© IWM (Q 9522)

2-10-1918: Zware gevechten in Vlaanderen en Noord-Frankrijk

Op 2 oktober 1918 wordt er zwaar gevochten in Vlaanderen, waar de Duitsers fel weerstand bieden. In Noord-Frankrijk nemen de Britten de grensstad Armentières in en staan ze zeer dicht bij Lens.

In het centrum van het front voeren de Belgische en Franse troepen een grote aanval uit. Om het verrassingselement te optimaliseren is er geen voorbereidende artilleriebeschieting. Aanvankelijk wordt een doorbraak geforceerd en wordt Schiervelde aan de rand van Roeselare bereikt. Maar een hevige Duitse tegenaanval om 10 uur  werpt de Fransen en Belgen terug op hun beginposities.

In de namiddag proberen de Duitsers het Geallieerde front in het centrum te doorbreken. Deze aanval wordt met succes afgeslagen.

Een Belgische mitrailleurseenheid in het pas heroverde gebied op de Vlaamse heuvelkam, een terrein dat een jaar eerder tijdens de Slag bij Passendale zwaar is toegetakeld. Het is nat en modderig en de mannen staan op een "corduroy- of ribfluweel"-pad, met houten balken, dat pas door de genie is aangelegd (collectie KLM). Beginfoto, een Britse militaire muziekkapel speelt in de ruïnes van Bellenglise in de omgeving van het pas veroverde Kanaal van Saint-Quentin op 2 oktober.

In het zuiden voeren de Duitsers in de vooravond een hevige artilleriebeschieting uit op de Belgische en Britse troepen. Er wordt vooral gebruik gemaakt van gasgranaten. Moorslede wordt letterlijk vergiftigd met toxisch gas. Onmiddellijk volgt een Duitse aanval die compleet mislukt. Ook hier houdt het Geallieerde front stand.

In het hoofdkwartier van de 8e divisie van het Belgische leger in Moorslede tijdens de Duitse gasaanval op 2 oktober (collectie KLM).

De Belgen zijn licht vooruitgegaan ten oosten van Diksmuide. Na Westrozebeke , Staden en Zarren eerder, hebben ze de Zarrenbeek ten noorden van Zarren bereikt.

Tegelijk verdrijven de Britten steeds verder de Duitsers in het gebied ten noorden van de Leie. Ze zijn opgerukt tot Geluwe en Ledegem.

Belgische veldkeuken op de weg tussen Zonnebeke en Moorslede op 2 oktober 1918 (KLM)

Ten zuiden van de Leie hebben de Britten Armentières heroverd, bijna een half jaar nadat ze die stad op de Frans-Belgische grens hadden moeten opgeven. Ook aan beide zijden van het kanaal van La Bassée zijn de Duitsers teruggedreven. Ze ontruimen de stad Lens.

Bij Armentières staan de Britten op nog geen 15 km van Rijsel. Een groot deel van de burgerbevolking heeft deze grote stad al moeten verlaten. De inwoners worden overgebracht naar andere steden in Noord-Frankrijk en België. Ook de bevolking van de steden Douai en Cambrai is geëvacueerd.

Links, een betonnen observatietoren die de Duitsers in een huis in La Bassée hadden gebouwd. Rechts, het station in La Bassée is zwaar beschadigd door de Geallieerde artillerie ( IWM,  Q 9616 en 11826).

Intussen is bekend dat koning Albert zelf het bevel voert over de “Legergroep Vlaanderen”, het geheel van Belgische, Britse en Franse divisies die het offensief in Vlaanderen voeren. De  koning staat daarbij rechtstreeks onder de Geallieerde opperbevelhebber Foch.

Koning Albert aan het front in 1917 (KLM)

Ook bij het Kanaal van Saint-Quentin is vooruitgang geboekt. Britten en Australiërs zijn erin geslaagd door te breken door de derde verdedigingslijn van de Hindenburglinie (de “Beaurevoir-linie” achter het kanaal). Daarmee is een bres van 12 km in de Hindenburglinie geslagen. De gevechten gaan onverminderd door.

Duitse krijgsgevangen in een "triagecentrum" in Abbeville, waar beslist wordt naar welke kampen ze zullen worden gebracht, op 2 oktober 1918.
© IWM (Q 9358)

Aanval op Durazzo

Een Geallieerde vloot van Italiaanse, Britse, Amerikaanse en Australische schepen heeft de Albanese haven van Durazzo (Durrës) aangevallen.

Durazzo is net als het grootste deel van Albanië al meer dan twee jaar door Oostenrijk-Hongarije bezet, die de haven voor zijn eigen oorlogsvloot gebruikt.  Na de wapenstilstand met Bulgarije willen de Geallieerden beletten dat de Duitsers en Oostenrijkers de haven gebruiken om hun troepen te bevoorraden.

De Italiaanse Regia Marina heeft met het slagschip Dante Alighieri , 3 pantserkruisers en 3 lichte kruisers de leiding van de operatie gehad. Er waren ook 5 Britse lichte kruisers ingezet, plus kleinere schepen.  Ook Italiaanse en Britse vliegtuigen namen aan de aanval deel.

Rechts, de Dante Alighieri, links, Durrës/Durazzo ligt op de kaart rechts onderaan

De meeste Oostenrijks-Hongaarse oorlogsbodems waren kort voor de aanval vertrokken. Er bleven slechts enkele kleine schepen over. Wel schoten de kustbatterijen op de aanvallende schepen.

Uiteindelijk werd slecht één schip (een koopvaardijschip) in de haven tot zinken gebracht. Langs beide kanten werden schepen beschadigd. Een paar liepen schade op, maar konden ontkomen. Een Oostenrijks-Hongaars hospitaalschip mocht na inspectie vertrekken.

De stad Durazzo zelf heeft zware schade geleden. Een onbekend aantal burgers is gedood en vele oude gebouwen zijn vernietigd, net als de haveninstallaties. Albanië is officieel neutraal in de oorlog, maar beide kampen vechten tegen elkaar op Albanees grondgebied.

Een Italiaans vliegtuig keert terug naar zijn "moederschip" na de aanval op Durazzo.

Treinramp in Zweden

In Zweden is op de spoorlijn tussen Malmö en Stockholm een trein ontspoord. Daarbij kwamen 42 mensen om. De ramp is veroorzaakt door een grondverzakking die het spoor ondermijnde.

Meest gelezen