Hilde Crevits: "We moeten stappen naar meer inclusie zetten, maar niet élk kind moet naar het gewoon onderwijs"

"Een school die onder leerkrachten een poll organiseert met de vraag of ze een kind nog langer willen begeleiden, dat kan niet." Minister Crevits windt er vanavond geen doekjes om in "Van Gils & gasten" waar het verhaal van Maxim op tafel ligt, een jongen met het syndroom van Down die plots niet meer welkom was op zijn school.

"Als een school een kind toelaat, dan weet iedereen daar hoe het ineen zit en dan moeten ze een traject met dat kind lopen. Anders moet een school samen met de ouders en het CLB beslissen om het kind niet in te schrijven. Maar in de loop van de rit plots beslissen dat het niet meer kan, dat is toch wel moeilijk."

Toch mag een school een kind met een beperking wel degelijk weigeren, zegt Crevits. "Dat mag, maar niet na een poll onder leerkrachten. Het kan wel na gesprekken met de ouders en overleg met het CLB, als de inschrijving van een kind onredelijke inspanningen van een school vraagt."

Crevits blijft het M-decreet verdedigen dat inclusief onderwijs moet bevorderen. "We mogen het kind niet met het badwater weggooien. Kinderen met een beperking hebben een plaats in de samenleving en ook een plaats op school. Als het kan op een gewone school. Dan moeten we leerkrachten wel ondersteunen. Daarom proberen we extra begeleiding te voorzien."

"Ik erken dat we nog een hele weg moeten afleggen, maar het is een weg van geleidelijkheid. Ik kan als minister van Onderwijs niet zeggen dat elk kind een plek in het gewoon onderwijs moet krijgen. Een kind moet school kunnen lopen waar het tot bloei kan komen. We moeten stappen naar meer inclusie zetten, maar we hebben ook buitengewoon onderwijs nodig."