Vietnam boos over "desinformatie" door Chinese media
De berichten slaan op een ontmoeting tijdens de Europees-Aziatische top in Mongolië tussen de Vietnamese premier Nguyen Xian Phuc en zijn Chinese collega Li Keqiang. Een aantal Chinese media, maar ook een communiqué van Buitenlandse Zaken in Peking, verklaarden daarop dat "de Vietnamese premier Phuc (boven) begrip en respect had" voor de Chinese claims in de Zuid-Chinese Zee.
Volgens de Vietnamese regering kloppen die berichten evenwel niet. Wel heeft Hanoi nog altijd geen officieel standpunt ingenomen inzake de uitspraak van het Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag vorige week. Toen veegde dat internationale gerechtshof de Chinese claims in de Zuid-Chinese Zee van tafel en gaf het de Filippijnen gelijk in het conflict over die eilanden en riffen.
De uitspraak is indirect ook een opsteker voor Vietnam dat ook overhoop ligt met China over eigendomsrechten in de Zuid-Chinese Zee. Dat Vietnam "begrip" zou hebben voor China, zou dan ook erg verwonderlijk zijn. De voorbije maanden is het op zee tot tal van incidenten gekomen tussen Vietnamese en Chinese schepen.
Chinese maritieme oefeningen op zee
China weigert om zich neer te leggen bij de uitspraak van het hof in Den Haag. Net vandaag is het land begonnen met militairen oefeningen in de Zuid-Chinese Zee. Die vinden weliswaar plaats in internationaal erkend Chinese gebied ten zuiden van het eiland Hainan. De oefeningen vinden dus niet plaats in omstreden gebied nabij de Paracel- of Spratly-eilanden meer ten zuiden.
Toch wil China aantonen dat het de territoriale eisen in de Zuid-Chinese Zee met militaire middelen wil ondersteunen. Zo heeft Peking militaire vliegtuigen patrouilles laten uitvoeren boven die zee, al doen andere landen dat ook.
China claimt ongeveer 80% van alle eilanden, riffen en atollen in de Zuid-Chinese Zee. Die claims gaan volgens het hof in Den Haag in tegen de VN-conventie over het zeerecht (UNCLOS) en zijn dus nietig.
Peking ligt met andere overstaten overhoop en het gaat dan om Vietnam, de Filipijnen, Brunei, Maleisië en Indonesië. Die landen zoeken dan weer steun van onder meer de Verenigde Staten, Japan, Australië en India tegenover de Chinese dreiging.