Bent u klaar voor de comeback van de monchhichi’s?
Bijna uitgestorven, maar nu helemaal terug: de Monchhichi. De harige aapjes waren big in the eighties, verdwenen een aantal jaar uit beeld maar proberen nu, met de hulp van een nieuwe tv-reeks, hun plaats in de speelgoedrekken te heroveren.
Jonge ouders op zoek naar een trip down memory lane moeten dezer dagen op Ketnet Jr. zijn. Daar kunnen ze sinds goed een week naar Monchhichi kijken, een nagelnieuwe animatiereeks met een aantal oude bekenden in de hoofdrol.
De monchhichi’s uit de titel, een soort harige knuffelaapjes, waren in de jaren 80 alomtegenwoordig in Vlaamse kinderkamers. Maar het verhaal van de monchhichi gaat nog verder terug. Tot 1974 om precies te zijn. Toen tekende een zekere Yoshiharu Washino het eerste prototype van zo’n monchhichi. Al zal hij voor dat ontwerp nooit een originaliteitsprijs krijgen.
Washino baseerde zich wel heel nadrukkelijk op de toen al populaire ‘kuta kuta monkey’. Maar door dat speelgoedaapje menselijkere gelaatstrekken te geven en het te voorzien van sproeten en lange wimpers, werd de monchhichi nog net iets aaibaarder dan het origineel.
Het geloof in de apen was groot, want de Sekiguchi Corporation, die de beestjes fabriceerde, verscheepte ze niet lang daarna in groten getale richting Europa. Vooral in Duitsland, waar in 1978 zelfs de allereerste Monchhichi Boutique met enkel apenkledij opende, werden de Japanse knuffels een hype.
Eindeloze mogelijkheden
De rage was goed voor 70 miljoen verkochte exemplaren in meer dan veertig landen. De verklaring daarvoor is, zoals bij de meeste hypes, moeilijk te duiden. Vaak wordt verwezen naar het uitgesproken unisex-karakter van de figuurtjes. Net zoals de teddybeer is de monchhichi speelgoed waar zowel jongens als meisjes warm voor lopen. Ook in de accessoires die je bij zo’n speelgoedaapje kan kopen, wordt daar volop op ingespeeld. Wil je een schattige baby, een mooie prinses, een stoere politieagent of liever een indiaan? De mogelijkheden zijn eindeloos. Dat zorgde er voor dat de kleine aapjes ook bij ons tijdens de jaren 80 als zoete broodjes over de toonbank gingen.
Eens de rage ging liggen, verhuisden de monchhichi’s naar de achterste rayons van de speelgoedwinkel, om uiteindelijk quasi helemaal uit beeld te verdwijnen. “Al zijn ze nooit echt helemaal weggeweest”, zegt Telidja Klaï, die bij Ketnet verantwoordelijk is voor de aankoop van animatiereeksen. “Op Instagram, bijvoorbeeld, doken de voorbije jaren geregeld foto’s op van monchhichi’s op wereldreis die dan, zoals het echte toeristen betaamt, bij bekende monumenten poseren.”
Aapjes met een ziel
Die bescheiden aanwezigheid op sociale media willen de Japanse apen nu weer inruilen voor een plek op het voorplan. De nieuwe animatiereeks moet daar voor zorgen. En bij Ketnet hebben ze er alvast een goed oog in. “De reeks is mee ontwikkeld door PGS Entertainment”, vertelt Klai. “Een Parijs bedrijf gespecialiseerd in kinderreeksen, dat eerder ook al van De kleine prins een wereldwijd succes maakte. Zij zijn erin geslaagd om die aapjes een ziel te geven. Ze hebben er echt karaktertjes van gemaakt. Dat maakt ze nog aantrekkelijker.”
Ook Vanessa De Geest, conservator van het speelgoedmuseum in Mechelen, ziet in de monchhichi’s wel hype-potentieel. “Nostalgie is al een aantal jaar een trend. Ook speelgoed uit de jaren 80, zoals de monchhichi’s dus, doet daar zijn voordeel mee.”
In het zog van de televisiereeks komt ook een golf van merchandising op ons af. Er zijn natuurlijk de poppetjes in alle vormen en maten en de bijbehorende kleertjes. Maar er liggen binnenkort ook puzzels, spelletjes en boeken met en over de monchhichi’s in de winkelrekken.
Toch is er voor de Japanse aapjes nog werk aan de winkel als ze opnieuw de koningen van de speelgoedwinkel willen worden. “We hebben het hele monchhichi-assortiment sinds eind september in ons aanbod zitten”, vertelt Bert Aerts van speelgoedwinkelketen DreamLand. “Maar de verkoop valt tot nu behoorlijk tegen.” Al betekent dat niet dat de apen nu al naar het achterplan verdwijnen. Aerts: “De reeks is bij ons nog maar een week op tv te zien. Misschien moeten we gewoon nog wat geduld hebben.”