Verwilderde honden in het Midden-Oosten.
محمد الفلسطيني/Wikimedia Commons/CC BY-SA 3.0

Eerste landbouwers brachten hun honden mee uit Midden-Oosten naar Europa

Mensen en honden hebben een lange gezamenlijke geschiedenis, en toen de eerste landbouwers/veekwekers Europa binnentrokken vanuit het Midden-Oosten, brachten ze hun honden mee. Dat blijkt uit een nieuwe studie van DNA uit de archeologische overblijfselen van 99 honden. 

Landbouw en veeteelt zijn begonnen in wat de "Vruchtbare Halvemaan" genoemd wordt, een streek in het Midden-Oosten die delen beslaat van het huidige Irak, Syrië, Cyprus, Libanon, Jordanië, Israël en de Palestijnse gebieden en Egypte, en enkele randgebieden van Iran en Turkije.

De nomadische jagers-verzamelaars in die streek begonnen 11.000 jaar geleden zich te vestigen in dorpen, en de voorouders van verschillende granen, erwten en bonen, en linzen te verbouwen. Ook domesticeerden ze wilde schapen, geiten, varkens en koeien.

Zo'n 9.000 jaar geleden trokken de landbouwers vanuit de Vruchtbare Halvemaan Europa en Azië binnen, en nu is gebleken dat hun honden hen vergezeld hebben tijdens die migratie en hun expansie gedurende duizenden jaren tot in het noorden en het westen van Europa. 

Dat blijkt uit een paleogenetisch - genetica toegepast op oude overblijfselen - onderzoek van 99 stoffelijke resten van honden uit Europa en Azië.

Uit onderzoek van het mitochondrisch DNA blijkt dat de honden uit het Midden-Oosten tijdens het neolithicum of de jonge steentijd, beetje bij beetje de bovenhand haalden op de Europese populaties van honden die de jagers-verzamerlaars al sinds minstens 15.000 jaar geleden gedomesticeerd hadden. Mitochondriën zijn de "energiefabriekjes" van de cellen, en ze hebben hun eigen DNA, dat uitsluitend langs moederskant wordt doorgegeven.  

Antwoorden uit paleogenetica

Kaart met de aankomst van de honden van de eerste landbouwers in Europa. In het geel de honden die de jagers-verzamelaars in Europaal gedomesticeerd hadden voor het neolithicum, in het groen de honden die de eerste landbouwers vergezelden tijdens hun trek door Europa in het neolithicum.
© Morgane Ollivier et al.

Genetisch onderzoek op oud, zelfs prehistorisch, DNA heeft een echte revolutie teweeggebracht voor onze kennis van de geschiedenis van oude populaties. Hier blijkt uit de analyse van DNA van 99 prehistorische overblijfselen van honden, dat voor het neolithicum - 15.000 tot 6.000 jaar geleden, afhankelijk van de regio -, in Europa al de honden die gedomesticeerd werden door de jagers-verzamelaars behoren tot de zelfde genetische groep, haplogroep C. 

In de loop van de eeuwen, en parallel met de verspreiding van de neolithische revolutie die de landbouw en veeteelt met zich meebracht, verschijnt een nieuwe genetische groep, haplogroep D, die afkomstig is uit het Midden-Oosten. 

Uit die resultaten blijkt de trage opmars van de honden uit het Midden-Oosten, eerst naar Zuid-Europa vanaf het begin van het neolithicum in Europa, zo'n 9.000 jaar geleden, vervolgens hun expansie naar Centraal-Europa, 7.500 jaar geleden, en tenslotte hun aankomst in Noord- en West-Europa, zo'n 6.000 jaar geleden.   

Een moderne hond "houdt de wacht" bij het skelet van een prehistorische hond. (Foto: R.Haurillon/Inrap)

Een tweede migratiegolf in de bronstijd?

Opvallend is dat de moderne honden die wij nu kennen, bijna allemaal een geheel andere genetische opmaak hebben, en behoren tot de haplogroep A. 

De nieuwe studie stelt dat deze afstammingslijn mogelijk in Europa is ingevoerd na het einde van het neolithicum, meer bepaald tijdens de menselijke migraties in de bronstijd. Die migraties vanuit de Pontisch-Kaspische steppen, die zich uitstrekken vanaf de monding van de Donau tot de Oeral, hebben een erg belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Europa en Azië, onder meer door de verspreiding van paarden, metaalbewerking en gierst. Mogelijk hebben ook die populaties hun eigen honden meegebracht. 

Die kwestie moet nog voort onderzocht worden, evenals de vraag waarom de honden uit groep D en later A de voorkeur hebben gekregen. Het team dat de nieuwe studie heeft uitgevoerd, hoopt nog meer te weten te komen over de oorsprong, de migraties en de evolutie van de honden. 

De studie van de Université de Rennes, ENS Lyon, het Muséum national d'histoire naturelle,  het CNRS, de University of Oxford en onderzoekers uit Zweden, Roemenië, Rusland en Israël is gepubliceerd in  "Biology Letters"

Hoofdonderzoekster Morgane Ollivier geeft uitleg bij de studie.

Alle honden stammen af van wolven. (Foto: Gary Kramer/US Fish and Wildlife Service)

Meest gelezen