Direct naar artikelinhoud
Expo

Berlijn in de jaren 20: van naakte vrouwen in jazzclubs tot Adolf Hitler

In 'De herinneringen aan de Spiegelzaal van Brussel' toont Otto Dix zijn afkeer van het leger.Beeld RV

Rokende vrouwen met zinnenprikkelende make-up en avant-gardekunst. Maar ook onrust en geweld: dat was het Berlijn tussen de twee Wereldoorlogen. Het Brusselse Schonekunstenmuseum duikt in de roaring twenties van Berlijn, een exuberante wereldstad die stilaan afglijdt.

Nu de herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog stilaan op hun einde lopen, stelt het Brusselse Schonekunstenmuseum (KMSKB) een nieuwe vraag: wat gebeurde daarna? Het antwoord is te vinden in Berlijn, tussen de twee oorlogen een mythische, bruisende stad, maar evengoed ongemeen brutaal en gepolariseerd. 

Met 3,8 miljoen inwoners was Berlijn toen de derde stad in de wereld (na New York en Londen) en het decor van allerlei evoluties: van politieke utopieën en spanningen over vrouwenemancipatie tot nieuwe artistieke stromingen.

 Galerie Der Sturm

Het verhaal dat hier wordt verteld, vat aan in 1912, het jaar waarin de befaamde galerie Der Sturm, aanjager van nieuwigheden als het dadaïsme en constructivisme, haar deuren opende. Daarna meandert de tentoonstelling door de ongeziene metamorfose die de stad ondergaat tot 1932. 

Avant-gardistische kunstenaars vonden er hun thuis, ook de Belgische schilder Jozef Peeters. “In een kosmopolitische stad als Berlijn kunnen zelfs de grootste extremen naast elkaar leven”, zegt hij, en hij heeft het over een “primitieve brutaliteit” die hem danig fascineert.

Maar de stad heeft natuurlijk eerst een nederlaag te verwerken, zo getuigt een zaal vol oorlogstrauma's. Van de wanhopige houtsneden van Käthe Kollwitz' reeks Der Krieg tot het schilderij van Otto Dix, die als soldaat gedegouteerd uit de oorlog kwam. In De herinneringen aan de Spiegelzaal van Brussel toont hij zijn afkeer van het leger via hooggeplaatste militairen die zich laten gaan in een Brussels hoerenkot.

De expositie, met 200 kunstwerken die geleend zijn van onder meer Guggenheim New York en Tate Modern, is opgebouwd uit verschillende thema's. De oorlogstrauma's dus, maar ook het ontstaan van de avant-garde, met bijvoorbeeld een fotocollage – destijds een gloednieuw medium – van dadaïst Raoul Hausmann. Met De kunstkriticus – inclusief lang potlood en geldbiljet in de hoed – rekende hij af met de volgens hem belachelijke kunstscene. 

'Vrouwen op straat' van Ernst Ludwig Kircher verbeeldt fel opgemaakte prostituees.Beeld © Von der Heydt-Museum Wuppertal, Antje Zeis-Loi, Medienzentrum Wuppertal

Dikke, sigaren rokende mannen

Flaneurs met camera's namen snapshots van het dagelijks leven in de Berlijnse straten, architecturale tekeningen fantaseren over nieuwe stedelijke visies, schilderijen tonen de roaring twenties, met de wilde nachten in jazzclubs en cabarets. 

Treffend hier is een lithografie van George Grosz, waarop dikke, sigaren rokende mannen in een of andere club naakte vrouwen bepotelen terwijl buiten arbeiders met houwelen en schoppen naar de fabrieken trekken. De titel van dit werk: Vroeg om vijf uur!

Interessant is ook de rol die vrouwen hier spelen. Niet alleen zijn in deze expositie best wat werken van vrouwelijke kunstenaars te zien, ze dienen ook vaak als onderwerp. Van de fel opgemaakte prostituees van Ernst Ludwig Kircher (Vrouwen op straat) tot de vermoeide, dronken vrouw na een carnavalsnacht (Aswoensdag/Karnavalscène) van Jeanne Mammen, die nog in Brussel studeerde. 

‘Van veel werken gaat een vaag voorgevoel uit, als een mysterieus voorteken van wat de geschiedenis later zal onthullen’
Inga Rossi-Schrimpf, curator

Maar evengoed figureren hier mooie portretten van vrouwen die zich bevrijd hebben van strakke korsetten en zeden. Ze dragen modieuze kleren en zinnenprikkelende make-up, ze gaan uit en roken, net als de mannen. 

Ook Belgische kunstenaars vonden hun weg naar de grote stad, zo toont deze expo. Paul van Ostaijen en dus ook Jozef Peeters hingen er een tijd rond als spilfiguren in de Belgische scene en toonden zich erg enthousiast over het leven in Berlijn, waar ze als vooruitstrevende kunstenaars werden beschouwd.  

"Van veel werken gaat een vaag voorgevoel uit," vindt curator Inga Rossi-Schrimpf, "als een mysterieus voorteken van wat de geschiedenis later zal onthullen." Want ja, Duitsland glijdt af en als we dieper de tentoonstelling in wandelen zien we de beeltenis van Adolf Hitler opduiken. 

Soort cabaret

"Deze tentoonstelling wil niet alleen de artistieke en utopische ideeën van die tijd doen herleven, maar ook doen nadenken over de toekomst", zegt Michel Draguet, directeur van de KMSKB. "De grote vragen van toen gelden vandaag nog altijd." Om die gesprekken aan te zwengelen, is in het museum een soort cabaret geënsceneerd, waar performances en debatten georganiseerd worden, maar ook filmvertoningen of muziek uit die tijd. 

Een van de foto's die hier te zien zijn, is eentje van de Rijksdag, die plots vol nationaalsocialisten zit. Wat opvalt is de gemoedelijke sfeer en de gelatenheid van de andere verkozenen. Of zoals we een toeschouwer hoorden zeggen: "Het doet denken aan Trump. Plots gebeuren er dingen die je nooit voor mogelijk had gehouden." 

The Art CriticMet De kunstcriticus rekent Raoul Hausmann af met de volgens hem belachelijke kunstscene. Beeld © ADAGP, Paris and DACS, London 2017

Berlin 1912-1932, tot 27/1/2019 in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel. fine-arts-museum.be