Direct naar artikelinhoud
Interview

Paul De Grauwe: “We moeten de Britten snel laten vertrekken, ze moeten hun eigen potje koken”

Paul De Grauwe.Beeld Bas Bogaerts

Paul De Grauwe van de London School of Economics zegt dat de brexitdiscussie het politieke klimaat in het Verenigd Koninkrijk dermate vergiftigt dat de Britse democratie in gevaar komt. “In zo’n situatie is een harde brexit misschien nog de minst schadelijke oplossing.”

Woensdagavond dacht de Britse premier Theresa May nog dat het brexit-ontwerpakkoord de goedkeuring kreeg van haar regering. Maar de ochtend daarna waren al vijf van haar ministers opgestapt en durfde niemand nog wedden op haar politieke toekomst. Wat wel opvalt, is dat May een verbeten gevecht voert om het akkoord toch aanvaard te krijgen. Ze verdedigt zich fel in het parlement, gaat op radiostations in discussie met luisteraars. Haar vechtlust is toch wel opvallend.

Paul De Grauwe: “Ze kan niet anders. Voor Theresa May is dit echt een overlevingsstrijd. Als ze dit akkoord er niet doorkrijgt, is het afgelopen met haar. Technisch gezien kan ze natuurlijk al die afgetreden ministers vervangen. Maar zo simpel is het niet, zeker niet omdat ook een aantal zwaargewichten als brexitminister Dominic Raab ontslag namen. Als de man die het huidige akkoord heeft onderhandeld de handdoek in de ring gooit, zit je met een groot probleem. Dat is toch een stevige indicatie dat het akkoord niet deugt. Misschien overleeft May de komenden dagen en weken, maar begin december moet het Britse parlement over het akkoord stemmen en het ziet er niet naar uit dat May een meerderheid achter zich kan krijgen.”

‘Voor Theresa May is dit echt een overlevingsstrijd. Als ze dit akkoord er niet doorkrijgt, is het afgelopen met haar’
Paul De GrauweLondon School of Economics

De kans dat haar conservatieve partijgenoten een interne motie van wantrouwen tegen haar indienen, is reëel. Zal Mays lot de komende uren of dagen bezegeld worden?

De Grauwe: “De situatie is chaotisch en onzeker – niemand kan dat voorspellen. Er bestaat een kans dat er een motie van wantrouwen komt, de zogenaamde leadership contest. Maar eenvoudig is dat niet, want dat betekent dat de Conservatieven het eens moeten raken over een nieuwe leider en de partij is momenteel verdeeld tussen extreme brexiteers, gematigden en remainers. Alles is momenteel onduidelijk.”

U verblijft vaak in Londen. Welke atmosfeer heerst er onder de Britten? Is er een stijgende onvrede over May of zijn de mensen vooral boos op de Europese Unie omdat die een dictaat zou opleggen?

“Wel, mijn collega’s van de London School of Economics zijn natuurlijk verre van representatief, het zijn bijna allemaal overtuigde remainers. Wel is er bij hen een groot ongeloof over de schrijnende politieke incompetentie bij zowel de Conservatieven als Labour. Het is stuitend om te zien hoe deze crisis politiek misbruikt wordt en hoe leugens en foute voorstellingen tot chaos hebben geleid. 

“Daarnet hoorde ik nog een verklaring van voormalig brexitminister David Davis. Hij beweerde dat de Europese Unie de onderhandeling nodeloos lang rekte om zoveel mogelijk chaos te creëren in het Verenigd Koninkrijk. Leugenachtige onzin is dat en bovendien erg storend omdat Davis zelf als onderhandelaar zelden aanwezig was op belangrijke brexitvergaderingen.”

Veel Britse politici lijken dezer dagen met dubbele tong te spreken. Is de brexitdiscussie niet vooral een gedroomd vehikel om May van de troon te stoten en zelf de macht te grijpen?

“Er wordt veel dubbel spel gespeeld. De extreme brexiteers willen aansturen op een no deal brexit – hun gedroomde optie. Maar ze beseffen heel goed dat het niet makkelijk zal zijn omdat er in het parlement geen meerderheid voor een harde brexit bestaat. Toch gaan ze keihard voor hun eigen gelijk. 

“Aan de andere kant van het spectrum heb je de remainers, die een tweede referendum willen. Die groep lijkt stilaan aan invloed te winnen, iets wat ikzelf niet verwacht had. Ik schatte de kansen op een tweede referendum lange tijd laag in, maar momenteel wordt die optie plausibeler. Naarmate de totale patstelling aanhoudt, zou het wel eens kunnen dat steeds meer politici uit wanhoop beslissen om toch voor een tweede referendum te gaan.”

‘Had Corbyn wat meer politieke flair gehad en minder oubollige communistische ideeën: hij had al lang premier geweest’
Paul De GrauweLondon School of Economics

U zegt niet enkel dat veel Conservatieven uitblinken in incompetentie maar dat ook Labour het spel slecht speelt. Kan Labour-leider Jeremy Corbyn dan geen voordeel halen uit de zwakte van zijn conservatieve tegenstanders?

“Dit had het moment van Labour moeten worden. Maar Corbyn en zijn medestanders zijn even onbekwaam als hun opponenten. Had Corbyn wat meer politieke flair gehad en minder oubollige communistische ideeën: hij had al lang premier geweest. Maar zelfs als er nieuwe verkiezingen komen, is het niet zeker dat hij die zal winnen. Dat komt omdat Corbyn zelf altijd ambigue is geweest over de brexit. Eigenlijk is hij pro-brexit maar hij kan dat niet zeggen omdat zoveel Labour-kiezers in de Europese Unie willen blijven. Corbyn is tegen de EU omdat het volgens hem een kapitalistisch complot is dat het uitrollen van zijn verouderde communistische ideeën blokkeert.”

Mocht er een tweede referendum komen, hoe zeker is het dan dat vroegere brexitstemmers naar het remain-kamp overlopen?

“Wel, dat valt nog te bekijken. Een tweede referendum zal zeker niet automatisch tot een overwinning van het remain-kamp leiden. Veel zal afhangen van welke vraag bij dat tweede referendum aan de bevolking wordt voorgelegd. Wordt het opnieuw een eenvoudige vraag: remain of brexit? Of is het de bedoeling dat het huidige brexit-ontwerpakkoord van 585 pagina’s aan de bevolking wordt voorgelegd? Dat laatste zal uiteraard voor nog meer onduidelijkheid zorgen. Dan krijgen we pas chaos en onzekerheid waarbij politieke opponenten die tekst in hun voordeel interpreteren waardoor niemand nog zal weten waarover dit allemaal gaat.”

‘Politieke opponenten beschouwen elkaar niet meer als tegenstanders maar als vijanden en verraders van het Britse patriottisme’
Paul De GrauweLondon School of Economics

Twee jaar geleden, de ochtend dat het resultaat van de brexitstemming bekendraakte, zeiden veel experts meteen dat dit de doos van Pandora zou openen. Een uitspraak die achteraf gezien nog als een eufemisme beschouwd mag worden. Zijn de extreme politieke krachten nog onder controle te brengen?

“De doos van Pandora is een treffende metafoor. De Britse politiek wordt steeds meer vergiftigd door populisme. Politieke opponenten beschouwen elkaar niet meer als tegenstanders maar als vijanden en verraders van het Britse patriottisme. Iedereen probeert iedereen te delegitimiseren. In België gebeurt dat enkel met het Vlaams Belang. Die partij wordt met het cordon sanitaire in de politieke marge geduwd. Ik wil over dat laatste geen oordeel vellen, maar in het Verenigd Koninkrijk is die delegitimisering ruimer: verschillende partijen en splinterfracties trekken het ene cordon sanitaire na het andere op. De tegenstander is sowieso een vijand van het volk. Dat zorgt voor bijzonder veel negatieve krachten die de Britse democratie in gevaar brengen.”

De twee delicaatste punten van het brexitonderwerp handelen over Noord-Ierland en de Britse soevereniteit. Iedereen dacht dat de politieke tegenstellingen in Noord-Ierland al enkele decennia onder controle waren gebracht, maar blijkbaar laat het brexitproces die politieke demonen uit het verleden opnieuw aan de oppervlakte komen.

“De zogenaamde backstop, die moet vermijden dat er een harde grens komt met de Ierse Republiek en Noord-Ierland, blijft problematisch en ligt zeer gevoelig. Als er eind 2020 nog geen definitief Brits-EU-akkoord is, dan komt er een systeem waarbij het Verenigd Koninkrijk in de douane-unie blijft zodat er geen harde grens op het Ierse eiland komt. Maar dat betekent dat de regels van die douane-unie blijven gelden waardoor het Verenigd Koninkrijk niet in zijn eentje handelsakkoorden met China en de VS kan sluiten. En dat is dan weer in strijd met de soevereniteitsverzuchtingen van de brexiteers. Als het Verenigd Koninkrijk zich in dat geval mét Noord-Ierland uit die backstop-regeling terugtrekt, ontstaat er toch een harde grens en dreigen de spanningen van het oude Ierse conflict tussen katholieken en protestanten weer naar boven te komen.”

‘Ik zeg: let them out. Het is de enige manier om de politieke demonen die momenteel alle kanten uitgaan te kalmeren’
Paul De GrauweLondon School of Economics

Wat is volgens u, na deze bewogen week, de minst schadelijke oplossing?

“Uiteindelijk is een harde brexit misschien de betere oplossing. De oplossingen van Theresa May deugen niet omdat May verkiest om voor onbepaalde tijd in de interne markt en de douane-unie te blijven en bereid is om een deel van het Britse zeggenschap uit handen te geven. Dat leidt nu al tot veel onduidelijkheid en enorme politieke conflicten. Die conflicten zullen niet verdwijnen. Vandaar dat ik zeg: let them out. Laat de Britten hun eigen potje koken. In het begin zal dat voor allerlei praktische moeilijkheden zorgen, maar het is de enige manier om de politieke demonen die momenteel alle kanten uitgaan te kalmeren.”

Wat u zegt is opvallend. De harde brexit wordt door velen als een economisch rampscenario verkocht. U denkt daarover duidelijk genuanceerder.

“Politiek is dat de minst schadelijke optie omdat ze duidelijkheid schept. Vanuit economisch oogpunt is dit op korte termijn een keuze die wel degelijk voor economische wanorde zal zorgen. Maar op langere termijn wordt het Verenigd Koninkrijk voor de EU een land als Canada, wat geen enkel probleem hoeft te zijn.”

Ook deze week daalde de waarde van de pond. De politieke grillen bepalen de waarde van een nationale munt. Hoe gevaarlijk is dat?

“Op zich is een waardevermindering een tweesnijdend zwaard. Aan ene kant maakt het de Britse economie competitiever omdat het de export bevordert; iets wat de Britse economie momenteel wel kan gebruiken. Tegelijk krijg je inflatie want importproducten worden duurder. Als de lonen niet mee stijgen, zit je met een negatief effect. 

“Maar het grotere probleem is inderdaad dat we hier niet te maken hebben met een bewust monetair beleid maar met grillige muntschommelingen die bepaald worden door een onvoorspelbare politieke situatie. Dit maakt dat bedrijven en investeerders een afwachtende houding aannemen en dat zorgt voor een economische vertraging.”

‘Voor het referendum stond het Verenigd Koninkrijk inzake economische groei aan de top van de EU-lidstaten, nu is het ongeveer de Europese hekkensluiter’
Paul De GrauweLondon School of Economics

Wat is de impact van die economische vertraging?

“Voor het referendum stond het Verenigd Koninkrijk inzake economische groei aan de top van de EU-lidstaten, nu is het ongeveer de Europese hekkensluiter. Voorlopig heeft dat nog geen repercussies op de werkgelegenheid, maar als deze situatie van onzekerheid aanhoudt, valt dat zeker niet uit te sluiten.”

Hoe groot zijn de economische risico’s van een harde brexit op langere termijn?

“Er zullen negatieve economische effecten zijn, maar tot een ineenstorting zal het zeker niet komen. Zo zal de Europese Unie importtarieven heffen op Britse producten van 10 à 15 procent. Dat is geen ramp, zeker niet als je weet dat het Britse pond sinds het referendum 25 à 30 procent in waarde is gedaald. Dat fenomeen heeft grotere effecten dan mogelijke handelstarieven. Voor Europese bedrijven maakt die gedaalde pond het moeilijker om met het Verenigd Koninkrijk handel te drijven.

“Daarnaast zul je bij een harde brexit een aantal logistieke problemen hebben. De Britten zullen opnieuw klassieke douanekantoren moeten openen. Dat kost tijd, geld en het vertraagt het handelsverkeer. Dat is zeker negatief, maar rampzalig is het niet. Ook met de VS en China drijven we via douanediensten handel, waarom zou dat dan niet met het Verenigd Koninkrijk kunnen?”

Paul De Grauwe

• Ukkel, 1946 

• Professor aan de London School of Economics and Political Science
 

• Gewoon hoogleraar emeritus aan de Katholieke Universiteit Leuven
 

• Van 1991 tot 1995 zetelde hij voor de VLD in de Senaat, van 1995 tot 1999 in de Kamer en van 1999 tot 2003 weer in de Senaat.