© GOYVAERTS/GMAX AGENCY

Jules Van Cleemput (20): kind van Beerschot én Wilrijk, nu speler bij Malinwa

In het hol van de leeuw. Of in dit geval: het hol van de rat. We trokken met Jules Van Cleemput langs KFCO Wilrijk, waar hij zijn eerste voetbalstappen zette, op goed tweehonderd meter van zijn deur. Maar hoewel de 20-jarige rechtsback nadien ook nog voor Beerschot speelde, wil hij uiteraard benadrukken: “Nu supporter ik voor KV Mechelen, hé!”

DAVID VAN DEN BROECK, YANNICK DE BOECK

“Ik wandelde naar de training” (KFCO Wilrijk, 2001-2005)

“Toen we van ’t stad naar Wilrijk verhuisden en ik op mijn vierde begon te voetballen, was KFCO Wilrijk een logische keuze. Een voetbalclub op nog geen 200 meter van je thuis: makkelijker kon niet. Met mijn bompa (Julien, red.), die jammer genoeg in december vorig jaar overleed, wandelde ik elke dag naar de training. Ik kom ook uit een echte voetballersfamilie. Mijn vader (Peter, red.) was nog profvoetballer en is mijn grote mentor. Zonder hem had ik het zelf nooit tot prof geschopt. Hij pushte me als jonge gast op de juiste momenten, anders had ik hier nu niet gestaan. Vandaag is hij mijn grootste fan. Daarom dat hij vrijdag ondanks zijn Beerschot-verleden voor ­KV ­Mechelen supportert.”

“Ik kom uit een écht Beerschot-nest” (Germinal Beerschot 2005-2011, Beerschot 2011-2012)

“In 2005 ben ik via mijn vader bij Beerschot beland, hij kende er nog wat mensen. Ze drongen aan om eens te komen testen en van het een kwam het ander. Als jonge knaap gaan voetballen bij een eersteklasser en dan nog bij zo een mooie club: een unieke kans. Bovendien kwam ik er in een goeie lichting terecht met ook nog Senna Miangue, Jur Schryvers en Marco Weymans. Beerschot was een logische ­volgende stap, te meer omdat ik uit een echt Beerschot-nest kom. Mijn vader speelde er in het eerste elftal eind jaren 80 nog samen met Simon Tahamata en Kenneth Brylle. Hij was een linksback, een ­typische aanjager. Stevig in de duels, een goeie voetballer ook. Hij debuteerde trouwens ooit tegen KV Mechelen. Ook mijn bompa heeft een Beerschot-verleden, al raakte hij nooit in het eerste elftal. Hij was fruithandelaar en dat was niet combineerbaar met het voetbal. Later ben ik nog wel vaak met hem naar Beerschot gaan ­kijken. ”

© GOYVAERTS/GMAX AGENCY

“Enorm veel bijgeleerd van Deflandre” (Standard, 2012-2013)

“In 2012 kwam Standard plots op de proppen en die kans kon ik niet laten schieten. Mijn tijd in Luik was echt top. Ik zat er op internaat, maar dat deerde me niet. Bovendien ging ook mijn beste vriend Nikolai Robertson mee. Wat me het meest is bijgebleven zijn de verdedigings­trainingen van Eric Deflandre. Een toffe en intelligente gast. Hij keek niet naar waar je ­vandaan kwam en praatte veel met mij. Het jaar in Luik heb ik enorm veel geleerd. Of ik geen spijt heb dat ik Standard ­verlaten heb? Goh, ik was er graag, maar ik droomde van een carrière als middenvelder en speelde daar als rechtsback. Nu, bij KV Mechelen uiteindelijk ook, dus je zou kunnen zeggen dat ik voor niets vertrokken ben. (glimlacht) Maar spijt? Neen. Ik heb nooit ergens spijt van.”

“Alles begon met telefoontje van Sven Swinnen” (KV Mechelen, 2013-januari 2016)

“Bij KV kwam ik bij de U17 ­terecht. Een moeilijk jaar, de coach had het niet zo voor mij. Hij liet me weinig spelen. Op emotioneel vlak was het een ­slopend seizoen. Het jaar ­nadien bombardeerde Jochem Bergmans me tot aanvoerder en speelde ik alles. Na drie maanden werd ik doorgeschoven naar de beloften, waar ik na een half jaar een telefoontje kreeg van Sven Swinnen om mee te trainen met de eerste ploeg. Het was 2015 en toen is alles ­begonnen. Twee weken later sloot ik aan en met Jankovic klikte het vanaf de eerste ­training. Mijn eerste contract bij KV werd trouwens nog mee ­onderhandeld door mijn andere grootvader (François, red.), die makelaar was. Hij regelde in de ­jaren 90 zelfs nog de transfer van Gheorghe Hagi naar Real Madrid.” (grijnst)

© GOYVAERTS/GMAX AGENCY

“Elke donderdag frietjes met curryworsten” (KSK Heist, januari-juni 2016)

“Begin 2016 werd ik uitgeleend aan Heist in tweede ­klasse. Samen met Lionel ­Nshole en Miguel Mees beleefde ik er onder legende Cis ­Bosschaerts een leuke tijd. Je kon Heist niet echt een profclub noemen. Elke donderdag aten we frietjes met curryworsten… (grijnst) Maar we hebben er heel veel gelachen. Bovendien was het een aangename reeks met ploegen als Antwerp, Lierse en Cercle. Voor mij was dat ­halve seizoen enorm belangrijk om de stap te maken naar het échte ventenvoetbal. Als jonge gast mag je niet te lang in het ­belofte-voetbal blijven hangen.”

“Dankbaar dat Ferrera me het vertrouwen gaf” (KV Mechelen, 2016-2017)

“De wedstrijd tegen Eupen in december 2016 was een belangrijk moment. Ik was net terug uit blessure, Paulussen was ­geblesseerd en Chen greep na 38 minuten naar zijn ­hamstrings. Ik dacht dat Ferrera Matthys zou brengen, maar hij koos voor mij. De volgende twee wedstrijden liet hij me staan en we pakten 13 op 15 voor de ­winterstop. Dat hij met toen het vertrouwen gaf, daar ben ik hem heel dankbaar voor.”

“Vorig seizoen zat ik mentaal heel diep” (KV Mechelen, 2017-2018)

“In aanloop naar vorig seizoen heb ik enorm veel gelopen. Te veel, zo bleek, door overbelasting liep ik een enkelblessure op. In november was ik opnieuw fit en zou ik onder Jankovic ­starten tegen Kortrijk. Maar ‘s woensdags scheurde ik mijn hamstring af. Vlak voor de ­winterstop kreeg ik een nieuwe kans en ook tijdens het eerste duel onder Van Wijk tegen Moeskroen startte ik in de basis. Vervolgens scheurde ik mijn mediale band en opnieuw was ik buiten strijd. Het was ­verschrikkelijk allemaal, ­mentaal zat ik heel diep. Zeker omdat je als jonge gast al snel afgeschreven wordt. Voor mij is vorig seizoen een les geweest. Als profvoetballer heb je absoluut ook rustmomenten nodig.”

© GOYVAERTS/GMAX AGENCY

“Ik voel me Mechelaar en wil kampioen worden” (KV Mechelen, 2018-2019)

“Dit seizoen begon uitstekend met mijn contractverlenging tot 2021. Ik twijfelde geen seconde, want ik ben hier enorm graag. Onder Van Wijk was het wel moeilijk, ja. Ik ben niet het type dat slecht spreekt over vorige trainers. Alleen kon ik bij hem nooit inschatten of ik goed of slecht bezig was. Zo startte ik de ene week in de basis, om de ­andere week in de tribune te ­zitten. Dat is heel pijnlijk. Ook op training had hij het vaak op mij gemunt. Op de duur begint dat te wegen. Je verlangt naar een positieve aanmoediging. Maar ik heb nooit gereageerd. Nu krijg ik een nieuwe kans ­onder Vrancken en op dit ­moment verloopt alles positief. Ik ben ervan overtuigd dat het goed komt, want er schuilt ­zoveel kwaliteit in dit elftal. Het is nu aan ons om ­resultaten neer te zetten. Te beginnen vrijdag tegen ­Beerschot Wilrijk. Vroeger was ik hun supporter, maar nu voel ik me Mechelaar. En ik wil straks kampioen worden.”

© BELGA

MEER OVER KV Mechelen