© Joren De Weerdt

Wie droomt van een luxueuze loft, kan hier wat inspiratie opdoen

Carlo Heleven (62) en Anita Vanden Bergh (55) kunnen toveren. Geef hun een bouwval en ze maken er een pareltje van. Hun recentste project? Een nieuwe eigen zaak: Concept Store Arcobaleno op de Steenweg op Diest in Turnhout. Gehuisvest in wat voordien een afgeleefde fietsenwinkel was. Zelf wonen ze in een riante, moderne loft in Kasterlee. In een mooi staaltje van hun eigen, tijdloze stijl.

Chris Segers

“We komen precies altijd ruïnes tegen”, knipoogt Anita. “Die renoveren we samen van a tot z. Om er dan zonder spijt afstand van te doen en weer een nieuw project aan te pakken. En zo blijven we bezig (lacht).” Sinds begin 2017 betrekken Carlo en Anita een ruime loft in het hart van Kasterlee. Al was hier geen sprake van een ruïne. Eerder van een samenloop van omstandigheden. “We waren drie jaar eerder van Ramsel (Herselt, red.) naar Frankrijk verhuisd. Het plan was om ons in de Provence te settelen”, vertelt Carlo. “Daar hadden we een oude villa gerenoveerd en ingericht als B&B met table d’hôte. Maar het klimaat stak stokken in de wielen. Het bleek er gewoon veel te warm. Dus hebben we onze B&B te koop gezet.”

© Joren De Weerdt

Veel sneller dan verwacht daagde er een gegadigde op. En dus moest het stel halsoverkop op zoek naar een andere stek én een nieuwe bron van inkomsten. “Ik stootte toevallig op deze loft in Kasterlee”, zegt Anita. “En pas nadat we die gekocht hadden, zijn we ook de om­geving gaan verkennen. Want toen de mensen hoorden dat we terug naar België kwamen, kregen we de vraag of we ook opnieuw met een interieurwinkel ­gingen beginnen. Onze vorige woning in Ramsel dubbelde namelijk als antiek- en ­interieurzaak. Turnhout leek ons een goede uitvalsbasis voor een nieuwe onderneming. En per toeval vonden we daar ook een ­geschikt pand.”

Negen maanden na hun terugkeer naar de Kempen kondigden Carlo en Anita de geboorte van Concept Store Arcobaleno aan. De winkel in Turnhout is open van donderdag tot en met ­zondag. De andere drie dagen reserveren de zaakvoerders voor maatwerk en totaalprojecten. Dat laatste mogen we zelfs letterlijk nemen. “We doen echt alles of niets”, klinkt het. “Het ­hele plaatje moet kloppen.”

© Joren De Weerdt

Tijdloze stijl

Qua visitekaartje kan de ruime loft alvast tellen. De woonoppervlakte binnen bedraagt 400 vierkante meter. En daar komt nog een dakterras van 160 vierkante meter bij. “In twee maanden tijd hebben we de loft helemaal naar onze smaak afgewerkt en heringericht”, vertelt Carlo. “De ­basis zat goed. De loft was al vormgegeven.”

Via de trap van de inkomhal stappen we rechtstreeks de open leefruimte binnen. Centraal daarin bevindt zich het keukenblok. De tafel, dwars vastgemaakt aan het kookeiland, bakent de zithoek af. Een witte, open stalen trap leidt naar de gastenkamer, bureauruimte en de master­bedroom met badkamer en dressing.

“De leefruimte hebben we functioneler ingericht”, vertelt Anita. “En ze kreeg ook een nieuwe parketvloer. De muren en plafonds schilderden we wit. Wit is al dertig jaar mijn hoofdkleur. Toch voelt het hier niet koud aan. Dat komt omdat we warme accenten toevoegen. Hout, bijvoorbeeld. Hout maakt van een woning een warme thuis.”

© Joren De Weerdt

Of Anita haar stijl kan definiëren? “Tijdloos”, zegt ze. “Ik ben mettertijd naar een sobere versie van een landelijk interieur geëvolueerd. Maar het ­allermooiste vind ik nog altijd de combinatie van een oud, authentiek pand met een moderne ­inrichting. Ik hou ook erg van hoge plafonds. ­Eigenlijk is het hier te laag naar mijn goesting (lacht). Maar de centrale vide met open trap maakt dat weer goed. En ook het uitzicht is geweldig. Wij kijken op de kruinen van de bomen, op de lucht en de wolken. Van het gewoel buiten en beneden hebben we hier geen last.”

© Joren De Weerdt

Eerst bellen, dan binnen

Voor hun verhuizing naar de Provence waren de Kempen jarenlang de thuisbasis van Carlo en Anita. Toch liggen hun roots in Limburg en Vlaams-Brabant. “Carlo is kok. Hij had vroeger een restaurant in Aarschot”, zegt Anita. “En ik werkte er in de zaal. Een opleiding tot interieur­architect hebben we nooit gevolgd (lacht).”

Maar Carlo bleek wel een oog te hebben voor mooie interieurs. Zijn restaurant richtte hij zelf in, met oude spullen van de rommelmarkt. “Als ik naar de Vroegmarkt in Brussel reed om inkopen te doen voor mijn restaurant, stopte ik ook altijd op het Vossenplein”, vertelt hij. “Alles in mijn ­restaurant was te koop. We kregen vaak complimenten over de inrichting ervan. Die ­pasten we elk jaar opnieuw aan. Zo zijn we ­stilaan in de ­antiek- en interieurbranche gerold.”

© Joren De Weerdt

Carlo verkocht zijn restaurant en opende een ­antiekzaak op het Vossenplein in Brussel. Later verkaste hij met Anita naar de Kempen. Het paar huisde 25 jaar in een door henzelf gerenoveerde oude maalderij in Ramsel. “We woonden gewoon in onze zaak”, vertellen ze. “En onze klanten ­kwamen op zondag bij ons op bezoek. Een etalage of reclamebord hadden we niet. Wie niet wist dat wij ons bezighielden met interieurvormgeving, vond ons niet. Alleen ingewijden kenden de weg. Die belden gewoon aan en wandelden door de voordeur naar binnen. Wij zorgden voor een ­hapje en een drankje en maakten het gezellig.”

“In feite doen we nu hetzelfde in onze conceptstore in Turnhout”, zegt Anita. “Met dat verschil dat de deur van Arcobaleno vier dagen per week wijd openstaat (lacht). En toch durven veel mensen precies niet binnen te komen.”

© Joren De Weerdt

“Nochtans is de Steenweg op Diest met 7 miljoen auto’s per jaar een drukbereden route”, weet Carlo. “We zien wel automobilisten stoppen, uitstappen, door de ramen kijken en weer in hun auto stappen. En wat ook opvalt: dames komen vaak in de week eerst poolshoogte nemen. Op zondag zien we ze dan terug, mét hun echtgenoot.”

Eten en drinken

Misschien zijn de Kempen nog niet klaar voor een manier van winkelen die in onze grootsteden en buurlanden wel enthousiast omarmd wordt? “Dan wordt het tijd dat ze een keertje langskomen”, meent Anita. “Iedereen is welkom. Je vindt bij ons alles wat met wonen en lifestyle te maken heeft. Denk aan meubels, verlichting en decoratie, vaak van Belgische labels. Kunstwerken verkopen we ook. Maar evengoed kleding, schoenen, handtassen en juwelen. En je kan er ook iets eten of drinken. Op de kaart staan bagels, slaatjes, pastagerechten, suggesties en ook iets zoets. Alles is altijd vers én zelfgemaakt door Carlo. De wijnen die we schenken, halen we zelf bij een bevriende wijnboer in de Côtes du Rhône.”

© Joren De Weerdt

In de loft zijn de wijnen het eerste waar ons oog op valt. Ze kregen een prominente plaats in de inkomhal. De flessen nemen een hele muur in beslag. Ze staan subtiel verlicht en strak in het gelid op smalle, witte plankjes. “In de hal heerst een constante temperatuur”, weet Anita. “Zowel zomer als winter. Ideaal om wijn te bewaren.” Hoe de wijn smaakt, kunnen we u niet vertellen. Maar de koffie vinden we heel lekker. Die smaakt zelfs naar meer.

Eyecatchers in de loft:

1. Galerie in huis

© Joren De Weerdt

De loft leent zich uitstekend tot het etaleren van bijzondere stukken. Geen wonder dat de werken van ­bevriende kunstenaars hier een ­plekje vonden. In de leefruimte ­hangen en staan verschillende ­creaties van Christophe Demaître en ­Dorlie Fuchs. “Demaître is een Belgische kunstenaar die uiteenlopende technieken beheerst en combineert”, weet Carlo. “Hij verpakt zijn werken vaak in ­plexiglazen kasten. Fuchs is van Duitse komaf. Zij werkt graag met hout en klei.”

2. Oude elementen

© Joren De Weerdt

© Joren De Weerdt

“Enkele interieurstukken verhuizen altijd mee met ons”, vertelt Anita. “Ze hebben een bijzondere betekenis. We kunnen er geen afstand van doen, ze maken deel uit van ons ­leven.” Anita doelt op een reuzegroot ‘houten wiel’ op een sokkel. En op een gigantische bal in massief eik, door een vriend gedraaid. De smalle, lange salontafel is een souvenir van de Provençaalse B&B. Onze gastvrouw ontwierp het aparte meubel zelf. “Heel spontaan”, zegt ze. “Het is een originele plank van het dak van de B&B. En ze rust op een betonnen bal en tuinvaas.”

3. Platenkast

Zowel in de loft als in de winkel staat een ­jukebox. Voor de loft tekende Carlo een op maat gemaakte platenkast. Die herbergt een deel van zijn verzameling Franse chansons. “Als er bezoek is, staat de jukebox geregeld op”, zegt Anita. “Heel gezellig is dat. Hoeveel singletjes we hebben? Toch wel een paar duizend, denk ik.”

© Joren De Weerdt

4. Zelfgemaakte kunst

© Joren De Weerdt

Carlo verzamelt niet alleen plaatjes, hij sprokkelde ook lang theekopjes van ­Royal Boch. In verschillende f­ormaten, maar slechts in één kleur: wit. “Op de rommelmarkt kocht ik een sokkel uit plexiglas”, ­vertelt hij. “Daar heb ik alle kopjes in gestapeld.” Met restjes hout uit het atelier van Ramsel maakte hij een ander, uniek kunstwerk. Dat kreeg een plaats aan de muur in de gang naar de masterbedroom.