Direct naar artikelinhoud
Fascisme

Dit zijn de 10 mechanismen van het fascisme

De Hongaarse premier Viktor Orbán spreekt zijn getrouwen toe in Boedapest.Beeld Bloomberg via Getty Images

Volgens de Amerikaanse filosoof Jason Stanley is het fascisme echt terug. In een nieuw boek legt hij uit hoe deze tien strategieën bijdragen tot het zo gevaarlijke wij/zij-denken. Tien alarmsignalen voor wie de liberale democratie genegen is.

Tot voor kort was het taboe, de vergelijking met de jaren 30. Het gebeurde, maar wie het deed, werd weggelachen. De laatste tijd lijkt het schering en inslag. De Amerikaanse historicus Timothy Snyder waarschuwt dat het fascisme terug is. Voormalig Amerikaans minister van Buitenlandse zaken Madeleine Albright schreef het boek Fascisme: een waarschuwing. En zélfs David Frum, speechschrijver van oud-president George W. Bush die de term ‘as van het kwaad’ bedacht, vindt dat Trump de liberale democratie sloopt.

En nu is er, vers van de pers, het boek How Fascism Works van de Amerikaanse filosoof Jason Stanley, hoogleraar aan de universiteit van Yale. Hij legt politici uit alle tijdperken, van Benito Mussolini en Adolf Hitler tot Slobodan Milosevic en Donald Trump, onder de loep en presenteert ons de essentie van hun politieke strategie in tien  mechanismen.

“Ik ben geen historicus, maar een filosoof”, vertelde hij bij het verschijnen van zijn boek in de podcast van heterodoxacademy.org. “Ik heb gezocht naar de algemene structuur. Dat fascistische politiek zo succesvol is, dwars door alle tijden en culturen heen, heeft te maken met de menselijke natuur. Mensen vinden die mechanismen aantrekkelijk.”

Vroeger kende iedereen zijn plaats. Mannen waren nog strijdbaar en verdedigden hun land

De kern van die mechanismen is volgens Stanley het wij-tegen-zij-denken. Een politiek die erop gericht is om mensen tegen elkaar op te zetten op basis van culturele, etnische of religieuze verschillen, noemt Stanley in de kern fascistisch. “Ik verdedig de liberale democratie”, zegt Stanley. “En ik zeg: kijk naar de signalen en minimaliseer ze niet.”

Een overzicht van de tien mechanismen die hij in zijn boek opsomt.

1. Mythisch verleden

Vandaag is de samenleving een mengelmoes en hebben mensen geen respect meer voor tradities, maar ooit was dat anders. Ooit was de natie zuiver en puur, deelde iedereen dezelfde huidskleur, religie en cultuur. Om de menselijke nostalgie naar betere tijden te kunnen exploiteren, zal de fascistische leider dat verleden desnoods verzinnen en opblazen. Hij creëert een mythe om mensen naar te doen verlangen.

In dat mythische verleden kende iedereen zijn plaats. Mannen waren nog strijdbaar en verdedigden hun land. Premier Viktor Orbán verkoopt de mythe dat Hongarije 1.000 jaar geleden hét christelijke bolwerk was tegen het Ottomaanse rijk. En Gregor Strasser, de voorganger van Joseph Goebbels als nazi-propagandaleider, vond het meest intense en waardevolle wat een man kan doen: legerdienst. Voor vrouwen: het moederschap.

Van minder fraaie episodes uit het verleden wil de fascist niets horen. Gelieve geen herinneringen aan slavernij of kolonies op te halen. Het verleden kende alleen helden.

2. Slogans en propaganda

Drie slogans – meer had campagneleider Steve Bannon niet nodig om Trump president te maken. Drain the swamp, leg het moeras in Washington droog. Lock her up, stop Hillary Clinton in de gevangenis. Build that wall, bouw die muur aan de Mexicaanse grens. Drie slogans, met telkens drie woorden – Goebbels had het niet beter gekund.

Elke politicus gebruikt slogans, maar cruciaal in het fascisme is volgens Stanley dus dat de slogan erop gericht moet zijn om verdeeldheid te zaaien, tussen volk en elite, eigen volk en vreemdeling, blank en gekleurd. Die strategie kan onder de radar blijven. Stanley geeft het voorbeeld van de ‘war on crime’ die in de jaren 70 werd opgestart door president Richard Nixon. Die oorlog had maar één doelwit, zoals de stafchef van Nixon in zijn dagboek schreef: het "probleem" dat "de zwarte bevolking" vormde, aanpakken. Vandaag zit een disproportioneel groot aantal zwarte Amerikanen in de gevangenis.

Donald Trump en Steve Bannon.Beeld REUTERS

Stanley gebruikt de term niet, maar beschrijft wel het fenomeen: de fascistische politicus blaast graag op het zogenaamde ‘hondenfluitje’: officieel en rationeel is er niets mis met wat hij zegt, maar de goede verstaander heeft de boodschap perfect begrepen.

3. Tegen intellectuelen

In 2006 publiceerde de Amerikaanse schrijver en activist David Horowitz een boek met daarin de volgens hem 101 gevaarlijkste professoren van Amerika. Het was een frontale aanval op de politieke correctheid die volgens Horowitz de academische wereld teistert. Vandaag, schrijft Stanley, is die aanval de normaalste zaak ter wereld. De idee dat journalisten, academici en andere deelnemers aan het debat onafhankelijk kunnen zijn, wordt door fascistische politici vakkundig verwoest. Expertise wordt ondermijnd, en elk intellectueel perspectief dat niet het fascistische discours bevestigt, is verdacht.

Daarom wil Viktor Orbán in Hongarije genderstudies afschaffen. Daarom worden scholen oorden van ‘progressieve indoctrinatie’ genoemd, daarom groeit de complottheorie dat cultuurmarxisten de media controleren. Om talkshowhost Rush Limbaugh te citeren: “Er zijn vier oorden van bedrog: overheid, wetenschap, media en universiteiten.”

Belastingen zijn diefstal. Armen hebben het zelf gezocht. Hadden ze maar beter hun best moeten doen

4. Weg met de realiteit

Onrealiteit, zo noemt Stanley het. Fascistische politici creëren een ‘onrealiteit’. Het komt erop neer dat ze de realiteit zelf ‘betwijfelbaar’ maken, door wantrouwen te zaaien, te liegen en complottheorieën te verspreiden. Zo vernietigen ze ‘de informatieruimte’.

De voorbeelden zijn talrijk. Er zijn de Protocollen van de wijzen van Zion, een vervalst document waaruit moet blijken dat er een joodse samenzwering bestaat. Er was het, door Trump gretig verspreide, gerucht dat Obama niet in de VS is geboren. Er was Pizzagate, een door alt-right verspreide hoax over kindermisbruik door Democratische functionarissen in een pizzeria. En in Polen heeft de leidende PiS-partij complotverhalen verspreid over de vliegtuigcrash die in 2010 het leven kostte aan de Poolse president.

De ‘leugenpers’ doet aan censuur, waardoor we de ‘waarheid’ alleen bij alternatieve, door fascistische politici zelf ondersteunde, kanalen lezen. Interessant: Stanley is het niet eens met het klassieke liberalisme van de 19de-eeuwse filosoof John Stuart Mill, die ervan overtuigd was dat een zo absoluut mogelijke vrije meningsuiting de waarheid uiteindelijk aan het licht zou brengen op ‘de marktplaats van ideeën’. Klopt niet, schrijft Stanley, want Mill ging ervan uit dat op die marktplaats van ideeën de ratio overheerst, terwijl fascisten onze ratio niet willen aanspreken, maar alles op emotie gooien.

Ook de afkeer van transgenders en holebi’s wordt volop geëxploiteerd door fascistische politici

5. Leve de hiërarchie

In een liberale democratie zijn alle burgers gelijk. Dat idee staat haaks op de fascistische overtuiging dat ongelijkheid de natuurlijke orde vormt. Wie de gelijkheid verdedigt, vernietigt de vrijheid. En dus wil de fascist de vrijheid van sommigen verkleinen om de ongelijkheid, die normaal en gewenst is, ruim baan te geven.

De natuurlijke hiërarchie heeft uiteraard een etnische, culturele of religieuze dimensie – opnieuw heerst hier het wij/zij-denken: ‘wij’ verdienen het, ‘zij’ niet, ‘wij’ zijn superieur, ‘zij’ inferieur, ‘wij’ zijn de ware (vul nationaliteit naar keuze in), ‘zij’ zullen er nooit echt bijhoren. Als minderheden gelijke rechten verwerven, komen de ‘ware’ leden van de natie in opstand. De fascist, aldus Jason Stanley, exploiteert de angst voor statusverlies.

Dat zit in het verzet tegen migratie: de vrees dat de meerderheid de minderheid zal worden

6. Dominante slachtoffers

Bijna de helft van de Trump-kiezers gelooft echt dat de blanke Amerikanen de meest gediscrimineerde groep vormen. Stanley schrikt daar niet van. De geschiedenis toont volgens hem aan dat de immer voortschrijdende vertegenwoordiging van minderheden door de dominante groep als bedreigend wordt ervaren.

Dat zit mee in de kern van het verzet tegen migratie: de vrees dat de meerderheid vroeg of laat de minderheid zal worden. Het fascisme is in de kern nationalistisch: alles in functie van de etnische, religieuze of culturele stam. Het is een tribale vorm van politiek, waarbij loyauteit aan de ‘eigen’ groep voorop staat.

De voormalige Servische leider Slobodan Milosevic.Beeld AP

De cultivering van slachtofferschap was cruciaal bij de opmars van Slobodan Milosevic, de Servische leider die voor het Joegoslavië-tribunaal verscheen wegens misdaden tegen de menselijkheid. Ook in Israël wordt het joodse slachtofferschap volgens Stanley aangewend om een laakbare politiek jegens de Palestijnen goed te praten. En hetzelfde mechanisme komt overal terug: “De fascistische leider gebruikt een gevoel van collectief slachtofferschap om een groepsidentiteit te creëren die haaks staat op het kosmopolitische ethos en het individualisme van de liberale democratie.”

7. Law and order

De retoriek van fascistische politici is erop gericht om burgers in twee categorieën in te delen. De uitverkorenen die behoren tot de eigen stam, de eigen natie. En de inherent wettelozen, decadenten en criminelen. Die laatsten, dat zijn uiteraard de niet-blanken, de immigranten, de mensen met een andere religie of cultuur, maar ook bijvoorbeeld: homo’s en vrouwen die niet in de klassieke genderrol passen. Alles wat verwijst naar de invoering en verstrenging van law and order is dan ook gericht op de groep die er niet bij hoort. Nergens was dat uiteraard zo duidelijk als in nazi-Duitsland.

Maar het mechanisme leeft ook vandaag volop voort. Twee groepen, wij tegen zij. Dat doordrenkt de politieke retoriek. Als de ene groep massaal op straat komt, is dat uit rechtmatig ‘protest’. Als de andere groep dat doet, is er meteen sprake van ‘rellen’. Als iemand uit de dominante groep de wet overtreedt, heeft hij/zij een fout gemaakt. Als iemand uit de andere groep een fout maakt, is dat omdat hij/zij crimineel is.

De ‘leugenpers’ doet aan censuur, waardoor we de waarheid alleen bij alternatieve, kanalen lezen

8. Seksuele angst

Hitler deed het. De Ku Klux Klan deed het. De boeddhisten in Myanmar deden het. Het ‘eigen volk’ waarschuwen dat de vijand (respectievelijk de joden, zwarten en Rohingya) erop uit was om vrouwen te verkrachten en zo het eigen volk te gronde te richten. In de Verenigde Staten noemde Donald Trump Mexicanen ‘verkrachters’. De nepberichten over verkrachting door migranten en asielzoekers op het internet zijn niet bij te houden. “De robuuste aanwezigheid van die seksuele angstzaaierij is misschien wel het meest levendige teken van de erosie van de liberale democratie”, schrijft Stanley.

Ook de afkeer van transgenders en holebi’s, die de traditionele seksuele rollenpatronen in gevaar lijken te brengen, wordt volop geëxploiteerd door fascistische politici.

9. Oorden van verderf

Fascistische politiek slaat het beste aan in landelijke gebieden, zegt Stanley. Hitler dacht in het ‘decadente’ Wenen terug aan zijn ‘idyllische’ geboortedorp. De stad is een oord van verderf, een modern Sodom en Gomorra, naar de Bijbelse plek die door God werd verwoest omdat de inwoners er een al te liederlijke levensstijl op nahielden. De stad is ook de plek waar mensen met een migratieachtergrond én leden van de kosmopolitische elite sterk vertegenwoordigd zijn. Op het platteland heersen nog traditionele waarden, kent iedereen zijn plaats nog, en liggen de misdaadcijfers veel lager. De fascist omarmt de kerktoren en wantrouwt de stad.

Expertise wordt ondermijnd, elk perspectief dat niet het fascistische discours bevestigt, is verdacht

10. Arbeit macht frei

Het onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’ wordt volgens fascistische politici ook weerspiegeld in de werkethiek, aldus Stanley: ‘wij’ werken hard, ‘zij’ zijn lui en leven op ‘onze’ kosten. Belastingen zijn een vorm van diefstal van de hardwerkende burger met maar één doel: vreemdelingen en andere profiteurs onderhouden. Armen hebben het zelf gezocht. Hadden ze maar beter hun best moeten doen.

Een van de hindernissen die democraten op het pad van de fascisten kunnen leggen, is volgens Stanley een sterke vakbond, die mensen over etnische, culturele en religieuze verschillen heen vertegenwoordigt in de strijd om sociaal-economische herverdeling. De strijd tegen de vakbond staat dan ook centraal in de fascistische politiek. Als je dat niet begrijpt, aldus Stanley, dan begrijp je het fascisme niet.

Jason Stanley, How Fascism Works. The Politics of Us and Them, Random House, New York, 220 p., 28 euro.

Epiloog

Toen professor Stanley op Twitter zag dat De Morgen dit artikel zou publiceren, liet hij de auteur meteen weten dat hij misschien een aantal passages over de N-VA had moeten toevoegen aan zijn boek. Hij zou de situatie wat grondiger moeten bestuderen, zegt hij, maar hij vermoedt dat de N-VA een aantal van deze mechanismen gebruikt. Hij verwijst onder meer naar de manier waarop voorzitter Bart De Wever met de term ‘verlichting’ een ‘subtiele steek’ geeft aan ‘niet-westerse migranten’.