Direct naar artikelinhoud
NAVO

NAVO-straaljagers rukten dit jaar al 180 keer uit voor onderscheppingen

NAVO-straaljagers rukten dit jaar al 180 keer uit voor onderscheppingen
Beeld BELGA

De jachtvliegtuigen van de NAVO moesten dit jaar al 180 keer opstijgen om militaire vliegtuigen, vooral Russische, te onderscheppen. Meer dan een derde van die zogenaamde "scrambles" vonden plaats boven de Baltische staten.

De NAVO-jagers moesten ook 70 keer uitvliegen om burgerlijke vliegtuigen te onderscheppen, meestal omdat het radiocontact met de toestellen weggevallen was. Dat blijkt uit cijfers van Aircom, het luchtcommando van het militaire bondgenootschap.

De Noord-Atlantische alliantie bombardeerde de bescherming van het luchtruim tot prioriteit één sinds de aanslagen van 11 september. Om dat luchtruim te bewaken staan de klok rond 40 tot 60 jachtvliegtuigen paraat, verspreid over 35 bases, om meteen uit te rukken.

Vooral de Baltische staten, Estland, Letland en Litouwen, die zelf geen jachtvliegtuigen hebben, worden bewaakt door NAVO-vliegtuigen. Geregeld wordt het luchtruim van die landen geschonden door Russische gevechtsvliegtuigen.

Van een recordaantal onderscheppingen is echter geen sprake. In 2016 moest maar liefst 780 keer uitgerukt worden voor vijandelijke gevechtsvliegtuigen, cijfers die dit jaar wellicht niet gehaald worden.