Bijna iedereen wil camera's om zwerfvuil te bestrijden
Zwerfvuil en sluikstorten zijn zowel in Gent als Antwerpen een probleem. En in beide steden willen nagenoeg alle partijen dat probleem met camera’s oplossen, blijkt uit een bevraging van De Morgen. Experts wijzen op het prijskaartje en de gevoeligheden op het vlak van privacy.
Bart De Wever (N-VA) wil in Antwerpen op termijn duizend camera’s in het stadscentrum. Ook zijn concurrenten voor de burgemeesterssjerp zien wel heil in dat geautomatiseerd toezicht. Dat blijkt uit hun antwoorden op de Frequently Asked Questions (FAQ) rond zwerfvuil en sluikstorten die De Morgen hen onder de neus schoof. Jinnih Beels (sp.a) ziet de uitbouw van een slim cameranetwerk als een van de oplossingen voor het sluikstortprobleem en ook Kris Peeters (CD&V) en Philippe De Backer (Open Vld) willen die slimme camera’s inzetten om het vuil van de Antwerpse straten te halen. Enkel Groen en PVDA houden de boot af.
FAQ de verkiezingen!
De lijsttrekkers van Antwerpen en Gent beantwoorden al uw vragen in onze dossiers FAQ Antwerpen en FAQ Gent.
Hotspots
In Gent valt een gelijkaardig geluid te horen. Daar zien alle partijen – op PVDA na – wel iets in het inzetten van camera’s om zwerfvuil en sluikstorten terug te dringen. Al is de toon net iets gematigder dan bij de Antwerpse collega’s. Rudy Coddens (sp.a) wijst erop dat het niet de bedoeling is om een ‘cameraschild’ rond de hele stad op te trekken. Hij ziet vooral heil in het inzetten van mobiele camera’s op bepaalde hotspots. Vaste camera’s zijn alleen in de Overpoortstraat en de zuidbuurt een optie. Ook bij CD&V en Groen loopt men niet meteen warm voor zo’n cameraschild. Mathias De Clercq (Open Vld) en Anneleen Van Bossuyt (N-VA) zijn de enigen die voor pleiten.
Maar zijn die camera’s ook de oplossing? Afvalmaatschappij OVAM experimenteert al twee jaar met zulke camera’s. Uit de eerste tussentijdse evaluatie blijkt dat het installeren van elektronisch toezicht wel degelijk effect heeft. “De pakkans wordt een stuk groter en de aanwezigheid van camera’s heeft een sterk ontradend effect”, legt Jan Verheyen van OVAM uit.
De eerste cijfers tonen dat ook aan. Bij de tien cameraprojecten die ze bij OVAM opvolgen kon bij 64 procent van de vastgestelde inbreuken de dader opgespoord worden. Goed voor een gemiddelde van één identificeerbare overtreding per vijf dagen. Maar het is niet alleen maar goed nieuws. “Aan het gebruik van camera’s hangt een fors prijskaartje”, zegt Verheyen. “Niet alleen het materiaal is duur, er is ook heel wat mankracht nodig om al het beeldmateriaal te verwerken.” Het heeft volgens Verheyen dan ook geen zin om het hele stadscentrum vol camera’s te hangen. “Tenzij je er voldoende personeel voor kan vrijmaken.”
'De pakkans wordt een stuk groter en de aanwezigheid van camera’s heeft een sterk ontradend effect'
Grote opoffering
De oplossing voor dat probleem is er al. Hoewel het juridisch (nog) niet mag, is het op technisch vlak perfect mogelijk om de zogenaamde ‘slimme’ camera’s die nu enkel nummerplaten herkennen ook personen te laten identificeren. Dat zou de personeelskosten van het opsporen van betrapte sluikstorters fors naar beneden halen. “Maar willen we dat wel?”, vraagt Olivier Beys, die zich bij de Bond Beter Leefmilieu met zwerfvuil en sluikstorten bezighoudt. “Als je het stadscentrum volhangt met dat soort camera’s kan je iedereen die er rondwandelt traceren. Dat lijkt me een heel grote opoffering in ruil voor propere straten.”
'Niet alleen het materiaal is duur, er is ook heel wat mankracht nodig om al het beeldmateriaal te verwerken'