Direct naar artikelinhoud
Interview

Volgens Julie Cafmeyer zit er iets goed fout in de cultuursector: "Dit gaat niet alleen over Fabre"

Cafmeyer: 'Fabre noemt zijn dansers graag 'krijgers van de schoonheid', maar iemand die niet weerbaar is, die onderbetaald wordt, is geen krijger.'Beeld Jan Van der Perre

Theatermaakster Julie Cafmeyer (31) is niet verbaasd over de onthullingen rond Jan Fabre. Maar het probleem is niet Fabre alleen, zegt ze: de hele structuur van de sector zet de deur open voor machtsmisbruik. 'Iedereen kent zijn aandeel. Het systeem zit gewoon verkeerd.'

'In eerste instantie was ik vooral kwaad. Omdat ik niet wist dat het zo erg was."

Het nieuws van de open brief, waarin twintig (ex-)medewerkers van Jan Fabre het herhaaldelijke, grensoverschrijdende gedrag van de kunstenaar, theatermaker en choreograaf aankaartten, kwam voor theatermaakster Julie Cafmeyer (31) maar deels als een verrassing. Dat er iets aan de hand was, had ze, zoals veel collega's, wel al horen waaien. Dat het zo gortig was, wist ze niet, en dat veroorzaakte woede. "Maar nu ben ik niet meer kwaad. Ik denk niet dat dat de juiste emotie is. Ik ben eigenlijk vooral triestig. Omdat iedereen in de culturele sector dit wist. De vraag die ik mij stel, en die ik nu ook in enkele opiniestukken aan bod zie komen, is: hoe is het zo ver kunnen komen? Hoe komt het dat die mensen zo lang zwijgen?"

Lees: "Geen seks, geen solo": de integrale open brief van de ex-medewerkers van Jan Fabre

Het antwoord, volgens Cafmeyer: de manier waarop de culturele sector is georganiseerd. "Ik denk dat het komt door de structuur, en door hoe artiesten behandeld worden. Ze móéten zich wel onderdanig opstellen, omdat ze in een superkwetsbare positie zitten. Er zijn te veel artiesten, en iedereen weet dat die plaatsen zeer gegeerd zijn. En dat wordt misbruikt. Door heel de sector. Dit gaat echt niet alleen over Jan Fabre."

De cultuursector misbruikt artiesten?

"'Misbruikt' is misschien een hard woord. Maar we moeten ons dringend afvragen hoe het komt dat artiesten in zo'n onderdanige positie moeten leven en werken. Nu is de structuur gebouwd rond een paar grote kunstenaarshelden die we behandelen als goden, ook omdat ze internationaal heel bekend zijn. En onder die beperkte top zitten alle andere artiesten, die onder slechte voorwaarden werken, en zich daarom laten doen. Omdat ze weten: als ik opstap, heb ik niets meer.

"Voordat heel de culturele sector, zoals nu, kwaad wordt op één persoon en zijn verontwaardiging toont over wat die allemaal heeft gedaan, hoop ik dat er op dat vlak iets verandert. Fabre noemt zijn dansers graag 'krijgers van de schoonheid', maar iemand die niet weerbaar is, die onderbetaald wordt, die is geen krijger. Maak van je artiesten dan toch échte krijgers. Laat ze zelf voorwaarden bepalen, als ze naakt moeten gaan of iets extreems moeten doen. Nu worden die mensen uitgebuit en vernederd, worden ze onderbetaald om over hun grenzen te gaan. Dat is pijnlijk, als je zelf geen voorwaarden kunt stellen."

'Wil je als publiek kijken naar marionetten die zich gedienstig en onderdanig opstellen? Nee, ik niet. Het is niet mooi. Het is lelijk'
Julie Cafmeyer

Wat moet er dan nu gebeuren?

"Ten eerste moet er nu geluisterd worden, naar die artiesten, naar wat er is gebeurd. En we moeten ons afvragen wat een leidersfiguur is, en wat die kan doen. Dat gaat trouwens niet alleen op voor de cultuursector: hoeveel mensen voelen zich slecht in de structuur van hun werkomgeving? Hoeveel mensen voelen zich gepest? En ondergewaardeerd? En vernederd? Mensen die zoiets meemaken, moeten ergens kunnen uitspreken dat ze zich slecht voelen. En dan, zeker als het over de culturele sector gaat, moeten we uitzoeken hoe die mensen toch hun eigenwaarde kunnen behouden. Als artiesten ergens aan de slag gaan, moeten ze per definitie correct betaald worden. Net zoals bij bureaujobs. Dat staat nog los van de #MeToo-heisa: als je als kunstenaar bij Troubleyn gaat werken, moet je, van zodra je daar binnenkomt, een goed contract krijgen. Zodat je, eventueel, ook weer kunt vertrekken onder de juiste voorwaarden."

Om de problematiek in de cultuursector aan te pakken, wordt er vooral gesproken over meldpunten en ombudspersonen bij wie artiesten terechtkunnen als het fout loopt.

"Een goede zaak, maar wanneer gaat er eindelijk eens in de artiesten zelf worden geïnvesteerd? Nu blijven artiesten in een onderdanige positie zitten, en iedereen laat dat zomaar toe."

Had Fabre ook niet gewoon heel veel macht omdat hij de regisseur is? Een regisseur heeft per definitie een autoritaire verhouding met zijn acteurs of zijn dansers.

"Als ik naar het theater ga, wil ik niet naar autoritaire verhoudingen kijken. Omdat autoriteit in de hele samenleving een probleem is, en de kunsten moeten de mensen emanciperen, de kunsten moeten de samenleving bevrijden. Wil je als publiek kijken naar marionetten die zich gedienstig en onderdanig opstellen? Nee, ik niet. Maar het is toch mooi, zeggen sommigen dan. Nee, het is niet mooi. Het is lelijk. Je zou het jezelf, en de mensen die je graag ziet, niet toewensen om in die omstandigheden te werken."

In juni zei Fabre in een interview met de VRT dat hij vreesde dat de 'heilige band' tussen regisseur en acteur, of choreograaf en danser, zou worden aangetast door het #MeToo-schandaal.

"Logisch. Wie macht heeft, wil macht behouden. Ik ben niet haatdragend tegenover Fabre, maar ik denk hij dit ook als een bevrijding zou kunnen zien. 'Blijkbaar is wat ik als grote kunst zie, iets waarvan andere mensen afzien. Is dat dan wel grote kunst, of zit ik in een totaal misplaatste fantasie?' In plaats van meteen zijn macht op te eisen, zou hij beter even vijf minuten stil zijn en luisteren. En zich afvragen wat er nu moet verschuiven. Want er moet iets verschuiven, dat is duidelijk.

"Ik kijk op naar Benny Claessens. Ik zag zijn voorstelling Am Königsweg, in een elitaire zaal, en opeens roept hij naar zijn publiek: 'Waar zit hier de arbeidersklasse? Waarom komen die niet naar het theater? Shame on you!' En dan roept hij dat ook naar zijn regisseur: 'Shame on you!' Heel de zaal applaudisseerde voor hem. Omdat ze getuige waren van een acteur die zélf kiest wat hij zegt. De regisseur werd hierdoor ook weer verrast. Die zegt niet: jij moet dit en dat, nee, hij laat zich ook verrassen. Dat is de weg die we op moeten. Het mythische, romantische beeld van de acteur die zich onderwerpt aan de kunstenaar, is op elk vlak fout. Dat moet verdwijnen."

'Nu is de structuur gebouwd rond een paar grote kunstenaarshelden die we behandelen als goden. Daaronder zitten alle andere artiesten'
Julie Cafmeyer

Er zijn toch kunstenaars, acteurs en dansers die een regisseur nodig hebben?

"Ja, maar je kunt toch ook gestuurd of geïnspireerd worden zonder dat je je onderwerpt? Ik zeg niet dat elke acteur nu zijn eigen stuk moet gaan maken. Er zijn regisseurs als Lies Pauwels: in Het Hamiltoncomplex werkt zij met dertien meisjes van dertien jaar, en hoe zij die meisjes toont, dat is prachtig. Die meisjes hadden dat ook niet alleen gekund. Er zijn regisseurs die mensen kunnen inspireren, kunnen laten stralen, krachtiger kunnen maken. Dus die verhouding kan zeker nog blijven bestaan. Ik werk zelf ook soms zo, met een idee dat iemand anders dan uitvoert. Maar ik voel mezelf niet echt een regisseur, ik voel mij meer een maker."

Je hebt zelf een regie-opleiding gevolgd, aan de toneelschool van Maastricht.

"Een opleiding waarbij je zelf de baas kunt zijn. Dat had ik heel snel door, en dat ligt ook in mijn aard. Dat werd aangemoedigd: je eigen visie volgen, zelf kiezen wat je doet. Maar op een bepaald moment, bij mijn afstudeerproject, besefte ik ook dat het fout kan gaan. Ik had heel veel stress, en ik was aan het roepen op mijn acteurs. Dat we moesten blijven doorgaan. Één acteur kon echt niet meer, die was op, maar ik wilde doorgaan. Die acteur heeft een paniekaanval gekregen. Die lag te schuimbekken op de scène. Ik heb heel snel begrepen: je kunt verkeerd leiding geven. Je kunt over iemand zijn grenzen heen gaan."

Kunnen extreme, uitdagende, lichamelijke voorstellingen als die van Fabre, waarin dansers en acteurs tot het uiterste moeten gaan, dan nog worden gemaakt?

"Natuurlijk. Misschien zijn er performers die daar ook genot uit halen. Sommigen vinden het opwindend om onderdanig te zijn, of om af te zien. En als zij daar zelf voor kiezen, als ze daar juist voor betaald worden, en als ze dat kunnen doen onder hun eigen voorwaarden, als die excessen met wederzijdse toestemming gebeuren, is dat ook geen enkel probleem. Maar willen we echt gaan kijken naar iets waarvan we weten dat het is gemaakt door mensen te vernederen en te pesten? Is dat nog kunst? Ik wil niet meer betalen of applaudisseren voor iemand die afziet."

Julie Cafmeyer.Beeld Bart Koetsier

Sommigen noemen dat 'machokunst'.

"Dat is voor mij genoeg geweest. Wij moeten ons heel de tijd verhouden tot de man. De man is de norm, de man is subject. En de vrouw is daarvan het lijdend voorwerp: de muze, de slet, de hoer, of de minnares. Ik word daar soms zo kwaad van. Uit die brief blijkt dat hij meisjes vraagt om foto's van hen te maken, en dat zij daarvoor betaald worden. Waarschijnlijk helemaal niet evenredig met wat voor die foto betaald wordt in het buitenland. En als iemand dan zegt niet betaald te willen worden, vraagt hij blijkbaar: omdat je je dan een hoer voelt? Dan zou ik zin hebben om te zeggen: betaal mij 10.000 euro. Dan voel ik mij tenminste een luxehoer.

"Daarmee wil ik niet zeggen dat je als vrouw op die manier je geld moet verdienen. Ik wil daarmee zeggen dat je als vrouw ook de lijnen kunt uitzetten. Dat je niet het lijdend voorwerp hoeft te zijn."

Het is nu bijna een jaar geleden sinds het #MeToo-schandaal rond filmproducent Harvey Weinstein uitbrak. Tot structurele veranderingen in de sector heeft dat nauwelijks geleid.

"We gaan er nu op een heel sensationele manier mee om. Fabre die zijn danseressen drugs geeft, dat is gossip. Maar die schandpaal in de media, dat hoeft voor mij helemaal niet. Daarom dat ik ook zo hamer op die structuur. Wie weet ondergaat Jan Fabre over een paar weken een totale metamorfose, en verandert iets bij hem. Hem nu als monster afschilderen, ook door mensen van de culturele sector die heel goed weten hoe de structuur werkt, dat vind ik hypocriet. Iedereen kent zijn aandeel. Ik weet dat iedereen hard werkt en goede bedoelingen heeft, maar het systeem zit nu gewoon verkeerd. En daar doet niemand iets aan. En wie iets probeert te doen, loopt tegen een muur."

Dus we moeten het hele systeem in de vuilnisbak kieperen? Denk je dat dat kan?

"Het is een hele structuur die totaal moet worden omgegooid, en dat gebeurt natuurlijk niet op een-twee-drie. Zeker niet omdat mensen aan de top die positie willen behouden. Maar als kunstenaars meer gesteund worden, dan kan dat veranderen. De kaarten moeten dringend opnieuw worden geschud."