Direct naar artikelinhoud

Tien jaar na crisis: "Vertrouwen in banksector nog altijd te laag"

De Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers vroeg op 15 september 2015 het faillissement aan. De val luidde de start van de bankencrisis in.Beeld EPA

Tien jaar na de financiële crisis is het vertrouwen in de financiële sector nog altijd te laag. Dat zegt Febelfin, de sectorfederatie, die zich baseert op de Edelman Trust Barometer die jaarlijks het vertrouwen van de maatschappij in bedrijven en sectoren meet. "De financiële sector blijft onderaan bengelen. Zelfs na dieselgate geniet de automobielsector nog altijd zo'n 20 procent meer vertrouwen dan de financiële sector. Terwijl vertrouwen in de banksector net zo belangrijk is."

Nochtans zijn er volgens Febelfin de afgelopen jaren al heel wat inspanningen gebeurd om risico's in de sector af te bouwen en uitwassen aan te pakken. "Uit rapporten van de Nationale Bank en het IMF blijkt dat de Belgische spelers de zwakke punten blootgesteld tijdens de crisis sneller hebben aangepast dan de meeste andere Europese landen. En dat ze voldoende buffers hebben opgebouwd om toekomstige risico's te absorberen.

Maatregelen

Ter illustratie: de Belgische grootbanken hebben zich sinds de val van Lehman Brothers meer gefocust op de lokale markt en hun buitenlandse blootstellingen afgebouwd. De balans van de sector kromp van meer dan 1.700 miljard in 2008 naar 993 miljard euro in 2017, berekende Febelfin. Tegelijk steeg het eigen vermogen met meer dan de helft, naar 75 miljard euro. Ook het bankentoezicht werd de voorbije jaren flink hervormd. Als een bank alsnog in moeilijkheden zou komen, zijn er regels voorzien om ervoor te zorgen dat de belastingbetaler niet voor de verliezen opdraait. Spaarders zijn op hun beurt (tot 100.000 euro) beschermd door het depositogarantiefonds. En de limieten op jaarlijkse bonussen zijn in België dubbel zo streng als het Europese kader voorschrijft.

Kredieten

De sectorfederatie wijst er ook op dat de Belgische banken, ondanks de crisis, altijd kredieten zijn blijven verstrekken. "Ondernemingen die willen investeren, mensen die een huis willen kopen,... kunnen dat nog steeds doen aan erg gunstige voorwaarden". 

Dat er aan de klant meer vragen worden gesteld en dat meer formaliteiten moeten worden vervuld, heeft alles te maken met de strengere regelgeving en strenger toezicht. "Doel is vooral te zorgen dat de consument de juiste producten koopt tegen de juiste voorwaarden. Heel wat complexe producten worden gewoon niet meer verkocht", merkt Febelfin op. 

Ook de digitalisering zet zich alsmaar verder door, want de klant verwacht nu eenmaal 24u/24 aan bankieren te kunnen doen. "Maar de Belgische banken blijven ook inzetten op hun kantorennetwerk. Met meer dan 6.000 kantoren, kent ons land één van de dichtste netwerken van Europa. Die bankkantoren evolueren steeds meer naar advieskantoren, waar bij elke belangrijke levensgebeurtenis van de klant advies wordt verstrekt."

Werk van lange adem

Maar al die inspanningen volstaan niet om de perceptie van de financiële sector te keren, stelt Febelfin teleurgesteld vast. De federatie meent dat het vertrouwen terugwinnen een werk van lange adem is, waarvoor geen mirakeloplossingen bestaan. "We slagen er nog onvoldoende in om onze meerwaarde voor de samenleving aan te tonen. We zullen daar nog heel wat extra inspanningen voor moeten doen", klinkt het. 

Dat kan bijvoorbeeld door het ondersteunen van culturele of sportieve projecten, het inzetten op financiële educatie van zowel jongeren als senioren, het uitwerken van projecten om de transitie naar een duurzame en groene economie mogelijk te maken, enz.... "Ook aan klantvriendelijkheid en het centraal zetten van de behoeften van onze klanten is nog werk. De sector wil daar meer dan ooit op inzetten", belooft Febelfin.