Van "jobs, jobs, jobs" naar "minder, minder, minder armoede"

Er woedt onder arbeidsspecialisten een discussie over de gevolgen van het beleid van de regering-Michel. Vakbondsman Chris Serroyen (ACV) besloot hier gisteren: "Van jobs, jobs, jobs naar armoede, armoede, armoede". Professor Stijn Baert trekt nu het omgekeerde besluit: "naar minder, minder, minder armoede".

opinie
BAHNMULLER FRANK
Stijn Baert
Stijn Baert is professor Arbeidseconomie aan de Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen

Niet “jobs, jobs, jobs”, maar “armoede, armoede, armoede” staat blijkbaar op de voorpagina van de geheime atomaschriftjes van de regering-Michel. Het is wat je zou gaan denken als je een aantal recente opiniestukken over het beleid van de regering naast elkaar legt.

De taxshift, de hervorming van de inschakelingsuitkering, het armoedebeleid van staatssecretaris Zuhal Demir: al deze hervormingen zouden vooral tot meer armen leiden.

Gisteren vulde ACV-sherpa Chris Serroyen het lijstje aan. Volgens hem zal ook de versnelde degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen neerkomen op meer armen.

Weerstand

Over die versnelde degressiviteit is al menig toetsenbord aangeslagen. Tegen 1 januari 2019 zullen de werkloosheidsuitkeringen verhoogd worden tijdens de eerste maanden dat men werkloos is om nadien versneld naar een bodemniveau te zakken. Het gaat om een ambitieuze, ernstige hervorming, zodat het niet kan verbazen dat deze weerstand oproept.

Hoewel ik eerder al aangaf deze hervorming te zien als een “first best”-hervorming voor ons land, begrijp ik een deel van die weerstand. Zo begrijp ik dat individuele werklozen zich er ongemakkelijk bij voelen. Doen zij dan nog niet genoeg hun best om een baan te vinden dat een dergelijke hervorming nodig zou zijn? Ik twijfel er niet aan. Quasi alle werklozen willen echt weer aan de slag willen. Maar dan moet het uiteraard wel lonen.

Geen euro minder voor werklozen

Wat ik echter moeilijk kan volgen, is dat verstandige mensen – of in het geval van Chris Serroyen: heel verstandige mensen – deze hervorming gelijkschakelen aan meer armoede. En dit nog voor de precieze modaliteiten op papier staan.

De regering-Michel legde in de arbeidsdeal slechts de principes van de versnelde degressiviteit vast. Eén van die principes is evenwel cruciaal. Namelijk dat de hervorming budgetneutraal zal zijn. De hervorming is dus geen besparing: er lekt geen enkele euro naar een andere uitgavenpost. De versnelde afname wordt gecompenseerd door een hoger startniveau. En de uitkeringen zullen niet naar een lager bodemniveau zakken.

Wat dat laatste betreft, kan de regering-Michel volgens mij zelfs nog een stap verder gaan. Door het bodemniveau niet constant te houden, maar te verhogen. Als de degressiviteit voldoende versneld wordt, ontstaat automatisch ruimte om dat te doen. Zo verlaagt (!) men het armoederisico voor langdurig werklozen.

Werk als wapen tegen armoede

Ten tweede is er vanzelfsprekend het hogere doel van de hervorming: mensen naar een duurzame baan leiden vooraleer ze langdurig werkloos zijn. Sneller dus dan nu, maar ook niet té snel. Vandaar het idee om de uitkeringen gedurende de eerste maanden te verhogen. Het geeft mensen de ruimte om niet zomaar elke baan aan te nemen, maar in eerste instantie op zoek te gaan naar de best mogelijke – en dus duurzame – job. De versnelde afname van de uitkeringen wanneer men langer werkloos blijft, moet werklozen nadien prikkelen om de poule van te overwegen vacatures te verbreden.

Wanneer deze hervorming haar job doet – samen met de andere maatregelen van de arbeidsdeal – en de langdurige werkloosheid wordt teruggedrongen, dan is er een bijkomend voordeel vanuit armoedeperspectief. Een baan hebben sluit weliswaar armoede niet uit, maar het verkleint wel de kans drastisch.

Alternatief?

Ten slotte is er de vraag wat het alternatief is voor de geplande hervorming. Alles houden zoals het is? Neigt nogal sterk naar struisvogelpolitiek – onze werkzaamheidsgraad is echt niet om aan te zien. De uitkeringen laten toenemen over de tijd, zoals enkele collega’s voorstelden? Ik hoor het hen graag eens aftoetsen bij VDAB-medewerkers die dagelijks het beste van zichzelf geven om mensen naar een baan te leiden.

Het enige echte alternatief, waar Open Vld en N-VA in het verleden al voor pleitten, is een stopzetting van de werkloosheidsuitkeringen na pakweg twee jaar. Er valt iets voor te zeggen. Buitenlands onderzoek leert immers dat een substantiële groep werklozen een baan vinden net rond het moment dat ze hun uitkering (dreigen te) verliezen. Mij lijkt het evenwel een minder goede hervorming.

Omdat je op dat moment ook een grote instroom in inactiviteit zult zien: sommige mensen zullen het zoeken opgeven. En daar bevindt zich reeds het grote probleem van de Belgische arbeidsmarkt: niet zozeer ons aantal werklozen is hoog in vergelijking met het buitenland, wel het aantal inactieven.

Wie pleit tegen de versnelde degressiviteit moet dan ook beseffen dat als die hervorming sneuvelt, het voorstel om na twee jaar werkloosheid de uitkeringen te stoppen snel weer op tafel komt. En dan heeft wie zich zorgen maakt over meer armoede mogelijk wel een punt.

Uitgestoken hand

Volgens mij houdt het bestrijden van de geplande hervorming van de werkloosheidsuitkeringen vanuit armoedeperspectief dus geen steek. Waar ik het wel met Chris Serroyen eens ben – en dus ook met collega Ive Marx gisteren in De Standaard – is dat ons arbeidsmarktbeleid structureel zou moeten afgetoetst worden bij verschillende experten.

In dat opzicht zit er aan de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen nog een belangrijk los eindje.  In de arbeidsdeal staan twee pistes om de uitkeringen te verhogen gedurende de eerste maanden werkloosheid. Deze uitkeringen worden berekend als een percentage van het laatst verdiende loon, begrensd door een maximumloon van ongeveer 2600 euro. In eerste piste verhoogt men gedurende de eerste maanden dit percentage.

In een tweede piste wordt het huidige startpercentage van 65% behouden, maar verhoogt men het maximumloon. Dat laatste is mijns inziens een slecht idee, omdat enkel de hoogste inkomens zodoende een hogere startuitkering zouden genieten. Ik ben evenwel benieuwd naar hoe collega’s hierover denken.

Alleszins hoop ik dat alle expertise die in ons land aanwezig is, aangewend wordt om van de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen een succesverhaal te maken. Laat ons deze hervorming polijsten met een duidelijk doel voor ogen: onze werkzaamheidsgraad naar een aanvaardbaar niveau krijgen en, zodoende, onze sociale zekerheid betaalbaar houden. Ook wat dat betreft zijn activeringsbeleid en armoedebeleid elkaars bondgenoten.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen