Direct naar artikelinhoud
FAQ Gent

Kan een stad als Gent de armoede écht aanpakken?

Vrijwilligers smeren boterhammen bij Poverello in Gent.Beeld Bas Bogaerts

Een op de vijf Gentse kinderen wordt geboren in armoede. Ondanks een heel arsenaal aan maatregelen van het stadsbestuur. Hamvraag is: hoe pak je armoede aan op stadsniveau?

, en

“Als je ziet hoe mensen leven, dan begrijp je ook beter hoe je ze kan helpen.” Daarmee vat Gülsa, brugfiguur in de Sint Salvatorschool, zowat de filosofie van de Gentse brugfiguren samen. Ze proberen zicht te krijgen op de thuissituatie van een kind en een vertrouwensrelatie op te bouwen met zowel de ouders als de leerkrachten.

Nog zo’n principe van de brugfiguren: de financiële situatie van een leerling mag geen consequenties hebben voor de deelname aan onderwijs. “Een moeilijke taak”, weet Gülsa. “Als een kindje niet mee kan op klasuitstap omwille van financiële problemen, dan proberen we te onderhandelen. Met de ouders en met de school. Het vraagt veel energie.”

Brugfiguren bestaan in Gent al meer dan twintig jaar. Ze zijn een goed voorbeeld van de inspanningen die de opeenvolgende Gentse stadsbesturen al deden om de armoede in hun stad aan te pakken. Ook deze legislatuur kwam daar nog een heel arsenaal aan maatregelen bij. Want de armoedecijfers naar beneden krijgen, was prioriteit nummer 1 van het huidige stadsbestuur.

'Als een kindje niet mee kan op klasuitstap omwille van financiële problemen, dan proberen we te onderhandelen. Met de ouders en met de school. Het vraagt veel energie'
Gülsa, brugfiguur Sint Salvatorschool

Geen ivoren toren

“In Gent heeft armoedebestrijding de afgelopen jaren hoog op de politieke agenda gestaan”, stelt Ria Roosens van Kras, een organisatie die zestien Gentse armoedeorganisaties verenigt. “We hebben altijd goed samengewerkt met het stadsbestuur. We zaten regelmatig samen, er werd niet vanuit een ivoren toren bestuurd."

Gentse schoolkinderen.Beeld Bas Bogaerts

Ze verwijst ook naar de brugfiguren. “Elke school zou zo’n brugfiguur moeten hebben. Het is een belangrijke functie om een brug te slaan tussen mensen in armoede en een vorm van hulpverlening. Zij kunnen kijken naar de reden waarom rekeningen niet betaald worden, of kinderen geen eten meenemen naar school. Gewone leerkrachten zijn niet opgeleid om die signalen te herkennen, of hebben er vaak de tijd niet voor.”

Toch blijft de armoede in Gent stijgen. Dat blijkt uit het Indicatorenrapport Armoede 2018 dat de stad Gent zelf opstelde. Maar dat moet zeker niet op het conto van het Gentse stadsbestuur geschreven worden, meent Roosens. “Het stadsbestuur en het OCMW hebben altijd geprobeerd om mensen die uit de boot vallen maximaal op te vissen, maar armoede heeft vooral met bovenlokale factoren te maken. Het leefloon ligt bijvoorbeeld te laag, en huisvesting is onbetaalbaar. Wat ze op lokaal vlak konden aanpakken, hebben ze ook gedaan, maar op een aantal cruciale vlakken heeft de stad niet de instrumenten."

'Armoede heeft vooral met bovenlokale factoren te maken. Wat ze op lokaal vlak konden aanpakken, hebben ze ook gedaan, maar op een aantal cruciale vlakken heeft de stad niet de instrumenten'
Ria Roosens, vzw Kras

Flankerend beleid

Dat klopt, stelt ook armoedespecialist Wim Van Lancker (UAntwerpen-KU Leuven). “Er zijn twee soorten armoedebeleid: structureel beleid dat kan helpen om het aantal mensen in armoede te verminderen, en flankerend beleid dat mensen helpt die in armoede leven. Denk aan het lege-brooddozenverhaal. Maatregelen om lege brooddozen te vermijden zorgen ervoor dat de kinderen geen honger hebben, maar nemen de onderliggende armoede niet weg. Lokale overheden kunnen vooral flankerende maatregelen nemen. Die zijn absoluut nodig, maar ze zullen de armoede niet doen dalen. Daar zijn echte structurele maatregelen vanuit het Vlaamse en federale niveau nodig. Dan wijzen we naar het optrekken van de uitkeringen, meer sociale woningen.”

'Er zijn twee soorten armoedebeleid: structureel beleid dat kan helpen om het aantal mensen in armoede te verminderen en flankerend beleid dat mensen helpt die in armoede leven'
Armoedespecialist Wim Van Lancker (UAntwerpen/KULeuven)

Als lokaal bestuur kan je dus enkel proberen flankeren, het mensen in armoede iets makkelijker maken, zeg maar. En daar hebben de politieke partijen een heel arsenaal aan voorstellen voor. Zoals het tussenkomen in het betalen van schoolfacturen (CD&V, sp.a), het Sociaal Steunfonds - dat scholen met veel kansarme leerlingen financieel ondersteunt - behouden (Open Vld, N-VA) of zelfs nog uitbreiden (CD&V, sp.a) of de aanwezigheid van een OCMW-medewerker op school uitbreiden (Open Vld en Groen).

Het Vlaams Belang wijst erop dat armoede in een stad als Gent ook geïmporteerd wordt. Voor die partij kan een immigratiestop ook deel uitmaken van een globale aanpak van het armoedeprobleem in Gent. Een uitleg die bij Wim Van Lancker toch de wenkbrauwen doet fronsen. “Het is veel complexer dan dat. Het klopt dat mensen met een migratieachtergrond goed vertegenwoordigd zijn in de armoedecijfers. Maar armoede wordt niet geïmporteerd. Ze wordt hier geproduceerd. Die mensen komen vaak niet arm binnen, de armoede ontstaat hier. Omdat ze geen aansluiting vinden op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarktintegratie is in ons land het slechtst van alle OESO-landen.”

Flankerend beleid
Beeld Bas Bogaerts

Sociale fraude

CD&V en sp.a stellen voor om de prijs van schoolmaaltijden inkomensgerelateerd te maken. De N-VA wil dan weer de strijd tegen sociale fraude opvoeren om zo de middelen te kunnen inzetten bij wie het echt nodig heeft. Twee maatregelen die volgens Van Lancker staan of vallen met hoe ze praktisch uitgewerkt worden. “Hoe ga je bepalen wie welk bedrag moet betalen voor een maaltijd? En hoe ga je bepalen wie het echt nodig heeft? Baseer je je op het leefloon, dan mis je een grote groep mensen. Hetzelfde met OCMW-tussenkomsten. Heel wat mensen in armoede kloppen niet aan bij het OCMW. Ga je het fiscaal bekijken? Dan moet je aan die gegevens zien te komen. Een betere manier is dan om bijvoorbeeld goedkope schoolmaaltijden aan alle kinderen te geven, ook al is dat duurder. Maar zo weet je dat niemand uit de boot valt.”

'Hoe ga je bepalen wie welk bedrag moet betalen voor een maaltijd? En hoe ga je bepalen wie het echt nodig heeft? Baseer je je op het leefloon, dan mis je een grote groep mensen'
Armoedespecialist Wim Van Lancker (UAntwerpen/KULeuven)

De maximumfactuur die Groen wil invoeren in het stedelijk secundair onderwijs in afwachting van een initiatief vanuit de Vlaamse regering, is wel een goed idee, vindt Wim Van Lancker. “Al moeten we wel oppassen voor mogelijke neveneffecten. Het zou voor concurrentie tussen de netten kunnen zorgen, waarbij de andere netten meer kunnen aanbieden dan het stedelijke en zo een rijker publiek aantrekken. Maar als signaal naar de Vlaamse overheid kan dit belangrijk zijn. En dat is ook een belangrijke taak die een lokaal bestuur heeft.”

Vandaag bezoekt Gentse CD&V-lijsttrekker Mieke Van Hecke onze stadsredactie op het Woodrow Wilsonplein. Stel haar nu uw vragen over armoede.