Honderden doden na aardbeving en tsunami op Indonesische eiland Sulawesi
Op het Indonesische eiland Sulawesi zijn nu al 384 doden geteld na de tsunami die volgde op een zware aardbeving. Dat blijkt uit cijfers van de Indonesische overheid, die waarschuwt dat het dodental nog kan oplopen. Er zijn honderden gewonden en vermisten.
Bij de tsunami, die volgde op een krachtige aardbeving, zijn officieel dus al zeker 384 doden geteld. Maar dat zijn vooral slachtoffers uit de zwaar getroffen stad Palu.
De precieze omvang van de ramp is nog niet helemaal duidelijk omdat alle verbindingen in het gebied verbroken zijn, vertelt correspondent Michel Maas in het radionieuws: "Er is geen stroom, geen telefoon, geen enkele manier om met de mensen te communiceren en daardoor heeft men geen zicht op hoeveel slachtoffers er precies zijn en hoe groot de schade is".
"Het vliegveld van Palu is gesloten, alleen Hercules-vliegtuigen van het Indonesische leger kunnen daar nog landen. Het eerste vliegtuig is intussen gearriveerd en reddingswerkers en specialisten zijn begonnen met puin ruimen en het zoeken naar mogelijke overlevenden", aldus nog Michel Maas.
(lees verder onder de foto's)
Vloedgolven tot 3 meter hoog
De aarde beefde vrijdagnamiddag, plaatselijke tijd, met een kracht van 7,5 in de buurt van het eiland Sulawesi. De krachtige tsunami die ontstond, beukte vooral in op de kusten nabij de stad Palu, waar zo'n 300.000 mensen wonen. Er waren vloedgolven tot 3 meter hoog, die in de buurt van de stranden onder meer mensen en auto's meesleurden.Â
Duizenden woningen zijn verwoest of zwaar beschadigd en de stad ligt bezaaid met puin. Naast de 384 doden zijn er volgens cijfers van de overheid zeker 540 gewonden, er zijn ook nog mensen vermist.
Sutopo Purwo Nugroho, woordvoerder van de rampenbestrijdingsdienst, lanceert nu een oproep voor "personeel, vrijwilligers en gespecialiseerde uitrusting".
De voorbije maanden zijn op een ander Indonesisch eiland, Lombok, honderden mensen omgekomen bij enkele krachtige bevingen.Â
Herbekijk hieronder de reportage uit "Het Journaal":
