Gentse stadsbouwmeester: "Een supermarkt met een parking ervoor? Niet meer van deze tijd"

In een Facebook Live-interview gaf lijsttrekker Rudy Coddens aan dat het kartel van betaalbaar wonen één van de absolute prioriteiten maakt. De komende jaren willen ze daarvoor 90 miljoen euro vrijmaken, moeten er 1.500 sociale woningen bijkomen, en willen ze vooral de budget- en sociale huurmarkt versterken.

Vraag is of 90 miljoen euro voldoende zal zijn. Voldoende wellicht niet, maar voor een lokaal bestuur gaat het wel om een aanzienlijk bedrag, meent stadsbouwmeester Peter Vanden Abeele. "Op een totaal stadsbudget van 500 miljoen euro is dat ongeveer een vijfde. Lokale besturen investeren meestal niet zoveel in woonbeleid, dat is meestal een zaak voor het bovenlokaal niveau en de privésector. Maar voor een stad is dat zeker een substantieel deel."

Dat het kartel ook 1.500 nieuwe sociale woningen wil bouwen en impulsen wil geven aan sociale huisvestingsmaatschappijen, is ook een goede zaak, zegt hij. Ook hier neemt de stad eigenlijk de taak van de bovenlokale overheid op zich. "In Gent zijn er nu ongeveer 13 procent sociale woningen, dat zou naar 20 procent moeten. De grootste huisvestingsmaatschappij, WoninGent, heeft vooral Gentenaars in de laagste inkomenscategorieën onder haar bewoners. Aangezien de huurprijs van een sociale woning afhankelijk is van het inkomen, heeft zo’n huisvestingsmaatschappij dus weinig inkomsten."

"Als de stad dat verlies wil compenseren, dan is dat zinvol. Nog beter zou echter zijn om op regionale schaal afspraken te maken met andere huisvestingsmaatschappijen om een betere spreiding te hebben."

Geen woontorens

Om de woonnood aan te pakken in Gent zijn niet alleen woningen nodig, meent de stadsbouwmeester. Er zullen onder andere ook veel recreatiemogelijkheden, scholen en crèches nodig zijn om de stad leefbaar te maken. "We moeten ruimte vrijmaken. Dat houdt onder andere in dat we in de hoogte zullen moeten gaan. Denk nu niet meteen aan woontorens. Er zijn ook andere modellen van slim stapelen. Twee woningen op elkaar is ook in de hoogte bouwen. En het is volledig niet meer van deze tijd om een supermarkt met een parking ervoor te hebben. Die parking kan er beter onder of erbovenop."

Verschillende lezers kaarten de leegstand in de stad aan, en wijzen erop dat die vaak verloedering met zich meebrengt. Toch is leegstand niet altijd slecht, stelt Vanden Abeele. "We kennen de noden van de toekomst vandaag niet altijd, dus je moet wat ruimte vrijhouden voor de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan de loods aan de Voorhavenlaan. Vroeger had men het idee om daar een outletcentrum van te maken, maar vandaag – zoveel jaren later – wordt een heel andere invulling aan die plek gegeven."

Waarmee de stadsbouwmeester er niet voor wil pleiten om gebouwen dan maar leeg te laten staan. "Het gaat al traag met de stedelijke ontwikkeling, dus we willen ook geen panden moedwillig leeg laten liggen, die dan tot stadskankers leiden."

Het valt op: elke partij schuift wonen naar voren als belangrijk thema. Alleen legt elke partij haar accenten. Vanden Abeele vergelijkt de woonmarkt met een ladder van vijf treden. Bovenaan staan de mensen voor wie op de private markt een woning kopen geen enkel probleem is. Onderaan diegenen voor wie een sociale woning huren de enige optie is. "Elke partij mikt expliciet op een stuk van die ladder", zegt Vanden Abeele.

De PVDA mikt duidelijk op de onderste trede, CD&V en het kartel op die er net boven, terwijl Open Vld en N-VA duidelijk voor de middelste treden gaan. Er moeten de komende jaren 10.000 woningen bijkomen. De vraag is hoe de verdeling dus zal gebeuren. Dat zal van de verkiezingsresultaten afhangen.