Videospeler inladen...

40 jaar geleden stierf Jacques Brel: 10 weetjes over "Le Grand Jacques"

Vandaag is het precies 40 jaar geleden dat Jacques Brel stierf. De chansonnier uit Brussel was bij leven al een legende en groeide na zijn dood uit tot 1 van de grootste muzikale iconen die België ooit heeft voortgebracht. 10 weetjes over zijn leven en werk.

1. Een burgerzoon in een kartonfabriek

Jacques Brel wordt op 8 april 1929 in Schaarbeek geboren in een gezin uit de gegoede burgerij. Zijn vader Romain is afkomstig uit Zandvoorde bij Zonnebeke, zijn moeder Elisabeth is geboren en getogen in Brussel. Het echtpaar woonde eerder een poosje in Belgisch-Congo waar het een tweeling Pierre en Nelly kreeg. De beide kinderen stierven al op jonge leeftijd. Later volgde nog een zoon die ze opnieuw de naam Pierre gaven. Jacques is hun vierde kind.

Op school blijkt Brel geen hoogvlieger en eind de jaren 40 gaat hij aan de slag in de kartonfabriek van zijn vader. De job kan hem niet bekoren en hij kwijnt weg van verveling. Ook het burgerlijke milieu waarin hij is opgegroeid, hangt als een molensteen rond zijn nek. Later zal hij zijn afkomst uitvoerig bezingen (én hekelen) in zijn oeuvre.

In de katholieke jeugdbeweging La Franche Cordée vindt Brel een uitlaatklep. Daar experimenteert hij met muziek en toneel en geeft hij zijn eerste optredens. Hij krijgt de smaak als artiest te pakken en trekt de deuren van de kartonfabriek al snel voorgoed achter zich dicht.

Jacques Brel samen met Bobbejaan Schoepen in 1955.

2. Een echtgenote, drie dochters, vele maîtresses

La Franche Cordée inspireert Brel niet alleen tot een carrière in de muziek, hij leert er ook zijn echtgenote Thérèse Michielsen ("Miche") kennen. Ze trouwen op 1 juni 1950 en krijgen 3 dochters: Chantal (1951-1999), France (1953) en Isabelle (1958).

(Video onder: op 7 oktober 2008 vertelt dochter France over de culinaire voorkeuren van haar vader in "Plat préféré")

Videospeler inladen...

Al snel blijkt dat Brel geen trouwe huisvader is. Zijn gezin volgt hem aanvankelijk in zijn sporen, maar na enkele jaren keren Miche en de kinderen naar Brussel terug. Af en toe brengt Brel hen een bezoek, maar meer dan een "incidentele" vader is hij nooit. Toch zullen hij en Miche nooit scheiden. Hij zal haar en zijn kroost ook altijd financieel blijven ondersteunen.

2 dochters van Brel en zijn weduwe Miche bij de onthulling van een gedenkplaat aan zijn geboortehuis in 1979.

Brel is een homme à femmes en rijgt de rest van zijn leven verschillende buitenechtelijke relaties aaneen. Zo is hij eind jaren 50 een hele poos samen met de Franse actrice en zangeres Suzanne Gabriello. De jaren 60 spendeert hij bijna integraal aan de zijde van Sylvie Rivet. Wanneer hun relatie rond 1970 uiteenspat, papt hij met haar vriendin Marianne aan. Op het einde van zijn leven vindt hij troost in de armen van Maddly Bamy, een actrice en danseres uit Guadeloupe.

Maddly Bamy (december 2014).

3. Zwarte sneeuw in Parijs

In 1953 brengt Brel zijn eerste 2 liedjes op plaat uit: "La foire" en "Il y a". Hij vertrekt naar Parijs, maar daar zit niemand op hem te wachten. De Franse platenbaas Jacques Canetti laat hem enkele keren optreden in zijn cabaret Les Trois Baudets, maar toch ziet hij vooral zwarte sneeuw. Zijn eerste album "Grand Jacques" uit 1954 doet het slecht, al vertolkt Juliette Greco af en toe zijn nummer "Le diable (ça va)" tijdens haar optredens.

Rond die tijd ontmoet Brel in Parijs François Rauber en Gérard Jouannest, 2 muzikanten die de rest van zijn carrière zijn vaste begeleidingsband zullen vormen. Later sluit ook Jean Corti zich bij hen aan. Samen schrijven ze tientallen nummers, waaronder de grootste successen van Brel.

De grote doorbraak volgt in 1956 wanneer Brel met "Quand on n'a que l'amour" op de proppen komt, een single die een jaar later op zijn gelijknamige album verschijnt. Zijn muziek slaat eindelijk aan. 

In 1959 bevestigt Brel zijn talent als chansonnier met het album "La valse à mille temps". Daarop staat de hit met dezelfde titel, maar ook "Ne me quitte pas". Dat hoogst melodramatische nummer zal hem zijn allergrootste hit opleveren, al hoorde hij het naar verluidt zelf niet bijzonder graag.

4. Optreden, roken en drinken

Aan het einde van de jaren 50 is Brel helemaal gelanceerd. In de jaren die volgen reist hij de wereld rond en treedt hij op in tientallen landen, van Canada tot Madagaskar, van New York in de VS over Bakoe in Azerbeidzjan tot Moskou in de Sovjet-Unie. Dichter bij huis staat hij in 1961 voor het eerst als hoofdact op het podium van L'Olympia, de legendarische concertzaal in Parijs.

Hoewel zijn publiek in de landen waar hij optreedt vaak geen woord Frans spreekt of begrijpt, komt het massaal op zijn concerten af. Brel weet zijn toehoorders te begeesteren met een theatrale en dramatische manier van zingen waarbij hij zijn nummers als een acteur haarfijn uitbeeldt. Die nummers zijn steeds vaker zwaarmoedig met donkere thema's als de dood en verloren of onbeantwoorde liefde.

Jacques Brel op het podium van L'Olympia in Parijs (7 oktober 1966).
AFP or licensors

Brel werkt aan een hels tempo met honderden concerten per jaar en vaak meerdere optredens per dag. Hij rookt als een ketter en slaat grote hoeveelheden alcohol achterover. Slapen doet hij niet of nauwelijks. Tegen het einde van de jaren 60 zit hij helemaal op zijn tandvlees.

5. Een Vlaming die Frans spreekt

Terwijl de (Franstalige) buitenwereld Brel op handen draagt, schopt hij in Vlaanderen verschillende keren tegen zere schenen met enkele controversiële nummers. Dat doet hij een eerste keer in 1959 met "Les flamandes" waarin hij de draak steekt met Vlaamse vrouwen. Hij zingt hoe ze enkel met geld en kinderen krijgen bezig zijn terwijl de goegemeente en de clerus minzaam toekijken.

Een gelijkaardige kritiek is te horen in "Les bourgeois" uit 1962, een nummer waarin hij de hypocrisie van de burgerij door de mangel haalt. Zowel met dit lied als met "Les flamandes" steekt hij in de eerste plaats de hand in eigen boezem omdat hij zichzelf wegens zijn afkomst als een Franstalige Vlaming beschouwt. Toch ervaren veel Vlamingen de teksten als een belediging.

In andere nummers steekt Brel dan weer de loftrompet van "zijn" Vlaanderen. In "Marieke" uit 1961 zingt hij voor het eerst enkele zinnen in het Nederlands. Later zal hij verschillende van zijn liedjes integraal uit het Frans vertalen. Zo ook "La plat pays" of "Mijn vlakke land" waarin hij de schoonheid van West-Vlaanderen roemt, de provincie waar zijn vader vandaan komt.

Toch blijft Brel Vlamingen voor het hoofd stoten met venijnige nummers als "La, la, la" uit 1966. Daarin verwenst hij onder meer flaminganten en toont hij zich een voorstander van de republiek België. In 1977 rebelleert hij een laatste keer met "Les flamingants" of "Les F." Daarin spuwt hij zijn gal over Vlaams-nationalisten die hij met nazi's vereenzelvigt. Besluiten doet hij met de zin "Et je vous interdis d'obliger nos enfants à aboyer flamand" ("En ik verbied u onze kinderen te verplichten Vlaams te blaffen"). 

Hoewel hij "Les F." als ondertitel "chanson comique" meegeeft, schiet de tekst velen in het verkeerde keelgat. Fans als Marijn Devalck en Johan Verminnen vinden zijn woorden te scherp en onnodig beledigend. Vlaamsgezinde politici willen een boycot van het nummer, maar die komt er niet.

6. Acteren, regisseren en de mist ingaan

In 1967 neemt Brel een drastisch besluit: na jaren van intensief touren en duizenden optredens, kondigt hij zijn afscheid van het podium aan. Het nieuws slaat in als een bom want op dat moment staat hij aan het toppunt van zijn carrière. Op 16 mei geeft hij in Roubaix zijn laatste concert.

Brel gooit zich meteen op een nieuwe uitdaging: acteren. In 1968 speelt hij don Quichotte in "L'Homme de la Mancha" in de Munt in Brussel. Daarnaast speelt hij mee in verschillende films zoals "Mon oncle Benjamin" van Edouard Molinaro uit 1969 en "Mont-Dragon" van Jean Valère uit 1970.

(Video onder: op 10 oktober 1968 wijdt "Medium" uitgebreid aandacht aan de vertolking van Brel in "L'Homme de La Mancha")

Videospeler inladen...

Behalve acteren wil Brel ook regisseren. Dat doet hij 2 keer met "Franz" uit 1972 en "Le Far-West" uit 1973.  Telkens speelt hij zelf mee, maar de beide films floppen. Het succes dat hij als zanger en muzikant mocht beleven, zal in de wereld van de cinema altijd uitblijven.

(Video onder: op 19 november 1972 brengt "Première" een bezoek aan de set van "Le Far-West")

Videospeler inladen...

7. Met een zeilboot op wereldreis

Brel laat zijn mislukkingen op het witte doek niet aan zijn hart komen en stort zich op 2 nieuwe passies: vliegen en zeilen. Begin 1974 koopt hij de Askoy II, een zeilboot die in 1960 op de werf Van de Voorde in Antwerpen is gebouwd. Samen met zijn nieuwe muze Maddly Bamy en zijn dochter France scheept hij in voor een wereldreis.

Tussen zijn vriendin en zijn dochter botert het voor geen meter. Al snel verlaat France de boot en keert ze naar Europa terug. Brel en Bamy belanden uiteindelijk op Hiva Oa, een eiland in de Stille Oceaan dat deel uitmaakt van de Marquesaseilanden. Ze besluiten er te blijven. Brel koopt een klein vliegtuig waarmee hij als een taxidienst van eiland naar eiland vliegt. Hij doopt het Jojo.

Het vliegtuig van Jacques Brel.

Af en toe moet Brel naar Europa terugkeren omdat longkanker bij hem is vastgesteld. Hoewel chirurgen een groot deel van zijn linkerlong hebben verwijderd, blijft de ziekte hem in de ban houden.

8. Afscheid van een vriend

Behalve zijn eigen ziekte, verstoort een ander tragisch bericht het paradijselijke leven dat Brel op Hiva Oa leidt: in augustus 1974 sterft zijn goeie vriend George Pasquier, beter bekend als Jojo. 

Brel had Jojo al in 1955 ontmoet tijdens zijn optredens in Les Trois Baudets. De twee waren al snel onafscheidelijk en tegen 1958 was Jojo de persoonlijke assistent en vertrouweling van Brel. Hij volgde hem op al zijn tournees, was zijn chauffeur, inspecteerde de concertzalen en hield altijd en overal een oogje in het zeil.

Het nieuws van het overlijden van Jojo bereikt Brel pas na enkele weken. Hij is ontroostbaar. Als eerbetoon schrijft hij het nummer "Jojo". "Six pieds sous terre Jojo, tu chantes encore. Six pieds sous terre, tu n'es jamais mort" ("Zes voet onder de grond Jojo, je zingt nog steeds. Zes voet onder de grond Jojo, je bent niet dood"), zingt hij daarin.

9. Een zwanenzang in Parijs

Het nummer "Jojo" verschijnt in 1977 op "Les Marquises", het laatste album van Brel. Dat maakt hij van moetens omdat hij nog steeds onder contract ligt bij Barclay. De nummers schrijft hij op Hiva Oa, maar de opnames vinden tussen 5 september en 1 oktober 1977 plaats in Parijs.

Voor Brel zijn de opnames een lijdensweg. Hij is sterk verzwakt door zijn ziekte en kan niet meer dan 1 of 2 nummers per dag inzingen. Toch slaagt hij erin pareltjes als "Jaurès" of "Voir un ami pleurer" op plaat te zetten. In "Vieillir" bezingt hij dan weer zijn eigen doodsstrijd.

"Les Marquises" verschijnt op 17 november 1977. Dankzij een uitgekiende promotiecampagne van Barclay gaan uiteindelijk meer dan 1 miljoen exemplaren over de toonbank. Brel deert het allemaal weinig. Hij is meteen na de opnames naar Hiva Oa teruggekeerd en trekt zich van het hele circus niks aan.

In de zomer van 1978 gaat de gezondheid van Brel zienderogen achteruit en moet hij naar Europa terugkeren. Op 9 oktober bezwijkt hij in een ziekenhuis in Bobigny in de buurt van Parijs. Hij is amper 49. Later krijgt hij een laatste rustplaats op de begraafplaats van Atuona, een dorp op Hiva Oa.

De kist met het lichaam van Brel wordt naar de luchthaven van Roissy gebracht voor de terugtocht naar Hiva Oa (12 oktober 1978).

Maddly Bamy laat een gedenksteen bij zijn graf optrekken waarin hun beide gezichten staan gegraveerd. Dat is niet naar de zin van de weduwe en de dochters van Brel die in 1998 een nieuwe gedenksteen plaatsen met daarop een gedicht en hun namen. Bamy stapt hierop naar de rechtbank. Ze haalt haar slag thuis en mag de originele steen terugzetten.

10. "Meug nie weggoan nie"

40 jaar na zijn dood staat de naam van Jacques Brel nog steeds als een huis. Muzikaal heeft hij tal van artiesten beïnvloed, onder wie grote namen als Charles Aznavour die recent is overleden.

Daarnaast hebben tientallen muzikanten en groepen zijn nummers gecoverd of vertaald, van Arno, Adamo en Will Ferdy tot Shirley Bassey, Blink 182, Ray Charles, Sam Cooke, John Denver, Marlene Dietrich, Céline Dion, Marianne Faithfull, Nina Simone, Frank Sinatra, Dusty Springfield, Sting en zelfs Nirvana. Wouter Deprez voegt daar nog een cover in het West-Vlaams van "Ne me quitte pas" aan toe onder de noemer "Meug nie weggoan nie".

De geest van Brel leeft ook voort in de Askoy II. In 1976 verkoopt hij de boot die daarna nog verschillende keren van eigenaar wisselt. In 1994 komt het vaartuig voor de kust van Nieuw-Zeeland in een storm terecht waarna het op Baylys Beach op het Noordereiland strandt.

Enkele zeilfanaten en fans van Brel richten in 2004 de vzw Save Askoy II op met als doel de boot te redden. Ze verkrijgen de eigendomsrechten op het wrak en graven het in december 2007 op het strand in Nieuw-Zeeland op. In mei 2008 komt het in België aan, al is het op dat moment niet veel meer dan een hoop verwrongen en verroest staal.

Sindsdien vinden in Rupelmonde en in Zeebrugge uitgebreide restauratiewerkzaamheden plaats. Als alles volgens plan verloopt, moet de Askoy II volgend jaar weer zeevaardig zijn.

(Video onder: op 10 januari 2005 vertelt Piet Wittevrongel van de vzw Save Askoy II in "De laatste show" over de plannen om het wrak te bergen en te herstellen)

Videospeler inladen...

Eind vorig jaar krijgt Brel een standbeeld op het Oud Korenhuis in Brussel. Het is van de hand van Tom Frantzen en toont de chansonnier zingend en met de armen wijd gespreid.

Naar aanleiding van de 40e verjaardag van zijn overlijden, brengt Music Hall Brel binnenkort hulde met de muzikale hommage "Je m'appelle Jacques Brel". Daarbij zingt Brel-vertolker Filip Jordens zijn grootste hits. Dat doet hij op 12 oktober in Capitole Gent en op 14 oktober in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen. Diezelfde Filip Jordens speelde recent de hoofdrol in de herneming van "L'Homme de la Mancha" van Brel in de KVS.

Videospeler inladen...

Ook Zandvoorde staat stil bij de 40e verjaardag van de dood van Brel. Het dorp heeft een kunstenparcours uitgetekend dat bezoekers langs een tiental locaties brengt die aan hem herinneren.

In 2012 heeft "Belpop" een volledige aflevering aan de carrière en het oeuvre van Brel gewijd. Die kan u integraal herbekijken op VRT NU.

Meest gelezen