Een team wetenschappers aan de universiteit van Kopenhagen onderzocht, op vraag van enkele Deense zuivelbedrijven, het effect van kaas met een laag vetgehalte en kaas met een ‘gewoon’ vetgehalte.

Daarvoor volgden de vorsers gedurende twaalf weken 139 proefpersonen. De deelnemers moesten bloedstalen laten nemen en werden verdeeld over drie groepen: een groep die dagelijks 85 gram kaas at met een vetpercentage tussen de 25 procent en 32 procent, een andere groep at elke dag kaas met een vetpercentage tussen de 13 en 16 procent en de derde groep at brood met confituur.

Wat bleek na de testperiode? In het bloed van de deelnemers was geen significant verschil in het LDL-gehalte, beter bekend als ‘slechte cholesterol’. Er was ook geen sprake van gewichtsverlies- of toename bij de deelnemers. De mensen die voor de vettere kaas kozen hadden wel een lichtjes hoger HDL-gehalte, ook ‘goede cholesterol’ genoemd.

De vorsers concluderen dat kaas met een ‘normaal’ vetpercentage dus gewoon in het dieet mag worden opgenomen. Ze onderstrepen wel dat de resultaten niet gelden voor andere zuivelproducten en dat het neutrale effect van kaas op cholesterol nog verder moet worden onderzocht.