Direct naar artikelinhoud
Reportage

Geert Jan Jansen vervalste 20 jaar lang topkunst: “Het was het waard”

Voorstelling ‘True Copy’ brengt het verhaal van de oplichter
Beeld Koen Broos

Kan een oplichter de waarheid laten oplichten? Geert Jan Jansen nam twintig jaar lang de kunstwereld bij de neus door vervalste schilderijen te verkopen als originelen. Uiteindelijk legde zijn demasqué vooral de hypocrisie van het milieu bloot. Eind deze week speelt Jansen de hoofdrol in de voorstelling True Copy, maar eerst neemt hij ons mee in het verfspoor van een avontuurlijk leven.

“Het went snel, in een kasteel wonen”, bromt Geert Jan Jansen, wanneer we de oprijlaan opdraaien en de sprookjesachtig witte Disney-torentjes zien opdoemen, ingebed in een melancholisch herfstlandschap. Kasteel Beverweerd is een elegant landhuis in Engelse Tudor-stijl, helemaal anders dan het Franse chateau waar Jansen en zijn vriendin Ellen vroeger woonden. Vroeger, dat wil zeggen: vóór die dag in 1994 waarop Jansen in Orléans werd ingerekend door de Franse gendarmerie en zijn spel van de meester-vervalser abrupt tot een eind kwam.

Het was een spel met een onwaarschijnlijk verloop. Vanaf eind de jaren 70 slaagde Jansen erin om in naam van pakweg Picasso, Mondriaan of Matisse duizenden volmaakte kopieën – schilderijen, gouaches, lithografieën – te produceren, signeren en verkopen aan galeries en musea. Dat ging absurd gemakkelijk: gerenommeerde experts gaven hun zegen en zelfs de kunstenaar deed soms onbewust een duit in het zakje. 

In de inkomhal van het kasteel wijst Jansen op een ingelijste zwart-witfoto van Karel Appel. De Cobra-schilder heeft zich breed lachend laten fotograferen naast een werkje van zijn hand. Jansen: “Appel beweerde dat hij zich nog herinnerde dat het een koude winter was, dat er kinderen speelden in de sneeuw en dat hem dat inspireerde tot het gebruik van witte tinten. Maar hij had dat werkje helemaal niet geschilderd, dat had ik gedaan.”

Als een schrijffout in een certificaat hem niet had verraden, zou Geert Jan Jansen vandaag nog steeds een vervalser zijn

Avontuur

Met Appel is het voor Jansen allemaal begonnen – met Appel én een beetje zin voor avontuur. Jansen: “Ik heb m’n hele leven zo’n beetje geschilderd. Op een dag had ik iets gemaakt ‘in de stijl van’ Appel. Ik bracht het naar de veiling, uit nieuwsgierigheid, ik wilde weten of het zou lukken. Het ging in eerste instantie niet om geld. Een vriend van Appel kocht het en toen hij buitenliep hoorde ik hem zeggen ‘Ik weet zeker dat het echt is, ik heb het nog in Karels atelier zien staan.’” (lacht)

Wel, dacht Geert Jan Jansen, als het zo zit, dan hoef ik me nergens zenuwachtig over te maken. Vanaf dat moment beweegt hij zich als een vrolijke Pietje Bell door de internationale kunstwereld: verkopend, vervalsend, bedriegend. Het boek dat hij schreef over die bewogen periode, Magenta, leest als een schelmenroman.

Wanneer Jansen aangeeft “dat hij altijd wel zo’n beetje schilderde” is dat een understatement. Al in de inkomhal van het kasteel lachen schijnbaar perfecte Rembrandts en Lempicka’s ons toe. Terwijl we naar de bovenste verdiepingen klimmen ontmoeten we Renoir, Klimt en Mondriaan. Jansen beheerst schilderstijlen van de zeventiende tot de 21ste eeuw – de meest recente kunstenaar die hij aanpakte is Banksy. 

En ongelooflijk maar waar: de meester heeft geen meester. Zijn studie kunstgeschiedenis leverde hem enkel boekenwijsheid op; in zijn kennis van het mengen van kleuren en het gebruik van penselen is Jansen volstrekt autodidact. Het verklaart zijn bescheidenheid, maar ook zijn beroepstrots. “Ik heb altijd geprobeerd kwaliteit te leveren”, schrijft hij in zijn boek. Jansen houdt niet van geklungel. Wie de boel oplicht, moet dat minstens goed doen.

Schuldgevoel

Dat Jansen daar zo lang in slaagde heeft niet alleen te maken met zijn perfectionisme maar ook met de wereld waarin hij opereerde. Toen hij gevat werd was het debacle groot voor de kunstwereld: een netwerk van kunsthandelaars, experts, kunsthistorici, veilingmeesters en verzamelaars bleek graag bereid om niet te veel vragen te stellen bij de herkomst van een werk. 

Jansen: “Ze kunnen alles onderzoeken, maar dat kost geld en tijd. Een kunsthandelaar die iets heeft gekocht gaat niet op zoek naar een probleem.” Iedereen weet van vervalsingen, maar iedereen verkiest te zwijgen. Het bespaart Jansen een hoop schuldgevoel. Jansen: “Ik heb niemand benadeeld. Ik heb alleen maar gezien dat andere mensen aan mijn werk nog meer verdienden dan ikzelf.”

Jansen maakt thee en smeert broodjes in de keuken. Boven de gootsteen hangen, schijnbaar achteloos, een paar waterlelies van Monet. Het moet gezegd: twintig jaar kunstzwendel lijkt onze gastheer niet rijk te hebben gemaakt. Jansen mag dan wel in een kasteel wonen, van dichtbij gezien is Beverweerd onderhevig aan de nodige craquelure. Verf bladdert van de muren, de verwarming doet het maar half. De privévertrekken zijn bescheiden, veruit de meeste ruimte gaat op aan het stallen van schilderijen en lijsten, aan ateliers, aan boeken over kunst. Vandaag leeft Jansen van de verkoop van zijn eigen schilderijen en van het fabriceren van kopieën – die hij sinds 1994 keurig signeert met eigen naam, gevolgd door ‘in de stijl van’. Niet veel verschil met vroeger, behalve dan de prijs, knipoogt hij.

‘Zes maanden cel is natuurlijk niet fijn, maar ik denk altijd: andere mensen krijgen dertig jaar kantoor’
Geert Jan Jansen

Hij werkt aan een vervolg op Magenta en speelt vanaf vrijdag de hoofdrol in True Copy van het Antwerpse theatergezelschap BERLIN. Anno 2018 zit voor ons een eerlijk man. En toch… als een schrijffout in een certificaat bij een Chagall hem niet had verraden, dan zou Geert Jan Jansen vandaag nog steeds een vervalser zijn. 

Jansen: “Ik heb een paar keer geprobeerd om ermee te stoppen, omdat het zo’n gedoe werd: al die paspoorten, al die valse namen, al die mensen die elkaar besodemieteren… Na een tijdje word je daar moe van. Tegelijkertijd was het zo leuk om te doen dat ik zelfs een tijdje heb moeten afkicken van de thrill.” De meester heeft geen spijt, zelfs niet van zijn passage in de Franse gevangenis. Jansen: “Het was het waard. Zes maanden cel is natuurlijk niet fijn, maar ik denk altijd: andere mensen krijgen dertig jaar kantoor.” (lacht)

True Copy op 15/11 in deSingel, Antwerpen, berlinberlin.be. Het boek Magenta is te bestellen via geertjanjansen.nl.