Direct naar artikelinhoud
zaak-Delphine Boël

Bemiddelingspoging tussen Delphine Boël en koning Albert in 2013 mislukt

Delphine Boël en Koning Albert II. Boël weigerde een minnelijke schikking met Albert II voor ze in 2013 naar de rechter stapte.Beeld RV

Enkele weken voor ze het juridische pad insloeg, weigerde Delphine Boël een minnelijke oplossing met Albert II. Dat melden Le Soir en Sudpresse vandaag. De bemiddeling voorzag in een verzegelde brief waarin Albert II erkende dat zij zijn dochter was, maar de brief mocht pas na de dood van de koning worden geopend.

In 2013 waren er gesprekken tussen de toenmalige advocaat van Delphine Boël, gespecialiseerd in familierecht en erfrecht, en het koningshuis. De bedoeling was om de band tussen Delphine en Albert te bekrachtigen, zonder noodzakelijkerwijze over te gaan tot een officiële erkenning. 

Albert II was akkoord dat de besprekingen zouden worden voortgezet, aldus de kranten. Maar Delphine Boël maakte zelf een einde aan de bemiddelingspoging.

Handgeschreven brief van Albert II

De idee was dat er een handgeschreven brief van Albert II zou komen, waarin hij erkende dat Delphine zijn dochter was. De brief mocht pas worden geopend na de dood van Albert II. Het document zou als erkenning van identiteit hebben gediend, evenwel zonder juridische gevolgen voor de burgerlijke staat.

Delphine Boël geeft toe dat ze deze oplossing geweigerd heeft, omdat ze "te vaag was en geen garantie voor de toekomst gaf", aldus haar advocaat Marc Uyttendaele.

Bekijk ook: “Delphine Boël vs. koning Albert: drie vragen beantwoord”.