Artsen keren zich tegen plan De Block

Zowel huisartsenvereniging Domus Medica als het Algemeen Syndicaat van Geneeskundigen van België en de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten zijn geen voorstander van de richtlijnen die minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) wil laten opstellen door het Nationaal College voor Sociale Verzekeringskunde. Die richtlijnen moeten artsen helpen bij het bepalen hoe lang een patiënt moet herstellen. Voorlopig zijn acht aandoeningen geselecteerd, gaande van borstkanker over lage rugpijn tot burn-out.

Nochtans vaardigde Domus Medica twee huisartsen af om samen te werken met dat Nationaal College. Maar intussen betwijfelt de huisartsenvereniging ernstig of het nog wel zo'n goed idee is. Met name de reactie van werkgeversorganisatie Voka Limburg dat de plannen van De Block “een overwinning voor onze ondernemingen, hun medewerkers én de talloze bonafide artsen” noemde, is in het verkeerde keelgat geschoten. Voka pleitte al langer voor het objectiveren van ziektetermijnen en het inperken van wat het “het arbitraire aspect bij het uitschrijven van ziektebriefjes” noemt.

“Ik wil nu eerst bevestiging van de minister dat dit geen  besparingsoperatie is en dat de richtlijnen wel degelijk enkel en alleen als hulpmiddel voor de artsen zijn bedoeld”, zegt Domus Medica-voorzitter Roel Van Giel. “Onze grote schrik is dat ze zullen worden misbruikt door werkgevers en controleartsen, die zo’n termijn als wet gaan beschouwen.”

Wie was vragende partij?

Ook het Algemeen Syndicaat van Geneeskundigen van België, dat 40 procent van de huisartsen vertegenwoordigt, deelt die bezorgdheid. Volgens voorzitter Reinier Hueting is er vooral sprake van windowdressing. “De problematiek van langdurige arbeidsongeschiktheid groeit en de politiek wil nu een vuist maken, maar dit is echt niet de manier om dat probleem aan te pakken. Als Maggie De Block zegt dat artsen vragende partij waren, dan vraag ik me af welke arts zij heeft gesproken.” 

Lees ook: Artsen over plan De Block: “Mensenleven is te ingewikkeld om in tabel te gieten”

Marc Moens van de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten spreekt in eigen naam, maar ontkent eveneens dat de vraag vanuit artsenmiddens kwam. “Het klopt dat het voorschrijfgedrag van artsen fel uiteen kan lopen. Maar dit is geen goed antwoord daarop, ik vrees dat dit zich tegen de patiënten zal keren.”

Minister De Block is zich bewust van de bekommernis van de artsen, zegt haar woordvoerder. “De minister wil dat de richtlijnen breed worden gedragen. Het moet dus een hulpmiddel worden voor huisartsen dat gebaseerd is op een wetenschappelijke consensus.” De precieze formulering van de richtlijnen zal ervoor moeten zorgen dat ze door controleartsen niet sanctionerend kunnen worden ingezet, luidt het. 

Opinie: Komt een vrouw bij de controlearts, vraagt die ‘of ze wel beter wíl worden?’

De angst dat de richtlijnen tegen de patiënt zullen worden gebruikt, is volgens de minister dus ongegrond. “Met dit houvast rond de minimumduur willen we de patiënt net beschermen tegen willekeur. En er kan nog altijd worden afgeweken van deze richtlijnen wanneer maatwerk nodig is.” Sowieso staat er nog overleg gepland met de artsen, zegt het kabinet-De Block. “We staan nog maar aan het begin van de studieopdracht. We betreuren dat er voortijdig over is gecommuniceerd.”