dinsdag 30 oktober 2018 - Nieuws
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

#DITISGENK

Door

Deel 3: Job of dop

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen lag plots het altijd zo geroemde Genkse samenlevingsmodel onder vuur. De nationale media lieten geen spaander heel van hét multiculturele voorbeeld van ons land. Het resulteerde in bitsige debatten, en een verkiezingsuitslag die sporen van polarisering en segregatie vertoont. Maar hoe staat het, dertig jaar na de sluiting van de mijnen, met de samenleving in de tweede grootste stad van Limburg? Onze journalisten duiken een week lang de stad in, op zoek naar de Genkse smeltkroes, op zoek naar #ditisGenk.

Ali Outferdine was na een ongeval jarenlang werkloos, maar nu is hij vrijwilliger en schrijnwerker bij vzw De Sluis. Serge Minten

Dalende werkloosheid in Genk is vooral te danken aan meer tewerk-stelling van Turken en Marokkanen

“Allochtone jongeren weten vandaag dat ze op -1 starten”

GenkEind september telde Genk exact 2.900 werkzoekenden. Dat is 10,28 procent van de beroepsbevolking, van de Vlaamse centrumsteden scoort enkel Antwerpen slechter. Maar toch heeft de tweede grootste stad van Limburg zich na de sluiting van Ford Genk bijzonder snel herpakt. En, zo blijkt uit de cijfers, dat is vooral te danken aan een hogere tewerkstelling van mensen met Turkse of Marokkaanse origine. “Die jongeren weten vandaag dat ze op -1 beginnen. Maar dat sterkt hen. Als het bij bedrijf X of Y niet lukt, proberen ze wel bij bedrijf Z.”

DIT IS GENK - DEEL3 - OVER WERK . Het Belang van Limburg

Een van de Genkse initiatieven om personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te herintegreren, is vzw De Sluis. Ali Outferdine is er volop bezig met hout te zagen en het maken van boxsprings. Het doet hem zichtbaar deugd, na een erg somber verleden. “Na een ongeval was ik jarenlang werkloos”, zegt de 49-jarige man met twee volwassen kinderen. “Ik zocht wel werk, maar dat was heel moeilijk. Via het OCMW ben ik hier drie jaar geleden terechtgekomen als schrijnwerker en vrijwilliger, en ik voel me helemaal thuis. Vroeger hoorde ik elke vrijdag in mijn omgeving dat het ‘eindelijk weekend’ was. Maar voor mij was het elke dag weekend, ik vond dat verschrikkelijk. Thuis zitten is niets voor mij, ik werd er ongelukkig van.”

De Sluis wordt door de stad ondersteund met financiële middelen. Doel is niet alleen om het mentale welbevinden van werklozen te verbeteren, maar ook om hen dichter bij de reguliere arbeidsmarkt te brengen. “Twintig procent van onze medewerkers stroomt door naar een andere werkplek”, zegt coördinator Kim Cuypers. “Dat is zeer goed. De mensen die hier terechtkomen, geraken moeilijk aan werk door fysieke problemen, door kansarmoede of door hun migratieachtergrond. We hebben hier dus een zeer divers publiek.”

In de leerwerkplaats staat onder andere een schrijnwerkerij en een naaiatelier. Externe opdrachtgevers bestellen kussens, dekens, maar ook zetels en boxspringbedden. “In de schrijnwerkerij hebben we mensen die competenties willen ontwikkelen, maar die nog niet helemaal klaar zijn om in de houtindustrie te werken”, zegt Cuypers.

Ford Genk

Dat de werking van vzw De Sluis nodig is in Genk bewijzen de cijfers. De werkzaamheidsgraad - het aantal van de werkende Genkenaren in de bevolking - is er met 56 procent immers veel te laag (zie kader). Het komt er dus op aan die arbeidsreserve te activeren, en dat is precies wat De Sluis doet.

Die werkzaamheidsgraad veranderde de voorbije vijf jaar amper. Waar wel verbetering merkbaar is, is de werkloosheidsgraad. Die is met 10,28 procent is nog steeds het hoogst van heel Limburg, maar daalde, net als in de rest van onze provincie, wel erg fors de voorbije jaren. En dat terwijl de sluiting van Ford Genk amper vier jaar geleden is.

Kentering

Uit de meest recente cijfers blijkt ook dat de werkloosheid sneller daalt in de bevolkingsgroep met een origine buiten de Europese Unie (lees: vooral Turken en Marokkanen) dan bij diegenen die een herkomst hebben binnen de EU. In die eerste categorie daalde de werkloosheid op jaarbasis met 10,4 procent, tegenover een daling van 6,5 procent in de laatste. In 2006 was het aandeel van de etnisch Maghrebijnen en Turken in de werkloosheid nog 36,3 procent, nu is dat al gezakt tot 27,6 procent, wat quasi een weerspiegeling is van de Genkse bevolking

Twintig procent van onze medewerkers stroomt door naar een andere werkplek Kim CUYPERS Coördinator vzw De Sluis

Ook Cetin Ikiz, coördinator bij jeugdwelzijnswerk GIGOS, ziet hoe er stilaan een kentering komt bij Turkse en Marokkaanse jongeren. “Ik zeg niet dat het hen niets meer doet als ze het gevoel krijgen dat ze gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt, maar ze weten nu wel dat de kansen komen. Omdat allochtone jongeren beseffen dat ze op -1 zullen starten, is er een zekere wilskracht. Misschien lukt het niet bij bedrijf X of Y, maar dan proberen ze wel bij bedrijf Z. Ze weten dus heel goed dat ze het niet gemakkelijk zullen hebben op de arbeidsmarkt, maar daar komen ze net krachtiger uit.”

Die kentering wijt Ikiz vooral aan een betere informering. “De stad heeft de voorbije jaren tal van initiatieven ondernomen, bijvoorbeeld via jobcoaches en straathoekwerkers. Ook wij proberen met GIGOS ons steentje daartoe bij te dragen. We weten naar waar we die jongeren moeten doorverwijzen. En ik moet zeggen, de cv’s die ik hier onder ogen krijg, zijn zowel qua lay-out als op het vlak van taal van een erg hoge kwaliteit.”

Proletariaat

Wat niet uit de cijfers af te leiden is, is welke jobs die migranten hier uitvoeren. Maar te vrezen is dat velen van hen de jobs uitvoeren die niemand wil doen. Genk blijft immers de gemeente met de laagste lonen in Limburg, met een mediaan van 16.722 euro netto per jaar. “Vroeger was de arbeidersklasse een mix van allerlei nationaliteiten, maar tegenwoordig is dat niet meer zo”, zegt Fernando Marzo, voorzitter van migrantenbeweging ACLI. “Het proletariaat bestaat voor 80 procent uit migranten, waaronder veel nieuwe. De Vlaamse arbeidersklasse heeft zich verbeterd, maar die plaats onderaan is overgenomen door migranten. Dat fenomeen zie je overal, tot in New York. Daar moet iets aan gedaan worden. Net zoals aan de discriminatie, die er toch nog steeds is. Ook in Genk. Dat er lokaal heel sterk ingezet wordt op werkwinkels en werkstations is goed. Maar de discipline om werk te aanvaarden moet anders, én de werkgevers moeten een andere politiek hanteren. Achmed en Mohammed mogen niet geweigerd worden omdat ze niet Jan of Jef heten. Dat is niet meer aanvaardbaar.”

Wat zeggen de cijfers?

Werkzaamheidsgraad baart zorgen

Slechts zes op de tien mannen tussen 18 en 65 jaar heeft een job. Voor vrouwen is dat zelfs maar iets meer dan de helft. Dat brengt de werkzaamheidsgraad in Genk op 56 procent. Dat is het laagste van de 13 centrumsteden, en zelfs ver onder het gemiddeld (63,1%).Wat ook opvalt in de cijfers, is het studieniveau van de niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Meer dan de helft (52,2%) van de Genkse werkzoekenden is laagopgeleid, tegenover 43,8 procent in Limburg.

 

Onze visie

Een pluim voor elke Genkenaar

“Het kan tien tot twintig jaar duren, vooraleer de krater die Ford Genk zal achterlaten, weer gevuld zal zijn.” Een onderzoek van de UHasselt voorspelde in november 2012 een erg sombere toekomst voor Genk en bij uitbreiding Limburg. Amper vier jaar nadat de laatste auto van de band rolde bij Ford Genk, lijkt er van die krater echter al geen sprake meer. Dat is zeker te danken aan de goede conjunctuur en het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK), maar een pluim voor de wilskracht van elke Genkenaar - van burgemeester tot arbeider - is eveneens op zijn plaats.

Toch zijn er nog grote uitdagingen. Als morgen een nieuw groot bedrijf zich vestigt in Genk, zal het alle moeite van de wereld hebben om hoogopgeleiden in eigen regio te vinden. En een bedrijf dat enkel werkt met laagopgeleiden, zal niet lang kunnen concurreren met de lageloonlanden.

Decaan Piet Pauwels spreekt dus terecht van een traag sociaal proces dat zich moet voltrekken in Genk. De twaalf nieuwe richtingen die de UHasselt wil inrichten, kunnen daar een belangrijke aanzet toe zijn. Zodat Genkse bedrijven hun ingenieurs niet langer in Leuven of Eindhoven moeten gaan zoeken, maar wel kunnen plukken uit eigen tuin.

Piet Pauwels (decaan economie)

“Werkzaamheids-graad moet twintig procent hoger”

“Na de sluiting van Ford is er in Genk veel gebeurd”, zegt Piet Pauwels, decaan Economie aan de UHasselt. “De politieke wil om bestaande bedrijven te ondersteunen en snel zaken in gang te zetten, is op een positieve manier verbazingwekkend. Dat maakt dat tal van bedrijven, ook in de automobielsector, hun tweede adem gevonden hebben.”

Maar er is nog veel ruimte voor verbetering, aldus Pauwels. “De werkzaamheidsgraad moet tot twintig procent hoger. Er zijn bovendien te veel laagopgeleiden en te weinig hoogopgeleiden onder de werklozen. Daardoor is er een structurele kansarmoede. Daar is geen mirakeloplossing voor, zelfs niet als er plots drie of vier bedrijven bijkomen. Het is eerder een traag sociaal proces.”

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws