Direct naar artikelinhoud
Architectuur

Frans Masereel Centrum krijgt eindelijk rechte muren

Binnenkant van het verlengstuk van het Frans Masereel Centrum, dat nu in aanbouw is.Beeld Geert Braekers

Het Frans Masereel Centrum in Kasterlee is waar kunstenaars komen om nieuwe grafische projecten te realiseren. Als er dan een nieuw gebouw bijkomt, mag het experiment niet worden geschuwd. Ook belangrijk: ze hebben er dan eindelijk rechte muren. 

Het heeft ergens iets weg van een klein vakantiepark, het Frans Masereel Centrum in het Kempense Kasterlee. Dat komt door de driehoekige bungalowwoningen, waar kunstenaars of kunststudenten even kunnen verblijven om zich op hun grafische kunst toe te leggen. Bedoeling is dat er in het centrum zoveel mogelijk ruimte is voor creatie en experimenten, of zoals een medewerker het omschrijft: zotte dingen. Op de benedenverdieping van het centrum staan dan ook allerlei drukpersen om de grafische kunstwerken mee te maken. 

Maar aan fysieke ruimte is er op dit ogenblik dus nog een tekort, waardoor deze ontmoetingsplek voor  kunstenaars al in 2012 groen licht kreeg van de Vlaamse overheid voor een uitbreiding. “We zijn in 2017 begonnen met de bouw van het verlengstuk aan het huidige gebouw”, vertelt directeur Sofie Dederen. “Dat gaan we gebruiken voor ateliers, een archief en als exporuimte. Voor de kostprijs van het project moet je rekenen op 1,1 miljoen euro.” 

‘We gaan het nieuwe gebouw gebruiken voor ateliers, een archief en als exporuimte’
Sofie Dederen, directeur

Taart

Vanaf februari zou het nieuwe gebouw klaar zijn en in mei van volgend jaar staat er een groot evenement voor het publiek op de planning. Het nieuwe gebouw moet naadloos aansluiten op het oude en gaat er verschillende manieren mee in dialoog, vertellen de architecten ons tijdens een kleine rondleiding op de werf. Het oude gebouw moet je je voorstellen als een koepel, en het nieuwe is dat in essentie ook. 

"Alleen hebben we daar stukken uitgesneden zoals bij een taart”, zegt architect Ido Avissar van het Parijse bureau LIST. “Door die driehoekige uitsparingen komt iedereen elkaar ook tegen in het midden van het gebouw. De hoeken die je van in het midden van het gebouw ziet, lijken zo ook veel op de straathoeken die je tegenkomt in de stad, terwijl je door de vensters ook altijd het landschap kunt zien.” 

De Japanse architect Hideyuki Nakayama en zijn Franse collega Ido Avissar.Beeld Geert Braekers

De natuur rond het kunstcentrum is zowel voor het oude als voor het nieuwe stuk belangrijk. De architect Lou Jansen, lid van de zogenaamde ‘Turnhoutse school’, die het gebouw in 1967 neerzette, had volgens Avissar het idee opgevat dat je altijd naar het landschap moest kunnen kijken als je aan een machine werkt. 

‘Door de driehoekige uitsparingen komt iedereen elkaar tegen in het midden van het gebouw’
Ido Avissar, architect

De relatie tussen het kunstcentrum en de idylle van de bomen en de weiden errond, hebben de architecten nu eveneens in het verlengstuk weten te vatten. De typische Vlaamse huizen uit de omgeving waren ook een grote inspiratiebron, zegt de Japanse architect Hideyuki Nakayama, die samen met het Parijse bureau het winnende ontwerp indiende voor dit project.

“Als je de vorm van het gebouw geometrisch bekijkt ziet het er allemaal misschien wat ingewikkeld uit”, zegt Nakayama. “Maar eigenlijk hebben we het allemaal simpel proberen te houden. Het dak bestaat uit houten balken en aan de buitenkant zijn de muren gewoon van baksteen. Net als de huizen of boerderijen uit de buurt, bestaat dit gebouw basically uit bakstenen met balken erop. Dat gevoel wilden we heel graag overbrengen op de bezoeker.” 

‘Net als de huizen of boerderijen uit de buurt, bestaat dit gebouw basically uit bakstenen met balken erop’
Hideyuki Nakayama, architect

Muur

Tussen het oude en het nieuwe gebouw is er wel een opmerkelijk verschil, waar al vaak op is gevloekt. Omdat het centrum zich op dit moment in een koepelvormig gebouw bevindt met een cilinder voor de trap in het midden, staat er geen enkele rechte muur in.

Het probleem: als je een print wil bevestigen aan een gebogen muur, dan is je werk ook ineens gebogen. En als je een groot zeefdrukwerk ophangt, zie je ofwel de ene kant van het werk ofwel de andere, maar nooit beide, zo geeft een medewerker aan. Dat euvel is in het oude gebouw deels verholpen met houten vitrinekasten, maar toch... “We hebben inderdaad zoveel mogelijk rechte muren gebruikt”, zegt Avissar. “Omdat we weten dat grafische kunstenaars dat wel belangrijk vinden als ze hun werken ophangen.”