Direct naar artikelinhoud
Migratie

Opnieuw meer dan honderd migranten verdronken voor kust Libië

Archiefbeeld van een reddingsschip met migranten op de Middellandse Zee.Beeld AP

Meer dan honderd migranten, onder wie zeker twintig kinderen, zijn begin september tijdens hun overtocht van Libië naar Europa door schipbreuk om het leven gekomen. Het is volgens VN-tellingen de achtste scheepsramp sinds juni waarbij vijftig of meer mensen omkwamen tijdens hun overtocht naar Europa.

Hulporganisatie Artsen zonder Grenzen reconstrueerde de ramp op basis van informatie van overlevenden.

Twee overvolle rubberen boten kwamen niet lang na hun vertrek van de Libische kust al in de problemen. De ene boot kreeg motorpech, de andere raakte lek. De Libische kustwacht arriveerde nadat die tweede boot was gezonken. Slechts twee lichamen van verdronken passagiers werden teruggevonden. De 276 overlevenden werden door de Libische kustwacht opgepikt en naar de havenstad Al Khums gebracht, ongeveer 120 kilometer ten oosten van Tripoli.

De scheepsramp past in een patroon dat in een rapport van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR van 3 september is blootgelegd. Daarin staat dat het aantal migranten dat dit jaar in Europa aankomt is gedaald, maar het aantal sterfgevallen verhoudingsgewijs toeneemt.

Sterftepercentage stijgt 

Tussen januari en juli kwamen in Italië, Griekenland en Spanje ongeveer 72 duizend mensen aan. In 2017 waren dat er in hetzelfde tijdsbestek 121 duizend – en in 2015 meer dan een miljoen. Het sterftepercentage is daarentegen nog nooit zo hoog geweest: een op de achttien migranten overleefde dit jaar de overtocht naar Europa niet. Vorig jaar was dit nog een op de 42.

Het toegenomen sterftepercentage wordt geweten aan de verminderde reddingscapaciteit die op zee beschikbaar is. Sinds een aantal maanden zijn hulporganisaties zoals Artsen zonder Grenzen, die voorheen veel reddingsoperaties op zee ondernamen, grotendeels vervangen door de schepen van de Libische kustwacht. Karline Kleijer, hoofd van de noodhulpafdeling van Artsen zonder Grenzen, ziet sindsdien grote problemen ontstaan. "Sinds de schepen van reddingsorganisaties onder druk van de EU min of meer zijn verdwenen van de Middellandse Zee, neemt het sterftepercentage van migranten toe. Er zijn minder schepen beschikbaar. Bovendien is de Libische kustwacht niet bepaald de best getrainde reddingsbrigade ter wereld."

Opvang erbarmelijk

Volgens de UNHCR bracht de Libische kustwacht dit jaar tussen januari en augustus 13.815 migranten terug naar Libië. Daar wacht hen slecht georganiseerde opvang. "Zij verblijven in overbevolkte detentiecentra, waar de hygiënische omstandigheden erbarmelijk zijn", vertelt UNHCR-woordvoerder William Spindler. "Nog slechter af zijn de migranten die terecht komen in de onofficiële kampen. Zij lopen groot risico slachtoffer te worden van criminele praktijken, waaronder slavernij."

Het vaststellen van het aantal overledenen op zee blijft altijd een schatting, benadrukt Spindler. "Er zijn geen passagierslijsten of registraties van wie de overtocht maken. Het enige wat we hebben zijn persoonlijke getuigenissen van overlevenden. Op basis van zoveel mogelijk bronnen proberen wij en andere reddingsorganisaties deze cijfers zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen. Er is nu eenmaal geen alternatief."