Bij de creatie van de voetgangerszone in het hart van Brussel beloofde het stadsbestuur ook vier ondergrondse parkings in de buurt. Het was een tegemoetkoming van de socialisten aan de blauwe coalitiepartners. Maar intussen zijn die parkings van de agenda verdwenen. Alleen de parking aan het Rouppeplein zou er – in ingekrompen versie – wellicht nog komen, meldt de krant De Tijd.

Een parking onder het Vossenplein werd na protest van omwonenden geschrapt. Die onder de Nieuwe Graanmarkt werd begraven. En in het dossier van de ondergrondse parking in de buurt van het IJzerplein beweegt niets. Philippe Close (PS), sinds 2017 burgemeester in Brussel, gooide het roer om. In plaats van op centrumparkings zet hij in op overstapparkings rond de Ring.

De schepen van Mobiliteit, Els Ampe (Open VLD), betreurt dat. ‘Als we in het hart van onze stad een florerend winkelcentrum willen, hebben we voldoende parkeergelegenheid nodig’, zei ze in 2012 al. ‘Die parkings moeten uit alle windstreken bereikbaar zijn.’

Internationale trendMaar mobiliteitsexperts zijn het daarmee oneens. Meer nog: zij vonden het idee om de voetgangerszone te compenseren met nieuwe parkeerplaatsen altijd al tegenstrijdig. ‘Je wil dat mensen met het openbaar vervoer of de fiets naar Brussel komen, en de auto in hun garage of buiten het centrum laten staan’, zegt Dirk Dufour van het adviesbureau Tridée. Hij is onder meer betrokken bij het opstellen van het gewestelijk mobiliteitsplan voor de hoofdstad en juicht de nieuwe koers van Close toe.

‘Auto’s het centrum binnenzuigen leidt tot overlast, zeker in de smalle Brusselse straten. Dat zeiden mobiliteitsexperts al in de jaren 60. De keuzes die Close nu maakt, passen in een internationale trend naar duurzame mobiliteit en leefbare steden. Auto’s ontmoedigen zal het handelscentrum van Brussel trouwens niet minder aantrekkelijk maken. Nu al komen de bezoekers vooral met het openbaar vervoer of de fiets.’