Direct naar artikelinhoud
Economie

Frieten onder vuur in internationale handelsoorlog - en België is het slachtoffer

Onze nationale trots wordt geboycot. Beeld Photo News

Onze nationale trots is in de ban van een geopolitieke oorlog. De Belgische friet krijgt invoertaksen opgelegd in Afrika en Zuid-Amerika. Europa is verdeeld over tegenmaatregelen.

Vandaag staan frieten op het menu van de Europese ministers van Handel. Figuurlijk dan, want de Belgische delicatesse is onderwerp van een heus handelsconflict. De frietoorlog zit erg complex in elkaar, maar is een spel van geopolitiek en protectionisme.

Belgische, Nederlandse en Duitse producenten van diepgevroren frieten moeten sinds deze maand een zogeheten antidumpingheffing betalen in Colombia. Daarmee volgt het Zuid-Amerikaanse land eerdere handelsbelemmeringen die opgelegd werden aan producenten voor hun export en invoer in Zuid-Afrika en Brazilië.

‘De markt wordt afgeschermd op basis van foutieve aannames, maar we staan machteloos’
Romain Cools, Belgapom

“De hoogte van de heffing verschilt van bedrijf tot bedrijf, maar varieert van 5 procent tot zelfs meer dan 100 procent”, zegt Romain Cools van de beroepsfederatie Belgapom. Hij schetst een uiterst complex handelsconflict, waarvan het einde nog niet in zicht is. Sterker zelfs, het breidt almaar verder uit: Peru en Argentinië broeden op een gelijkaardige maatregel. “Het is een domino-effect met verregaande gevolgen”, aldus Cools.

“Consument wordt hier niet beter van”

Op de achtergrond speelt een geopolitiek spel waarbij lokale monopolisten hun thuismarkt beschermen. In Zuid-Afrika ligt het Amerikaanse concern McCain mee aan de basis van een procedure die leidde tot de heffing. In Colombia zorgde dan weer Congelados, een zuster uit dezelfde groep, mee voor de strategische antidumpingheffing. In Brazilië is het de lokale reus BEM die het voortouw neemt.

“Het toppunt is dat de consument er ter plekke niet beter van wordt”, zegt Cools. “De markt wordt afgeschermd op basis van foutieve aannames, maar we staan machteloos.” 

In het kader van de procedure wordt Belgische, Duitse en Nederlandse frietproducenten verweten dat ze hun producten tegen dumpingprijzen op de lokale markten gooien. Dat klopt niet, maakt Cools zich sterk. De procedure rammelt aan alle kanten, en appelen worden met peren vergeleken, schetst de secretaris van de federatie. “Er zijn grote kwaliteitsverschillen en bijgevolg grote prijsverschillen.” 

Wat de producenten in Europa leveren zijn andere frietproducten. De lengte van de friet is verschillend, er is een verschil in gebruikte bakolie of de afwerking is anders. De productie voor die exportlanden is verschillend. Dat leidt tot prijsverschillen, maar dat wordt niet in rekening gebracht.

Doodknijpen

De Europese Commissie en verschillende juridische entiteiten die betrokken zijn, erkennen dat de producenten het gelijk aan hun kant hebben. Maar ze treden voorlopig niet op tegen de onrechtmatige heffingen. 

België hoopt de andere lidstaten ertoe te bewegen om een procedure te beginnen bij de Wereldhandelsorganisatie WTO. “Het argument van antidumping wordt hier misbruikt voor protectionisme, en het vrijwaren van de marges van lokale producenten”, zegt Cools. “We krijgen wel mondelinge steun van Europa, maar tot actie komt het niet.” 

Mogelijk omdat andere lidstaten vooralsnog niet geraakt worden en hun lokale producenten op de loer liggen om marktaandeel in te pikken.

‘Het argument van antidumping wordt misbruikt voor protectionisme’
Romain Cools

Cools vermoedt een perverse strategie. “Als grote conglomeraten de markten afschermen, dan kunnen ze via dochtervestigingen in andere landen hetzelfde doen. Met als gevolg dat ze de andere producenten doodknijpen. Een heffing van 5 procent is niet leuk, eentje van 10 procent doet pijn. Vanaf 15 procent mag je het vergeten in de internationale competitie. Alles daarboven is bedoeld om een producent kapot te maken.”

Ons land is – hoeft het nog te verbazen – koning in frietland. De aardappelsector is de snelst groeiende in de agro-industrie. België is de grootste exporteur van frietaardappelen. De sector ging van 500.000 ton in 1990 naar 4,6 miljoen ton vorig jaar, zegt Cools. Meer dan 90 procent van de productie is bestemd voor de export, een derde daarvan is bestemd voor buiten Europa.