Kinderrechtencommissie VN tikt België op de vingers over opgesloten Servisch gezin
Ons land is door de kinderrechtencommissie van de VN op de vingers getikt omdat het kinderen opsluit in gesloten woonunits. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) laat weten dat het gezin niet wordt vrijgelaten.
België schendt het VN-Kinderrechtenverdrag door kinderen op te sluiten in gesloten asielcentra. Dat zegt de kinderrechtencommissie van de VN in een brief aan DVZ. Concreet gaat het om het Servisch gezin met vier kinderen dat is opgesloten in een van de gesloten woonunits in Steenokkerzeel.
De commissie volgt de argumentatie van de familie dat de detentie van de kinderen hen in hun fysieke en psychologische ontwikkeling ernstige schade berokkent.
"We hebben de brief doorgekregen van de advocaten, nog niet van de commissie zelf", zegt DVZ-woordvoerder Geert De Vulder, die eraan toevoegt dat DVZ niet zal ingaan op de vraag om het gezin vrij te laten, "aangezien ze geen enkele bevoegdheid hebben in België".
Niet eerste keer
De kinderrechtencommissie van de VN waakt over de toepassing van het internationale Kinderrechtenverdrag, dat ook België heeft ondertekend. Puur juridisch heeft ze geen afdwingbare macht, dus in die zin gaat het eerder om een advies. Toch zou het volgens de advocate van het Servische gezin nog maar één keer eerder zijn gebeurd dat een lidstaat zo'n vraag naast zich neerlegt.
'De schending van fundamentele kinderrechten kan niet door de beugel voor de VN, maar is blijkbaar geen enkel probleem voor de Dienst Vreemdelingenzaken'
De advocate is niet te spreken over de houding van DVZ. "De schending van fundamentele kinderrechten kan niet door de beugel voor de VN, maar is blijkbaar geen enkel probleem voor de Dienst Vreemdelingenzaken."
Het is niet de eerste keer dat België op de vingers getikt wordt over het opsluiten van minderjarigen. Eerder deed ook de Raad van Europa dat al. "Zelfs in gepaste materiële omstandigheden en voor korte duur is opsluiting nooit in het belang van het kind", schreef mensenrechtencommissaris Dunja Mijatovic in juni in een brief aan staatssecretaris Theo Francken (N-VA).