Direct naar artikelinhoud
Opinie

Waarom de brexit wel uit de hand móést lopen

Vincent Stuer.Beeld RV

Vincent Stuer is schrijver, theaterauteur, voormalig speechwriter bij de Europese Commissie en persvoorlichter van D66 in het Europees Parlement. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naam.

Nu Theresa May in Brussel haar brexitdeal te pakken heeft, zijn de reacties in Londen even voorspelbaar als de chaos onvoorstelbaar is.

Op zich is het bereikte akkoord waarschijnlijk beter dan velen, aan weerszijden van het debat en van het kanaal, hadden durven verhopen. Toch heeft de teleurstelling van de brexiteers iets logisch, want de brexit was altijd al meer een psychologisch dan een wezenlijk conflict.

Psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman schreef ooit een briljant stuk over hoe structurele denkfouten in de politiek doorwerken, Why Hawks Win. Een scheefgetrokken zelf- en wereldbeeld zit namelijk diep ingebakken in elk van ons, en dat werkt ruzies, patstellingen en oorlogen in de hand.

Zelfoverschatting

Het begint bij zelfoverschatting: 8 op de 10 onder ons ziet zichzelf als een bovengemiddeld autobestuurder, bijvoorbeeld. Ook ons politieke zelfbeeld is overtrokken, en als dat botst met de realiteit ontstaan er conflicten. Dreigementen, blufpoker, onhaalbare eisen en onredelijke deadlines, alle middelen zijn goed om de confrontatie met de werkelijkheid nog even uit te stellen of de spanning op een ander te verhalen.

De brexit was zo’n opeenvolging van onhaalbaar optimisme: eerst zou de EU, uit schrik voor een referendum, wel een nóg voordeliger lidmaatschap aanbieden. Dat referendum zou uiteindelijk wel goed uitdraaien. En op den duur moest de EU wel plooien in de onderhandelingen, want Europa had hen meer nodig dan omgekeerd. BeLEAVE in Britain, luidde de slogan, maar eigendunk is een slechte raadgever, schrijft Kahneman.

Een scheefgetrokken zelf- en wereldbeeld zit diep ingebakken in elk van ons, en dat werkt ruzies, patstellingen en oorlogen in de hand

Maat van tegenstander

Nog slechter doen we het als we de maat van onze tegenstander moeten nemen. Kahneman haalt een veelzeggend experiment aan: proefkonijnen krijgen een debat te zien waarbij studenten willekeurig een standpunt moeten verdedigen, voor of tegen de Venezolaanse President Hugo Chavez. Nadien moeten ze raden naar de politieke voorkeur van de deelnemers, dus goed wetende dat het een rollenspel is. Doet er niet toe, zo blijkt: wie voor Chavez pleitte, wordt steevast in de extreemlinkse hoek geduwd en omgekeerd. Zelfs als we de context weten, negeren we die met plezier.

Ook in het brexitexperiment zagen we een stuitend gebrek aan inzicht in de manoeuvreerruimte van de Europese onderhandelaars. De Britten leken soms geen benul te hebben van de wettelijke mogelijkheden en praktische beperkingen van de Europeanen. Dat er ook politiek nauwelijks marge voor echte toegevingen was, is ze ook ontgaan – want waarom zou de EU hen iets gunnen dat de Nederlanders of de Noren niet hebben?

Motieven

Laatste denkfout, is dat we de motieven van een tegenstander verkeerd inschatten, terwijl we ervan uitgaan dat die de onze haarscherp kan lezen. Zo denken generaals in crisissituaties steevast dat de tegenstander op oorlog uit is, maar dat hun eigen troepenbewegingen voor iedereen duidelijk louter preventief zijn.

De bellicositeit van de Britten bereikte een hoogtepunt na de top in Salzburg, waar de Europese leiders Theresa May diplomatisch duidelijk hadden gemaakt – of dat dachten ze – dat haar Chequers-plan onwerkbaar en politiek onrealistisch was. De Britse pers reageerde razend – “Euro mobsters ambush May”, kopte The Sun – want het afschieten van hun plan kon alleen crapuleuze bedoelingen hebben.

Wat later vergeleek buitenlandminister Jeremy Hunt de EU met de Sovjet-Unie en een gevangenis – waarna hij fijntjes terechtgewezen werd door Eurocommissaris Vytenis Andriukaitis, geboren in een goelag en meermaals bezoeker in een Litouwse KGB-cel – en toch beschreef hij zijn toespraak als erg diplomatisch beargumenteerd, en met positief effect op de onderhandelingen.

Ik ken in de EU-bubbel niemand – letterlijk: niemand – die de Britten met plezier ziet vertrekken

Ik ken in de EU-bubbel niemand – letterlijk: niemand – die de Britten met plezier ziet vertrekken. Iedereen heeft vol verbazing en verwarring, en met hooguit een tikkeltje schadenfreude naar het Britse psychologische drama staan kijken.

Maar uiteindelijk blijft het wel een ongezien, oneindig en – als je wél van de werkelijkheid uitgaat – een volstrekt onnodig drama. De duurste geopolitieke denkfout van de laatste honderd jaar.