Iets meer dan een week voor de geplande sluiting besliste de ministerraad om de asielopvangcentra van het Rode Kruis in Sint-Niklaas en Houthalen-Helchteren langer open te houden. Voorlopig wordt er gesproken van negen maanden. Bij het Rode Kruis doen ze er momenteel alles aan om het centrum in militair domein Westakkers weer operationeel te krijgen, want de afbouw was al vergevorderd. “We zijn natuurlijk blij dat we de regering kunnen helpen, maar anderzijds zorgt dit voor heel wat extra inspanningen”, zegt woordvoerster Ine Tassignon. “Er verbleven nog slechts 64 bewoners, want alle gezinnen met kinderen waren reeds overgeplaatst. Alle niet-gebruikte bedden waren al afgebroken, en ook het speelgoed en ander materiaal was reeds overgebracht naar andere centra. Zelfs de contracten bij de nutsmaatschappijen waren al afgesloten. Het moeilijkste is momenteel om opnieuw genoeg medewerkers te vinden, want velen van hen zijn reeds verhuisd naar een ander centrum of gestopt. We zijn nog zeker op zoek naar twintig nieuwe medewerkers.”

Of het opvangcentrum na die negen maanden zal kunnen sluiten, durft het Rode Kruis nog niet te zeggen. “We zijn afhankelijk van de beslissingen van de regering. Voor zowel de bewoners als de medewerkers is het wel belangrijk dat daar duidelijkheid over komt, zodat we hen een toekomstperspectief kunnen bieden. Die onzekerheid is momenteel het moeilijkste.”

Het opvangcentrum Westakkers opende in 2015. Sindsdien waren er jaarlijks berichten dat het zou sluiten, wat telkens weer uitgesteld werd. Burgemeester Lieven Dehandschutter (N-VA) schat dat er in totaal zo'n duizend mensen verbleven hebben. “Een beperkt aantal bewoners is effectief in de stad blijven wonen. Het gaat dan vooral om Syriërs die aansluiting vinden bij de bestaande gemeenschap in de stad. De grootste inspanning die we als stad hebben moeten leveren, was het vervoer van de bijna tweehonderd kinderen naar lagere en secundaire scholen. In het opvangcentrum zelf hebben we niet meer of minder incidenten gehad dan in de rest van de stad.”