Direct naar artikelinhoud
Reportage

Het vroegste werk van Hergé brokkelt af

Op de tekeningen zijn cowboys, indianen, ridders en scouts te zien.Beeld C. Fonds Saint-Boniface, Bruxelles

De fresco's die Kuifje-tekenaar Hergé als jonge scout maakte in zijn scouting-clubhuis, dreigen verloren te gaan.

De brokken pleisterwerk op de vloer kraken onder de schoenen van historicus Thierry Scaillet. "Dit is niet van de fresco's, gelukkig. Dit is gewoon uit het plafond gevallen", zegt hij. Boven zijn hoofd hangen spinnenwebben, de muren zijn bekrast.

Wat op het eerste gezicht een vervallen garage lijkt, is het oudste nog bestaande scoutinglokaal van België, vertelt de historicus van de universiteit van Louvain-la-Neuve. De muren werden begin jaren twintig van de vorige eeuw beschilderd door de toenmalige scouts. De leider van dat groepje was Georges Remi, later wereldberoemd geworden als Hergé, de tekenaar van Kuifje.

"Uniek werk", zegt Scaillet, wijzend op een serie ridders te paard die langs de wanden galopperen. "Het is het oudste artistieke werk dat we kennen van Hergé. Als je het naast zijn latere werk legt, zie je de overeenkomsten." Maar ons land lijkt zich niet druk te maken om het erfgoed van een van zijn bekendste tekenaars.

Scaillet kon zijn geluk niet op toen hij de schilderingen in 2007 per toeval ontdekte in het opslaghok van de scoutingvereniging van het katholieke Institut Saint-Boniface Parnasse in de Brusselse gemeente Elsene. Tijdens een grote schoonmaak kwamen muurschilderingen tevoorschijn van cowboys, ruiters, indianen en scouts. Op de achtermuur bleek een kaart van België geschilderd met daarop de plaatsen waar de groep haar kamp had opgeslagen tussen 1919 en 1922.

'Als je het naast zijn latere werk legt, zie je de overeenkomsten'
Thierry Scaillet, historicus

Rommelhok

Dat Georges Remi bij de scouting van Saint-Boniface had gezeten en dat hij destijds zijn scoutinglokaal had beschilderd, was bekend, zegt Scaillet, die gespecialiseerd is in scoutingcultuur. "Maar men ging ervan uit dat dat allang overschilderd was. Elke nieuwe generatie scouts beschildert zijn lokaal namelijk opnieuw."

Dat de ruimte halverwege de jaren twintig een rommelhok werd, heeft de tekeningen gered, zegt hij. Al werd ook de nodige schade aangericht. "Iedere keer dat er een bal naar binnen werd gesmeten of geschopt, botste die natuurlijk tegen de schilderingen." De gevolgen zijn duidelijk te zien: overal zitten gaten in het pleisterwerk, dwars door de fresco's zijn haken geboord om materiaal op te hangen.

Rommelhok
Beeld C. Fonds Saint-Boniface, Bruxelles

Veel is er sindsdien niet veranderd. Andere experts bevestigden weliswaar de authenticiteit van de fresco's, maar een restauratie kwam nooit van de grond. Sterker nog, de fresco's raakten het afgelopen decennium verder beschadigd.

De onderzoeker toont een foto uit 2007 en wijst op krassen en beschadigingen die er toen nog niet waren. "Nog eens tien jaar, wat is er dan van over?", verzucht hij. Op de eerste verdieping erboven huizen de welpen, scouts van acht tot twaalf jaar. Zij gebruiken de ruimte met de fresco's als ingang. "Natuurlijk kun je zeggen 'niet aanzitten jongens', maar je weet hoe dat gaat."

Toch lijkt er hoop te gloren aan de horizon. Na een boze blog van een gemeenteraadslid blijkt het bestaan van het verwaarloosde erfgoed nu tot het gemeentebestuur doorgedrongen. Viviane Teitelbaum wil een beschermingsstatus aanvragen voor de schilderingen, zegt ze, zodat de federale overheid het grootste deel van een eventuele restauratie zal betalen. Daarvoor moet ze volgende week wel eerst herkozen worden.

'Je kunt zeggen 'niet aanraken', maar je weet hoe dat gaat'
Thierry Scaillet, historicus

Scaillet juicht niet te vroeg: "We zullen zien waar dit allemaal toe leidt."