Direct naar artikelinhoud
opinie

Zijn veelverdienende Belgen echt een “ongelukkige uitzondering”?

Hans BeversBeeld RV

Hans Bevers is hoofdeconoom bij Bank Degroof Petercam.

Gelukseconoom Lieven Annemans heeft gelijk: ‘Onderzoek naar geld en levenstevredenheid is complex(DM 12/11). Het verdient een pluim dat hij de uitdaging ter harte neemt en ons informeert over de interessante resultaten van zijn team. 

Ik raad dan ook iedereen aan om een kijkje te nemen op gelukkigebelgen.be. Toch bleef ik een beetje op mijn honger zitten bij de reactie van professor Annemans aan het adres van econoom Andreas Tirez (DM 10/11), die een kanttekening plaatste bij de bevinding dat onze levenstevredenheid zou afnemen boven een netto genormaliseerd maandinkomen van 5.000 euro. 

Eerlijk, ik was ook verrast door die uitkomst. Het strookt in elk geval niet met wat de recente literatuur zegt over de link tussen inkomen en levenstevredenheid. Inderdaad, we hebben het over levenstevredenheid en niet over geluk als kortstondige gemoedstoestand. Dat onderscheid is in de media helaas niet aan bod gekomen.

Er is een belangrijk verschil tussen gelukkig zijn in ons leven en tevreden zijn over ons leven

Ons subjectief welbevinden valt uiteen in enerzijds een ervarend of emotioneel deel (emotional well-being) en anderzijds een cognitief of evaluatief deel (life satisfaction). Eenvoudiger gezegd: er is een belangrijk verschil tussen gelukkig zijn in ons leven en tevreden zijn over ons leven. Met dit in het achterhoofd bestudeerden Daniel Kahneman en Angus Deaton (2010) opnieuw de link met inkomen. 

Geen verzadigingspunt

De eerste conclusie die ze trekken is dat ons emotionele welbevinden toeneemt tot de jaarinkomensgrens van 75.000 dollar wordt bereikt – omgerekend 66.600 euro of 5.550 euro per maand. De tweede conclusie is dat de levenstevredenheid blijft toenemen met een hoger inkomen, zonder dat een verzadigingspunt wordt bereikt. Extra inkomen leidt dus gemiddeld genomen tot meer levenstevredenheid, zij het niet langer in dezelfde mate eens een bepaald inkomensniveau is bereikt. 

Belangrijk: beschouw het inkomen niet lineair maar logaritmisch. Concreet: veronderstel twee werknemers, de ene verdient 2.000 euro, de andere 5.000. Een opslag van 100 euro netto geeft meer voldoening voor de eerste (5 procent opslag) dan voor de tweede (2 procent). Maar geef die laatste een opslag van 250 euro en zijn tevredenheid zou er in dezelfde mate op vooruitgaan, aldus het onderzoek. Ze besluiten: “High income buys life satisfaction but not happiness.

Die conclusie botst met het Nationaal Geluksonderzoek, dat evenzeer peilt naar de levenstevredenheid. Want van een effectieve daling van de levenstevredenheid boven een bepaald inkomen is geen sprake. Een andere vaak aangehaalde studie, die van Wolfers en Stevenson uit 2008, vindt evenmin een verzadigingspunt inzake levenstevredenheid. 

Ik durf niet te beweren dat de Belgische conclusie volledig uit de lucht gegrepen is. Maar het zou goed zijn mocht ze verder toegelicht en onderzocht worden. Klopt het echt en zijn veelverdienende Belgen een ‘ongelukkige uitzondering’? En waaraan ligt dat dan? “Het voortdurend verlangen naar meer geld in combinatie met minder goede vriendschappelijke banden maakt deze groep ongelukkiger” – de gesuggereerde verklaring die we terugvinden op de website – weegt in ieder geval nogal licht. 

Pathologisch

Bovendien lijkt professor Annemans te suggereren dat Andreas Tirez een aanhanger zou zijn van een materialistische consumptiecultuur. Dat las ik niet en leek me als reactie vooral naast de kwestie. 

Toch zijn er uitdagingen. Ik hoop van harte dat de grote Britse econoom John Maynard Keynes alsnog gelijk krijgt. In een kort essay uit 1930, Economic Possibilities for Our Grandchildren, schreef hij: “Men zal gaan inzien dat de liefde voor geld als bezit, in plaats van als sleutel tot de geneugten en benodigdheden voor het leven, een lichtelijk weerzinwekkende afwijking is, een van die semi-criminele, semi-pathologische neigingen waarvoor men huiverend de hulp inroept van specialisten in de geestesziekten.”

Keynes dacht dat onze menselijke verlangens na verloop van tijd op een natuurlijke grens zouden stoten, waarna we ons op het goede leven zouden kunnen storten. Misschien, hopelijk… maar ik hou mijn adem niet in. De Griekse filosoof Epicurus zei het al: “Niets is genoeg voor de man voor wie genoeg te weinig is.”