het mooie hier is ook de mix: er zijn Nederlandstaligen en Franstaligen, maar ook enkele Fransen, gevestigde namen zowel als jonge ontwerpers, dat maakt het echt ongelooflijk boeiend.

“Op 4 september openen de Ateliers Zaventem hun deuren. De tweede fase, met de ateliers van de bovenverdiepingen, staat gepland voor november. Tegen kerst zou alles voltooid moeten zijn.”