Videospeler inladen...

Zo reageren havenbedrijven: "Méér kunnen we niet doen" tot "Nog veel werk aan de winkel"

De bedrijven in de Antwerpse haven erkennen het probleem van de luchtvervuiling in Antwerpen. "Ze mogen ons met de vinger wijzen, maar dan moeten ze ook toegeven dat de uitstoot van onze industrie jaar na jaar daalt." Op vlak van mobiliteit, transport en brandstof van schepen zijn er wel nog grote stappen vooruit mogelijk. 

"Het is belangrijk vast te stellen dat de uitstoot van de industrie jaar na jaar vermindert", zo zegt Jean-Pierre Van Dijk van de Belgische Petroleum­federatie. "De overheid legt ons strenge normen op en volgt die zeer nauwgezet op, maar er zal altijd een impact blijven. De haven is een gigantische verzameling van industriële bedrijven die bovendien ieder op zich vaak groot in omvang zijn."

"Erg goede uitstootcijfers"

"Weet u dat de uitstoot van stikstofdioxides door de chemische bedrijven intussen beperkt is tot 3 procent van het Belgische totaal?", zegt Gert Verreth van Essenscia, de koepel van chemische bedrijven in ons land. Andere industrietakken zijn nog verantwoordelijk voor 18 procent, landbouw, huishoudens en transport voor 79 procent. "Die uitstoot beperken is echt een permanent streven, maar we zitten wel zo goed als op de grens van wat nog mogelijk is", meent Essenscia.

De petroleumfederatie zegt dat iets anders. "Bij het verstrengen van de eisen die Vlaanderen (op basis van Europese wetgeving) oplegt, maken we ons wel zorgen of het dan nog economisch efficiënt en verantwoord is", zegt Jean-Pierre Van Dijk het subtiel. "We leven in een zeer competitieve wereld met een economische activiteit op wereldschaal. Als normen onhaalbaar worden, zou het kunnen dat de productie uiteindelijk naar het buitenland verschuift. En dan importeren we misschien ooit producten die hier gemaakt hadden kunnen worden uit landen waar de normen veel slechter zijn."

Sigrid Spinnox

Wat wel nog kan (of moet) gebeuren

Alfaport, de koepelvereniging van havenbedrijven die aangesloten zijn bij VOKA, zegt wel dat er nog veel werk aan de winkel is. "Er werken 60.000 werknemers in de haven die voor het woon-werkverkeer nog al te vaak op de auto zijn aangewezen", zegt Stefan Vanfraechem. "Daarom pleiten we voor meer openbaar vervoer en zetten we zelf in op fietsbussen, busvervoer, vervoer over water tot in de haven met de Waterbus en zo meer. Ook het vervoer van containers willen we meer via binnenvaart en per spoor laten verlopen.  Voor binnenvaart zitten we trouwens bijna aan ons vooropgesteld doel." 

Bovendien wil de haven ook de vervuiling door zeeschepen aanpakken. Er is "Walstroom", een proefproject aan het Deurganckdok, waardoor vrachtschepen die aan wal liggen, aangesloten worden op het elektriciteits­net. Nu moeten de motoren blijven draaien tijdens het laden en lossen, wat erg belastend is voor de luchtkwaliteit. "De nieuwste schepen zijn erop voorbereid, de kabels liggen klaar, maar we hebben nog zo'n 2 jaar nodig om de eerste stroomcentrale te bouwen", zo weet Vanfraechem.  

Copyright 2018 The Associated Press. All rights reserved.

Waar rook is, is niet altijd ... vervuiling

Niets is wat het lijkt, zegt de industrie nog. Zo krijgen de petrochemische bedrijven wel eens kritiek op het affakkelen in de raffinaderijen. Metershoge vlammen verbranden dan overtollige gassen. De Petroleumfederatie benadrukt dat dit enkel in uitzonderlijke situaties gebeurt. "Voor onze bedrijven is dat puur verlies, want we verbranden kostbare brandstof. Het gebeurt enkel als er een probleem is, een onevenwicht tijdens het productieproces. En als een vlam langere tijd brandt, dan is dat om een proces op gang te brengen. Het duurt soms even voor het juiste evenwicht is gevonden. Maar dat affakkelen gebeurt dus allesbehalve permanent en daardoor is de impact dus eerder beperkt." 

Ook de andere chemische bedrijven hebben soms nog te maken met een perceptieprobleem. "Mensen zien rook uit onze schouwen komen, maar weten niet dat het in de meeste gevallen om waterdamp gaat. Alle reststromen in onze bedrijven zien we intussen zowat altijd als een nieuwe grondstof. Ook als gassen niet meer nuttig zijn, worden ze opgevangen en gefilterd of verwerkt. We herzien ook processen waardoor er veel minder uitstoot is. "

Meest gelezen