Pakistaanse premier biedt burgerschap aan kinderen van Afghaanse vluchtelingen
De Pakistaanse premier Imran Khan heeft het burgerschap aangeboden aan Afghaanse vluchtelingen die in Pakistan geboren en opgegroeid zijn. Volgens het vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties (UNHCR) zouden een half miljoen Afghanen daarvan kunnen profiteren.
Khan zei zondag in de hoofdstad Karachi dat zijn regering de Pakistaanse nationaliteit zal geven aan alle in Pakistan geboren vluchtelingen van Afghaanse of Bengalese origine, aldus de lokale televisiezender Geo TV.
Het is nog niet duidelijk of ook de ouders van die vluchtelingen het burgerschap krijgen. In de Pakistaanse wetgeving uit 1951 staat dat alle personen die in Pakistan geboren zijn recht hebben op het burgerschap. De wet werd in het verleden echter niet al te strikt toegepast vanwege politieke druk van de Pakistanen, die vrezen dat de Afghanen hun jobs gaan afpakken.
Het UNHCR is tevreden met de aankondiging, en zegt nauw te zullen blijven samenwerken met de Pakistaanse regering.
Het agentschap is momenteel bezig met de vrijwillige repatriëring van ongeveer 1,4 miljoen Afghanen. De meesten van hen leven in Pakistan sinds de Sovjet-Unie hun land in 1979 binnenviel. Volgens de VN is 64 procent van de geregistreerde Afghaanse vluchtelingen jonger dan 24 jaar.
De regering schat dat in Pakistan 2,7 miljoen Afghanen wonen. Hun lot was lang onzeker, aangezien de overheid aankondigde ze allemaal tegen het einde van januari van dit jaar het land uit te sturen. De deadline werd eerst uitgesteld tot maart, daarna tot 30 september. De Afghaanse autoriteiten en de UNHRC hebben steeds hun bezorgdheid geuit over de hervestiging van vluchtelingen in landen in oorlog.