Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Amper helft studenten haalt binnen 5 jaar bachelordiploma: “Een aangekondigde miniramp”

Steeds minder studenten behalen binnen 5 jaar een bachelordiploma.Beeld Hollandse Hoogte / Bart van Overbeeke Fotografie

Slechts de helft van alle studenten haalt binnen de vijf jaar zijn of haar bachelordiploma in de richting waarin ze gestart zijn. Die slaagcijfers zijn sterk gelinkt aan de richting in het secundair onderwijs, maar ook aan de ingesteldheid waarmee jongeren hogere studies aanvatten.

Amper 51 procent van de studenten aan de KU Leuven haalt in 5 jaar zijn of haar bachelordiploma, terwijl de minimumtermijn doorgaans 3 jaar is. Dat schrijven de Mediahuis-kranten. Tien jaar geleden lagen de slaagcijfers nog een pak hoger, rond de 60 procent. Amper een kwart heeft na 3 jaar een bachelor op zak. De daling is geen Leuvens fenomeen. Alle universiteiten tekenen eenzelfde trend op.

Vraag is wat de oorzaak is van de opvallende daling. “Aan de slaagcijfers in het eerste jaar kon je al zien dat dit een aangekondigde miniramp is”, zegt Martin Valcke, onderwijsexpert aan de UGent. “We merken dat in het eerste jaar maar heel weinig studenten het normtraject kunnen volgen, dus dat zij voor alle vakken geslaagd zijn.” 

Hervorming secundair

Die slaagcijfers zijn in grote mate gelinkt aan de studierichting die de studenten in het secundair volgden. Iemand die uit Latijn-wiskunde of wiskunde-wetenschappen komt, heeft tot 50 of 60, en in sommige richtingen zelfs tot 70 procent kans op slagen. Bij andere studierichtingen, vooral richtingen die meer technisch georiënteerd zijn, of de humane wetenschappen, ligt dat een pak lager, soms maar op 20 of 30 procent. 

“Het heeft dus echt te maken met de competenties die je meekrijgt vanuit het secundair onderwijs”, zegt Valcke. “Te weinig studenten halen de eindtermen in het secundair onderwijs. In sommige studierichtingen zie je dat amper 20 of 30 procent slaagt voor de peilingsproeven wiskunde of Frans. Dan verwondert het toch niet dat zij niet klaar zijn voor het hoger onderwijs?

Volgens Valcke focust de hervorming van het secundair onderwijs zich momenteel te veel op de vernieuwde eerste graad. “We zouden even goed moeten nadenken over de eindfase, de laatste twee jaar: hoeveel kennis en vaardigheden brengen we over? Kan je zelfstandig werken, kan je een tekst samenvatten? Kan je communiceren? Kan je je eigen werk plannen? Dat zijn andere competenties dan de pure kennis.”

‘In sommige studierichtingen zie je dat amper 20 of 30 procent slaagt voor de peilingsproeven wiskunde of Frans. Dan verwondert het toch niet dat zij niet klaar zijn voor het hoger onderwijs?’
Martin Valcke, onderwijsexpert aan de UGent

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) benadrukt dat het belangrijk is dat jongeren een goede studiekeuze maken, en wijst op een aantal maatregelen die ze in dat kader al nam: met het vernieuwde studieaanbod in het secundair onderwijs zullen jongeren volgens haar “in de toekomst heel duidelijk weten waar een opleiding op voorbereidt: op hogere studies, op de arbeidsmarkt of op beide”. 

Columbus

Daarnaast heb je de oriënteringsproef Columbus, die vijfde- en zesdejaars test op kennis, motivatie, interesse en studievaardigheden. Bedoeling is dat ze zo een beter beeld krijgen over hun kansen in het hoger onderwijs.

Crevits verwijst ook naar de niet-bindende toelatingsproeven die nu al bestaan binnen de lerarenopleiding en de ingenieursopleidingen, en die volgend jaar ook in de opleiding diergeneeskunde worden ingevoerd. “Op basis van de evaluatie van de huidige proeven wordt in overleg met de VLUHR (Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad) een schema opgemaakt voor uitbreiding naar andere opleidingen”, zegt Crevits.

Valcke juicht toe dat leerlingen in het secundair al getest worden, maar volgens hem verklaart Columbus maar een deel van het studiesucces. “Het geeft geen garantie. Want je kan je heel goed herpakken als student, je kan er vol voor gaan, en dan lukt dat ook. Maar als je taal niet op orde is, je lees- en schrijfvaardigheid, dan moet je natuurlijk wel heel veel inhalen.”

‘In overleg met de VLUHR wordt een schema opgemaakt voor uitbreiding van de toelatingsproeven naar andere opleidingen’
Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V)

Ook Valcke breekt, net als de minister, een lans voor toelatingsproeven. Die moeten volgens hem niet bindend zijn, maar wel verplicht. “Want veel opleidingen doen al van alles, maar doordat het niet verplicht is, heb je toch nog heel veel studenten die eventjes proberen.” Er bestaat volgens Valcke ook een wildgroei aan ijkingsproeven, instaptoetsen en oriënteringsproeven. “Daar zou ook een harmonisering in moeten komen.”