Als 14-jarige ging Nederlandse Freddie bij het verzet. Ze verleidde nazi's en haalde dan de trekker over

Ze trok in het verzet samen op met haar zus Truus, die in 2016 overleed, en met Hannie Schaft, die net voor het einde van de oorlog werd gefusilleerd.

Freddie werd door haar gescheiden moeder opgevoed in Haarlem. Haar moeder hielp Joodse vluchtelingen uit Duitsland en gaf hen onderdak. Op het moment dat de oorlog uitbrak, waren Freddie en haar zus Truus respectievelijk 14 en 16 jaar oud. Ondanks hun jonge leeftijd sloten ze zich aan bij het verzet. Ze hielpen onderduikers en smokkelden wapens. Ook bij sabotage-acties waren ze betrokken zoals het in brand steken van een Duitse opslagplaats.

Freddie trad niet veel naar buiten over haar verzetswerk, waar ze volgens haar nabestaanden behoorlijk door getraumatiseerd was. Haar zus Truus schreef het boek 'Toen niet, nu niet, nooit' over hun tijd in het Haarlemse verzet. Als jonge meisjes wekten ze weinig argwaan, wat hun verzetswerk des te effectiever maakte. Op café verleidden ze nazi's en lokten de mannen mee naar een afgelegen plek onder het mom van een vrijpartij. Maar dan haalden ze de trekker onverbiddelijk over.

Op de vraag hoeveel mensen ze had geliquideerd, antwoordde ze ooit: "Zoiets moet je niet aan soldaten vragen." Sabotage en liquidatie waren volgens de zussen een noodzaak tijdens de oorlog, zo schrijft de Volkskrant.

Freddie overleed op 5 september in Driehuis (Noord-Holland), waar ze de laatste jaren in een verzorgingshuis woonde. In 2014 ontving ze samen met haar zus het zogeheten Mobilisatie-Oorlogskruis. Het was premier Mark Rutte die de onderscheiding uitreikte aan de zussen.