Een uitweg voor Uplace - Van Dievel Consulting

Louis Van Dievel kijkt als marketeer, "verkoper van gebakken lucht", met een guitige blik naar de kleine en grote actualiteit van de week. Deze week helpt hij Joke Schauvliege aan een oplossing van het Uplace-dossier.

'Lodewijk, wilt gij u niet met Uplace bezighouden? Ons Joke heeft daarjuist zitten blèten in mijn bureau. Ze ziet door de bomen het bos niet meer." Aan de lijn was Geert Bourgeois, OpperVlaming en hoeder van de rechtsstaat. En de Joke die hij tot de zijne rekende, was uiteraard Joke Schauvliege, minister van Milieu in zijn gouvernement. Ik zuchtte eens diep. Bourgeois belt alleen als hij er zelf een soep van heeft gemaakt en geen uitweg meer ziet. Vervolgens keek ik in het orderboekje van VDC. Juli kon er nog net mee door, maar augustus kondigde zich dramatisch aan. "Stuur Joke maar naar mijn modeste villa", gaf ik toe, "ik vind wel een oplossing voor Uplace".

Een wraakzuchtige maatschappij

Ik keek uit het raam. In de tuin waren de Rode Duivels die geen transferbeslommeringen meer hadden aan het werk met de hark, de haagschaar en de schoffel. Nou ja, aan het werk, het was meer bezigheidstherapie. Het was meer "dollen", zoals dat in sporttermen heet.

"Marc", had ik hun trainer gewaarschuwd, "ge kunt uw spelers niet zomaar loslaten op de wraakzuchtige maatschappij. Ze hebben niet allemaal uw stalen zenuwen en uw gerust gemoed. Bij mij zijn ze veilig en kunnen ze zich tegelijk nuttig maken. Ik maak u een prijske voor een veertiendaags verblijf, oké?"

Vertederd keek ik toe hoe Kevin De Bruyne een gevallen blad opraapte en zich verbaasde over het kleine wonder der natuur. Marouane Fellaini stopte regenwormen in de mond van Thibaut Courtois. Eden Hazard probeerde een eekhoorn uit een boom te lokken. Radja Nainggolan plukte teken van zijn benen. In se zijn het jongens gebleven, bedacht ik vertederd, ook al verdienen ze monsterlijk veel geld.

Wat een verschil met de schepenen van het naburige Brasschaat, die, achter onze modeste villa, in oranje overalls gekleed en aan elkaar geketend, zware boomstammen op maat zaagden en kliefden, bij wijze van radicale therapie tegen het fatale glas te veel en al de negatieve publiciteit die ermee gepaard gaat. Zolang iedereen zich psycholoog mag noemen, pakt VDC alles aan waar geld mee te verdienen valt. De stoof moet branden, nietwaar, ook in de zomer.

Dat kunt ge toch niet menen!

Mijn naaste medewerkers Dinska Bronska en Brabançonne keken mij verbijsterd aan toen ik mijn rudimentaire plan uiteenzette.
"Dat kunt ge toch niet menen, patron!", kreet Dinska bijna hysterisch.
"Dat kunt ge toch niet maken, patron!", fluisterde Brab ontzet.
Onze nieuwe trainee Noël Slangen - een jonge knaap uit de Limburg, ons aanbevolen door Gwendolientje Rutten, zei niets maar de schittering in zijn ogen spraken boekdelen. Mijn plan was een geniaal plan.

"Als ge een beter idee hebt, wil ik het graag horen", maaide ik figuurlijk het gras vanonder mijn criticasters' voeten, "en ge wilt toch uw riante salaris blijven krijgen?"
Onwillig schouderophalen was mijn deel.
"Begin al maar bordjes te plaatsen en spandoeken te hangen. Ik zorg wel voor de maquette."
Mopperend gingen Dinska en Brab aan de slag.

Het lot van de boom

"Welkom, Uplace!" zei het spandoek die de fraaie smeedijzeren poort van onze modeste villa sierde.
"En welkom Joke, natuurlijk", voegde ik er met mijn breedste commerciële glimlach aan toe, wijl ik de minister bij het klamme handje nam en ons domein binnen leidde. Een hanger met een gouden kettingzaagje sierde heur hals.

Joke Schauvliege keek eerst stomverbaasd en daarna met groeiende tevredenheid naar het schaalmodel van Uplace Kalmthout dat ik in grote haast in elkaar had gedraaid en dat in realiteit ongeveer de helft van Heide zou beslaan. De geburen zou ik later wel van hun onteigening op de hoogte brengen. Aan de bomen hingen bordjes met de vermelding "Oprit", "Afrit", "Parking", "Station", "Tramhalte" en "Fietspad". En "Totaalbeleving", uiteraard, want dat is de kern van het schone project.

De minister keek vervolgens verlekkerd naar de fraaie eiken en beuken, de sieraden van onze gaard.
"Moeten die blijven of mogen ze weg?", wilde ze weten.
"Het lot van de boom is brandhout worden", zei ik, wijzend op mijn bezwete Brasschaatse dwangarbeiders in hun oranje overalls, "zolang de bomen maar onder verdoving worden gekapt heb ik daar geen probleem mee."

"Maar hoe zit het met de vergunningen?", drong Joke Schauvliege aan.

"U moet weten, mevrouw de minister, dat noch het gemeentebestuur, noch de provincie, noch de Raad voor Vergunningsbetwistingen, noch de Raad van State bevoegd zijn op het grondgebied van Van Dievel Consulting. Een kleine, weinig bekende uitzondering in de Grondwet."
Dat was een grove leugen, maar Schauvliege was maar al te bereid ze te geloven. Wie van geen hout meer pijlen weet te maken ..., of hoe luidt die zegswijze.

Roet in het eten

"Zijn hier dan geen actiecomités die roet in het eten willen gooien?" Joke Schauvliege liet zich maar moeilijk overtuigen.
"Actiecomités zijn hier zeker wel", sprak ik monter.
Alreeds betrok het gezicht van de minister van Milieu en gingen haar schoudertjes hangen. Dat wordt alweer niks, zag ik haar denken.
"Kijk, over actiecomités gesproken, daar komt er net eentje aan!", sprak ik op plagende toon.
Ach.
Ik was oprecht geroerd toen ik een blije lach op het fijne gelaat van Joke Schauvliege zag verschijnen.
Want achter de banier van Uplace, gedragen door Marc Wilmots hemzelf, stapten de Rode Duivels het grasveld op, onder het zingen (dan wel lippen) - met de hand op het hart - van de Uplace-hymne, waarvan het refrein makkelijk te onthouden is: "Uplace moet er komen, ook al is 't een flop; oppositie, hou daarmee op!"

Meest gelezen