De bestendige deputatie van de provincie Antwerpen, waarin De Nijn gedeputeerde was voor Personeel, Wonen en Veiligheid, had op 25 oktober 2012 een beroep ingewilligd tegen een bouwvergunning voor twintig appartementen op een terrein aan de Tervuursesteenweg in Mechelen. Later bleek dat de echtgenote van De Nijn één van de 22 buren was die beroep had aangetekend. Hij had zich bijgevolg moeten onthouden van elke bespreking of stemming in dit dossier.

“Toen de initiatiefnemer van de beroepsprocedure bij mijn vrouw had aangebeld, was ze net druk bezig in haar praktijk. Ze had snel iets getekend en dacht dat het een petitie was tegen een bouwproject in de buurt. Ze had er mij ook niets over verteld”, verklaarde De Nijn.

Toen het dossier op 22 oktober 2012 op een hoorzitting kwam, was niemand van de deputatie aanwezig. Drie dagen later werd het beroep ingewilligd. “De beslissing was door de provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar al genomen en wij hebben die gewoon bekrachtigd. Ik heb mijn handtekening gezet, zonder te weten waarover het ging.”

“Dat zou getuigen van een schrijnend gebrek aan beroepsernst en verantwoordelijkheidszin”, zegt advocaat-generaal Herman Jansens. “Maar ik denk dat u wel degelijk met kennis van zaken hebt gehandeld. Mij lijkt het ongeloofwaardig dat u niet geweten zou hebben dat uw echtgenote belanghebbende partij was en dat zij dacht slechts een petitie ondertekend te hebben.”

De Nijn had na zijn veroordeling in eerste aanleg ontslag genomen als schepen. Arrest op 16 november.