Direct naar artikelinhoud
Concertverslag

'duyster.' op Leffingeleuren: een onverwachte nachtkus

Ayco Duyster op Leffingeleuren.Beeld Thomas Sweertvaegher

Jarenlang waren Ayco Duyster en Eppo Janssen de sleutelbewaarders van een schatkamer aan mineurmuziekjes. Die ging na drie jaar nog eens open tijdens Leffingeleuren: de herrijzenis van duyster. voltrok zich heel toepasselijk in het religieuze decor van de dorpskerk.

Vijftien jaar lang was het programma van Ayco en Eppo een zondags bedevaartsoord voor melancholische zielen op Studio Brussel. In een zeldzaam volgestroomde dorpskerk werd duyster. zaterdag eenmalig opnieuw het vuurrode waakvlammetje van je weekend. En achteraf kon je alleen maar hopen dat er een toekomst weggelegd blijkt voor die magistrale festivalformule.

We are proof that the heart is a risky fuel to burn,” somberde de betreurde Jason Molina een eind voor zich uit, tijdens de ouverture van de set. Buiten straalde de zon als een gloednieuwe magnetron, maar binnen verkilde het bloed meteen in je aderen. Met het wondermooie ‘Being in Love’ van Songs: Ohia werd de intimistische aftrap gegeven van duyster., in een op festivalmaat gesneden programma met live-sessies van The Bony King of Nowhere, Bert Dockx en de Ierse Hilary Woods. Ook Will Samson, een Britse duyster.-vertrouweling, passeerde de revue voor een langer optreden aan het altaar.

Bert Dockx in 'duyster.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Tomeloze weemoed, oorverdovende zoetheid

En tussendoor was er natuurlijk die van weemoed doordrongen muziekkeuze van Eppo Janssen, die vergleed van Thom Yorke over Efterklang tot Boards of Canada. Al even prachtig: de avond werd, net als de laatste aflevering drie jaar geleden, geëindigd met ‘Untitled 8 (the Pop Song)’ van Sigur Rós. Moeilijk om op zo'n ogenblik niet héél even vol te schieten na meer dan drie uur “tomeloze weemoed en oorverdovende zoetheid” - de vaste slagzin van het in slowcore, lofi, postrock en warme elektronica gedrenkte duyster.

Niemand die het met grote stelligheid durft bevestigen, maar Sigur Rós zou buiten IJsland trouwens nérgens ter wereld op de radio te horen zijn geweest, tot 'Svefn-G-Englar' (IJslands voor het bij duyster. toepasselijke 'slaapwandelaars') in de allereerste uitzending passeerde. Echt noodzakelijke info is dat niet, maar we zeggen het maar voor alle tieners, die het belang van duyster. zouden durven onderschatten.

Hilary Woods op Leffingeleuren, voor een zeldzaam afgeladen kerk.Beeld Thomas Sweertvaegher

Soundtrack van de sunday blues

Net zoals Leffingeleuren onze favoriete afsluiter is van het Belgische festivalseizoen, borduurde het radioduo jarenlang een volmaakt eind aan het weekend. Elke zondag kon je afstemmen op Studio Brussel voor de soundtrack van je eigen sunday blues. Niet toevallig deed ook Bram Vanparys dat als tiener: de gevolgen blijken nog altijd voelbaar in zijn mooie treur-en-troostmuziek. Als The Bony King of Nowhere liet hij in Leffinge zijn bloedend hart druppen voor het altaar met songs uit Silent Days, een wondermooie heartbreak-plaat die eind deze week zal verschijnen.

Vooraf gaf hij schutterig te kennen aan Ayco dat hij liever niet in detail wilde treden over die breuk, maar de pijn was eens zo tastbaar in zijn songs. ‘Going Out’ deed zijn voordeel met ragfijne gitaar, en een discreet tikkende drum - af en toe kon er nog nét een welgemikte slag op een crashbekken vanaf. De akoestiek van de kerk had makkelijk afbreuk kunnen doen aan zijn intimistische tristesse, maar de grandeur van het decor verleende enigszins defaitistische zinnen als “I’ll just keep on keeping on” net iets meer positieve overtuigingskracht.

The Bony King of Nowhere op Leffingeleuren.Beeld Thomas Sweertvaegher

Richting Roadhouse

Indertijd paste duyster. bij zondagavond zoals peper en zout samengaan, maar zelfs op een zaterdagmiddag kreeg je weer het gevoel in diezelfde onwereldse cocon te zijn verzeild. Al hadden die bordeaux kerkstoeltjes misschien beter plaats geruimd voor warme dekentjes. Just sayin’, mijnheer pastoor.

Na The Bony King of Nowhere kwam Bert Dockx zijn nieuwe, geweldige coverplaat Transit voorstellen. “Natuurlijk zijn de originele versies beter,” klonk de frontman van Flying Horseman bedremmeld. Beetje te bescheiden, dachten wij na een wonderlijk ‘Albatross’ van Fleetwood Mac. Alsof die song al jaren in zijn geheugen had gezweefd, maar daar doorheen de jaren een eigen en aparte vorm had aangenomen.

Ayco Duyster en Bert Dockx.Beeld Thomas Sweertvaegher

Behoedzaam ballet

Ook de rest van de set dreef ver weg van de originele uitvoering. ‘I’m on Fire’ van Bruce Springsteen werd talloze keren gecoverd, maar met een spaarzame gitaar en een stem die af en toe de donkerste croon van Elvis opzocht, katapulteerde Dockx je richting Roadhouse uit Twin Peaks. Bij de krachtigste aanslagen zwiepte zijn been dramatisch mee, waarna hij de song eindigde met een steel slide en een hectische, infernale finale. Kerk of niet, "heilig" kun je nu eenmaal niet spelen zonder "hel".

Dockx had ook nog ‘Shadowplay’ van Joy Division willen spelen, bekende hij. Maar dat liet de kerkgalm niet toe. Doodjammer, maar zijn theorie klopte wel degelijk: in de dorpskerk bleef vaak alleen een behoedzaam ballet van noten overeind.

Bert Dockx tijdens 'duyster.'Beeld Thomas Sweertvaegher

Dromerig en fragiel

Kwam dat even goed uit voor de Ierse Hilary Woods, die daarnaast nog een volledige set speelde in de houten kapel van Leffingeleuren. Religieuzer werd je niet van haar dromerige en fragiele soundscapes, wél zaliger. Haar minimalistische zwaarmoedigheid op piano en synths klonk zelfs even hypnotiserend als de mahoniehouten stem van Ayco die af en toe oplichtte in het duyster.

Eens de avond viel, won de uitzending trouwens alleen aan schoonheid. Zeker toen de kerkpilaren die Will Samson en zijn violiste flankeerden in romantisch rood licht baadden. Het duo zelf grossierde dan weer in songs die even ijl als blue klonken. “Zeven jaar geleden was niemand geïnteresseerd in onze muziek,” bekende Samson. “Maar Ayco en Eppo vonden die wél leuk: their support was a massive help.”

Ranke falset

Met een ranke falset droomde de frontman zich een weg doorheen prachtliedjes als ‘Sanctuary’, die live al eens aan Sigùr Ros als Bon Iver deden denken. Tussen twee songs door vertelde Samson dat hij zijn inderhaast opgetrommelde Musical Instrument Digital Interface alleen kon bedienen met zijn witte pantoffels aan: “Géén fashion statement,” verzekerde de pantoffelheld grinnikend, voor hij zich verwonderde dat het de eerste keer moet geweest zijn dat de vermelding van slippers op een publiek applaus werden onthaald.

Will Samson op witte pantoffels.Beeld Thomas Sweertvaegher

Weemoedig voorwaarts?

Hoe wonderlijk het opgeduikelde duyster. ook was, een dag later voelde je meedogenloos “de kater van een uitgestorven realiteit”, zoals dat zo akelig verwoord wordt in The Handmaid’s Tale. Het herrezen duyster. begeleidde je een dag lang op een sluipweg, die bewust maar ook bedrieglijk afleidde van alle drukte en demonen overdag. Vergeef ons de terminale meligheid, maar die middag en avond in Leffinge voelden aan als een onverwachte nachtkus, na drie jaar kille stilte. Maar daarna bleef je wéér alleen achter.

Weemoedig voorwaarts dan maar? Welnee. Het intieme isolement van duyster. kun je hieronder gewoon eindeloos herbeleven. Geen dank!

P.S.: ‘(We’ve lost) Gravity’ van Orange Black en ‘Trouble Every Day’ van Tindersticks zijn helaas niet te vinden op Spotify. Maar droom die songs er gerust zelf bij. 

Weemoedig voorwaarts?
Beeld Thomas Sweertvaegher